Column Rob Reckers: ‘HK is afgebrokkeld tot duiventil van in- en uitvliegende sterren’

Bezweet en met geëxplodeerde benen luister ik voldaan naar het eindsignaal van de dinsdagtraining. Omgeven door talentvolle A-junioren, aangevuld door een bonte verzameling aan nationaliteiten en pensionados is de trainingsweek van een Hoofdklasse-club weer aangevangen. Trots kijk ik naar de ontwikkeling van de talentvolle jeugd, maar gefrustreerd realiseer ik me dat er slechts zes van de achttien selectiespelers op het veld staan.

Wat ooit Neerlands trots was, wordt langzaam verdrongen door de overheersende internationale belangen. De Hoofdklasse is afgebrokkeld van ’s werelds beste competitie tot een duiventil van in- en uitvliegende sterren. Het gezegde “wie betaalt, bepaalt” gaat voor de grootmachten in de hoogste nationale competitie al jaren niet meer op.  De betrokken partijen houden elkaar in een verstikkende verwurging waarbij slechts verliezers zichtbaar zijn.

De internationals zwerven ongeïnspireerd van toernooi, naar competitie, naar oefeninterland en play-offs. De clubs betalen fulltime-vergoedingen, maar staan schoorvoetend toe dat men slechts parttime tegenprestaties mag verwachten. En tot slot zijn er al jaren de bondscoaches die hun spelers slechts enkele weken per jaar ter beschikking hebben en waarvan desondanks niets anders verwacht wordt dan goudkleurig eremetaal.

‘De Hoofdklasse is afgebrokkeld tot een duiventil van in- en uitvliegende sterren’

Dit alles is het gevolg van het vermaledijde Nederlandse poldermodel. Iedereen mag zijn zegje doen en we verdelen de pijn over alle partijen. Sinds de invoering van de Hoofdklasse in 1973 en haar play-offs in 1995 is er niets veranderd, terwijl de omgeving compleet getransformeerd is. Topsport draait om het maken van harde keuzes en onderscheiden van de grijze middenmoot en dat is precies wat we niet hebben gedaan.

‘Vernikkeld van de kou met drie ouders en één enthousiaste tante langs de kant, worstelde ik me ongeïnspireerd door zeventig minuten vechthockey’

Illustrerend voor de moeizame overgang tussen internationale toernooien en de Nederlandse competitie was voor mij altijd de eerste wedstrijd na een zomer- of winterstop. Met de herinnering van (sub)tropische weersomstandigheden en volle stadions nog in het geheugen gegrift stapte je op zondagochtend in de auto voor een uitwedstrijd. Na een uur opgepropt achter in een tweedeurs sedan met de verwarming vol open om de grauwe Nederlandse kou buiten te houden, arriveerde je ergens in Nederland waar men bij voorkeur nog op een zandingestrooid veld speelde. Vernikkeld van de kou met drie ouders en één enthousiaste tante langs de kant, worstelde ik me ongeïnspireerd door zeventig minuten vechthockey in de hoop dat drie punten de pijn enigszins zouden verzachten.

Waar wij dit twee maal per jaar doorstonden maken spelers dit tegenwoordig wekelijks mee. Van het Nederlands elftal op maandag en dinsdag, terug naar de club op donderdag, vrijdag en zondag. Na de wedstrijd geen tijd voor sociale contacten, want op maandagochtend roept het landsbelang weer. Petje af voor de spelers van vandaag de dag, maar laten we ons allen uit het leidden verlossen en een keuze maken.

‘Krimp de Hoofdklasse in tot tien ploegen’

Krimp de Hoofdklasse in tot tien ploegen. Internationals komen weer volledig ter beschikking van de club en het nationale team krijgt vier weken extra fulltime trainingstijd. Vast niet iedereen zal het met mee eens zijn, maar er moet iets gebeuren om de Hoofdklasse weer Neerlands trots te maken. Niemand is geïnteresseerd in een Mickey Mouse-competitie in de schaduw van de HIL, EHL en de internationale toernooien. Ik wil een Hoofdklasse waar de vlammen weer vanaf spatten!


4 Reacties

  1. niekhendriks

    De spijker op zijn kop.... Goed stuk Rob 👍

  2. GabyvanHout

    Ja gaaf. 10 ploegen. Minimaal 40 spelers import. En dan denken dat het Nederlandse hockey er beter van gaat worden. Stoppen met opleiden. Internationale bedrijven werven voor sponsoring. Zorgen dat je binnen de club op de jeugd ongediplomeerde onervaren trainers neerzet. En alles op heren en dames 1 zetten. Heerlijk over 10 jaar bij elkaar komen en realiseren dat wij geen identiteit meer hebben. Waar blijven onze pieldozen. Waar is onze technische vaardigheid. We hebben geen mentaliteit. Nu kun je nog aansluiten. We hebben een van de beste competitie. Houden zo. En geef jeugd meer opleiding en kansen om door te stromen. Zijn de Duitsers,Belgen en Argentijnen meer bij elkaar?

  3. pabana

    Goed om wat te veranderen inderdaad. Zou dan ook meenemen dat Nederlandse jeugd meer de kans krijgt in de 1e teams mee te spelen ipv voor veel geld nog meer buitenlandse spelers te halen. Ontwikkel meer je eigen talent door ze te laten spelen in de 1e teams!

  4. RoyBax

    Vooropgesteld dat Rob hier een prachtig stuk schrijft en terecht om aandacht vraagt voor de Nederlandse Hockeyopleiding. Zo ook de bijdrage en reacties van anderen. Daaraan toegevoegd de begeleiding van talenten bij het al dan niet overatappen van de ene naar de andere club (waar het gras groener lijkt). Blijkt ook dit jaar maar weer dat sommige talenten die net op een belaald nuveau komen en juist zich nu kunnen gaan richten op competenties als voorbeeldfunctie en leiderschap, toch meer denken te bereiken als zij naar een club gaan waar ze weer 'lekker' in de luwte van andere internationals kunnen spelen. Dit kan gelden voor een titel op korte termijn (hoewel dit voor sommigen dit jaar ook niet bleek uit te te komen en voor anderen weer wel) maar hoeft niet te gelden voor ontwikkeling op langere termijn.


Wat vind jij? Praat mee...