Drie hockeyers van Bloemendaal kwamen zondagmiddag Sportcampus Zuiderpark in Den Haag pas binnen toen de degradatiewedstrijd tegen Tilburg al begonnen was. Twee van hen bleken ook nog eens niet speelgerechtigd. In weinig opzichten straalt het zaalteam de grandeur uit van de Galácticos van het veld, maar zaalhockeyen kunnen ze wel degelijk, benadrukt coach Ferry van Bruggen.
Ergens op een snelweg in Nederland, in een auto vol Bloemendaal-spelers, moet zondagmiddag lichte paniek zijn uitgebroken. Pelle Vos, Jord Beekmans, Tom van de Rijt en Lukas Sutorius stonden in de file. Verontrustend weinig minuten voor het begin van de confrontatie met Tilburg.
Vervolgens kwam er ook nog een bericht van oplettende KNHB-medewerkers. Hun wenkbrauwen schoten centimeters de lucht in toen ze twintig minuten voor de start het wedstrijdformulier bekeken. Daarop pronkten de namen van Van de Rijt en Sutorius. Spelers die minder dan de helft van de wedstrijden in de reguliere competitie hadden gespeeld. En dus niet voldeden aan de verplichte norm om in actie te mogen komen tijdens de nacompetitie. Leuk dat ze onderweg waren, maar spelen mochten ze niet.
Omdat ook nog eens Caspar van Dijk met corona thuis zat, zat er voor Bloemendaal niets anders op dan de warming-up te beginnen met één speler te weinig: één keeper en vier veldspelers. Om klokslag 14.30 uur, toen de wedstrijd op het punt van beginnen stond, stormde Pelle Vos de zaal binnen. Aan de rand van het veld, terwijl zijn teamgenoten de huddle aan het afronden waren, hees hij zichzelf nog snel even in een Bloemendaal-shirt. Hij was nét op tijd. Toen ook Jord Beekmans zich meldde, met in zijn kielzog ook Tom van de Rijt en Lukas Sutorius, was de wedstrijd al een paar minuten bezig.
Met alle respect, maar Tilburg had ons natuurlijk alle hoeken van het veld moeten laten zien.
‘Het is natuurlijk onze eigen fout dat we de reglementen niet goed gelezen hebben. Anders hadden we geweten dat Tom en Lukas helemaal niet mee mochten doen. Ik ben blij dat de KNHB daar ons op gewezen heeft, anders hadden we na afloop een hoop gezeik gehad’, vertelde Van Bruggen na de wedstrijd, die Bloemendaal nog won ook, na een shoot-outserie.
‘Aan de andere kant is het niet zo dat wij een Duitser hebben laten invliegen, speciaal voor de nacompetitie. Tom en Lukas zijn gewoon jongens die twee van de vijf speeldagen op het wedstrijdformulier stonden. Allebei hebben ze corona gehad en zodoende een speelronde gemist. Maar ja, dat hadden we blijkbaar moeten melden, dat ze door corona niet konden spelen. Dat wisten we niet en dat is onze eigen schuld.’
Vervolgens, lachend: ‘Toen Pelle de zaal binnenkwam, hadden wij het geluk dat wij de speelbal mochten kiezen. Dat duurde natuurlijk iets langer dan normaal, haha. Ik gooide die bal pas het veld in toen Pelle het veld in liep. Met dat soort dingen moet je een beetje handig omgaan. Dat neemt natuurlijk niet weg dat wij met de komst van Jord nog steeds maar één wissel hadden. Met alle respect, maar Tilburg had ons natuurlijk alle hoeken van het veld moeten laten zien. Wij hadden nooit mogen winnen.’
Tegen Hattem hadden wij een keeper op goal staan die zes jaar lang niet in de zaal had gekeept. We moesten hem de regels uitleggen.
In het veldhockey heeft Bloemendaal dezelfde allure als Real Madrid in het voetbal. De beste hockeyer ter wereld speelt bijna vaker wel dan niet op ’t Kopje. Of hij nou Teun de Nooijer, Jamie Dwyer of Arthur van Doren heet.
‘Tegen Hattem hadden wij een keeper op goal staan die zes jaar lang niet in de zaal had gekeept. We moesten hem de regels uitleggen. Voor de grap zei ik tegen hem: bij een strafcorner moet je niet gaan liggen. Hij verving onze keeper Frits Schnoeckel, die bij HBS in de Promotieklasse hockeyt. Die heeft twee maanden in het jaar vrij van hockey. Dan begrijp ik dat je lekker op wintersport gaat. Want hij verdient er geen stuiver mee, met hockeyen’, aldus Van Bruggen. Zelf baarde hij het eerste zaalweekend van het seizoen opzien door op de bank met een telefoon in zijn hand de verrichtingen van Max Verstappens kampioensrace te volgen.
Het zijn dit soort voorbeelden die de vraag oproepen of de manier waarop de club met zaalhockey omgaat niet Bloemendaal-onwaardig is.
