Tilburg bewijst: ‘warme overdracht’ voorkomt leegloop 18-plussers

Veel clubs hebben ermee te maken: A-junioren die stoppen met hockeyen en de overstap naar de senioren niet maken. Omdat ze gaan studeren, omdat de overstap te groot is of om andere redenen. De vraag is: hoe kunnen clubs ze behouden? Het belangrijkste advies: zorg voor een ‘warme overdracht’. Op HC Tilburg zijn daardoor de Jong Senioren-teams een succes. 

Hockeyclub Tilburg heeft liefst zeven Jong Damesteams en één Jong Herenteam. Bestuurslid breedtehockey Ingeborg Beesems is er blij mee. ‘Wij hebben inderdaad met name veel Jong Dames teams. Maar dat wil zeker niet zeggen dat die overstap bij ons vlekkeloos verloopt hoor’, erkent Beesems.

Niettemin geldt Tilburg binnen de hockeybond als een van de voorbeelden van clubs die op een goede manier aandacht besteden aan de overgang van jeugdleden naar de senioren. Die aandacht is noodzakelijk. Want hoewel exacte cijfers ontbreken, stoppen enkele duizenden jeugdleden voor de overstap naar de senioren. Een deel vindt onderdak bij een andere club, maar het gros gaat (al dan niet tijdelijk) verloren voor het hockey.

De KNHB heeft daarom samen met onderzoeksbureau VODW een onderzoek gedaan naar de redenen waarom jeugdleden stoppen. Die reden zijn divers, maar de onbekendheid met de seniorenteams is één van de belangrijkste. De KNHB heeft een lange lijst met tips samengesteld om clubs te helpen hun jeugdleden voor de club te behouden. De belangrijkste: zorg voor een ‘warme overgang’ voor de jeugdleden. ‘Ga met de jeugdleden in gesprek. Dat kun je al in de B-jeugd doen’, zegt Frank van Barneveld van de KNHB.

Vroeg bespreken

Bij Tilburg hebben ze goede ervaringen met het vroeg bespreekbaar maken van de overstap van junioren naar Jong Senioren, schetst Beesems. ‘We vragen naar hun plannen en vertellen wat er mogelijk is. Bijvoorbeeld dat ze met het hele team kunnen doorschuiven. Daar beginnen we net na de winterstop al mee. Als je dat in het voorjaar pas doet, hebben ze hun beslissing al genomen.’

Die gesprekken met jeugdleden kosten veel tijd, maar leveren zeker iets op, merken ze bij HC Tilburg. De jongeren voelen zich serieus genomen. Beesems: ‘Je maakt ze al actief, dan gaan ze onderling ook wel dingen regelen. Als ze maar het gevoel hebben dat ze ergens bij betrokken worden. Voor hen is het een voordeel dat ze al snel weten met wie ze het jaar erop in het team komen.’

Veel veranderingen in één keer

Ondanks de vroege aanpak maken lang niet alle jeugdleden de overstap naar de senioren of Jong Senioren. Veel stoppen er alsnog, of gaan hockeyen in de stad waar ze gaan studeren. ‘Er komen veel veranderingen in één keer op ze af’, weet Beesems. ‘Studeren, verhuizen, hockeyen in een ander team. Dat laatste valt dan vaak af omdat alles bij elkaar te lastig wordt.’

Een oplossing daarvoor kan zijn om een A-team vroegtijdig door te schuiven naar de Jong Senioren. Een jaar vóór ze gaan studeren. Daardoor blijven ze de club vaker trouw, blijkt in de praktijk bij HC Tilburg. ‘Vorig jaar hebben we een A-team in zijn geheel vroegtijdig doorgeschoven naar de Jong Senioren. Zij wilden dat graag, omdat veel spelers op zaterdag baantjes hadden.’ Dat team is bij elkaar gebleven en vormt een goed voorbeeld voor het vroeg doorschuiven. Dat heeft overigens nog een voordeel, stelt Beesems. ‘Het is ook goed voor de veldcapaciteit: op zondag is er meer ruimte op de velden dan op zaterdag.’

Nieuwe spelvormen

De KNHB is er veel aan gelegen de groep 18- tot 25-jarigen te behouden voor de hockeysport. De bond steunt daarom initiatieven waarbij wordt gekeken naar nieuwe en andere vormen van hockey.
Verschillende niveaus in de competities zijn ook belangrijk, merkt Beesems. ‘Je moet voorkomen dat een 18-plusser die aardig kan hockeyen in een puur gezelligheidsteam terecht komt.’
Daarin is de afgelopen jaren, naarmate de Jong Seniorencompetitie groeide, al duidelijk verbetering gekomen. Maar het kan nóg beter. Daarvoor zou Tilburg graag zien dat meer grote clubs, met jeugd die landelijk speelt, ook Jong Seniorenteams gaan opzetten. Beesems: ‘Wij zijn één van de enigen hier in de buurt. Voor de rest zijn het vooral kleinere clubs. Maar ik kan me voorstellen dat het voor clubs als Den Bosch ook handig is om hun jeugd dit te bieden.’

Wat betreft de hoogte van het niveau valt er dus nog wat te verbeteren. In het breedte-hockey zijn de jonge seniorenteams in ieder geval een succes. Beesems: ‘De spelers en speelsters vinden het fijn om met en tegen leeftijdsgenoten te spelen. Dat leeftijdsverschil kan anders best groot zijn als je de overstap maakt van junioren naar senioren.’

Iets meer begeleiding

De acht Jong Seniorenteams die er nu zijn bij de Brabantse club, hebben wel meer begeleiding nodig in vergelijking tot de senioren. ‘Van de breedteteams senioren verwachten we bijvoorbeeld dat ze zelf voor een coach zorgen. Dat lukt bij de Jong Senioren nog niet altijd.’
Van Barneveld heeft wel een tip om dat op te lossen: ‘Wij horen van clubs dat er vaak best ouders bereid zijn om in de eerste periode te helpen met de begeleiding. Dat betekent dat je daar als club wel achteraan moet. Maar dat geldt voor de hele problematiek rond de 18-plussers. Je moet er als club serieus werk van maken. Maar als je dat doet, ga je daar echt de vruchten van plukken en zul je als club zien dat je veel jeugdleden ook na de overstap kunt behouden.’


Wat vind jij? Praat mee...