Landstitel op het NK voor reserveteams
‘Bloemendaal-onwaardig? Dat vind ik echt lariekoek. En ik zal je uitleggen waarom’, aldus Van Bruggen, die zelf in het hockey een CV heeft opgebouwd van meerdere kantjes. Bij Bloemendaal bekleedde hij meerdere functies, waaronder die van hoofd topjeugd. Ook was hij coach van Haarlem Heren 1. Momenteel staat hij aan het roer van AMVJ Dames 1 en is hij technisch manager van Overbos.
Van Bruggen wijst erop dat veel spelers van het zaalteam van Bloemendaal al jarenlang met elkaar zaalhockeyen. In de jeugd was hij ook al hun coach. In de senioren veroverden ze de landstitel op het NK voor reserveteams. Pas sinds een aantal jaar staan ze ingeschreven als Heren 1. Na de storm Ciara en het daardoor niet kunnen spelen van de play-offs promoveerden ze naar de Hoofdklasse.
‘Bij Bloemendaal stond zaalhockey niet hoog in het vaandel. Het belang van Heren 1 ligt op het veld. Dat begrijp ik ook. Je zult maar international zijn en in de zaal je hand breken, om maar iets te noemen. Caspar van Dijk is de enige speler van Heren 1 die met ons meedoet. Je kunt zeggen van ons wat je wil, maar toen zaalhockey niet leefde binnen Bloemendaal, hebben wij het wél opgepakt. Omdat we het leuk vinden. Wij zijn gewoon een vriendenteam dat toevallig Heren 1 is geworden. We willen winnen, maar niet ten koste van alles.’
Als je bij Bloemendaal een lantaarnpaal wilt vervangen, staat de gemeente al op de stoep, laat staan als je een blaashal wilt neerzetten.
Trainen deden ze de afgelopen weken niet. ‘Geen seconde. In het begin mochten wij niet ’s avonds trainen omdat de Hoofdklasse Zaal geen topsportstatus had. Nu hebben we die status wel, maar trainen we nog steeds niet. Omdat we geen eigen blaashal hebben. Als je bij Bloemendaal een lantaarnpaal wilt vervangen, staat de gemeente al op de stoep, laat staan als je een blaashal wilt neerzetten. Dat is gewoon niet te doen. Wat dat betreft hadden we helemaal naar een zaal in Amsterdam moeten rijden. Dat is óók onhandig. Iedereen heeft bij ons gewoon een baan, daar zitten we niet op te wachten, joh.’
Dat neemt niet weg dat het team goed kan zaalhockeyen, benadrukt Van Bruggen. Max Vergnes, Freek Martens, allebei op het veld speler van HBS, en Jord Beekmans hockeyden vroeger met Bloemendaal in de Euro Hockey League. Van Bruggen: ‘Wij leggen gewoon goed hockey op de mat. Laatst wonnen wij van Stichtsche. Die zijn drie jaar geleden landskampioen geworden. Als wij zonder te trainen al van hen winnen, hoe goed zouden we dan wel niet zijn wanneer we wél zouden trainen?’
4 Reacties
Eelco Houwink
Oftewel: leuk dat zaalhockey, jammer alleen dat het altijd samenvalt met het paintballen
robdux
Sommige teams trainen niet of nauwelijks, Verstappen was belangrijker dan de wedstrijden, teams komen iedere keer in andere samenstellingen, omdat afspraakjes (vakantie etc) ook belangrijk zijn, we kennen de regels niet. Maar toch een topsport status willen hebben / krijgen van NOC. Bijzonder en hele slechte reclame voor het zaalhockey. Los even van een aantal teams die deze sport wel serieus nemen.
Mark Bouwman
Eindeloze jarenlange discussie. Zolang de KNHB (dus de leden) geen serieuze competitie organiseren en met als gevolg daarvan òf een andere seizoen indeling veld/zaal als standaard organiseren òf erkennen dat veld en zaal verschillende sporten zijn en van elkaar gescheiden worden blijft het tobben en wordt het nooit meer dan een leuke en spannende opvulling van donkere winterdagen. Als dat nog steeds niet begrepen wordt, blijft het zo. En laten we eerlijk zijn: voetbal of futsal is het daar zoveel anders?
r-wortmann
ik ben het volkomen met Rob eens. Kunnen we niet eens zelf de hand in eigen boezem steken? Dit heeft toch gewoon weg van een beetje pingelen zoals Bloemendaal hier mee omgaat. Totaal niets te maken met dat de KNHB betere competitie moet organiseren. Als je de KNHB wilt aanvallen Mark vraag dan dat ze de regels beter hanteren. dwz niet genoeg spelers, of te laat aankomen of ongeregistreerde spelers gewoon de club een boete geven. Er zijn genoeg clubs die graag willen spelen. Er zijn ook clubs die graag de positie van Bloemendaal willen overnemen. Zoals Rob al aangaf: Slecht voor het hockey en slecht voor de sport. btw als een coach onder mijn supervisie op zijn telefoon bezig is ipv van coachen dan kan hij vertrekken.