De ‘oudjes’ van de Oranje Dames merken dat het team speelser is

Naast aanvoerder Marloes Keetels (24) heeft bondscoach Alyson Annan van de Oranje Dames eerder dit jaar nog meer leiders aangewezen. Carlien Dirkse van den Heuvel (30) en Margot van Geffen (27) zijn twee speelsters die tot de zogenoemde leidersgroep behoren. Een dubbelinterview met de twee ‘oudjes’ die het Nederlands elftal dit jaar door de komst van onder meer Pien Sanders (19) en Frédérique Matla (20) flink zagen verjongen.

In het gouden tijdperk van Max Caldas, die in zijn periode als vrouwenbondscoach (2010-2014) wereldkampioen werd en de olympische gouden medaille won, bestond de leidersgroep al. Zijn opvolgers Sjoerd Marijne en Alyson Annan hielden het hiërarchische systeem in stand. De leidersgroep praat mee met de technische staf en heeft een begeleidende, coachende rol richting de rest van het team.

Tijdens de Olympische Spelen in Rio de Janeiro bestond de leidersgroep uit Maartje Paumen, Ellen Hoog, Naomi van As, Eva de Goede en Carlien Dirkse van den Heuvel. De eerste drie daarvan zijn inmiddels gestopt. De Goede heeft een sabbatical en alleen Dirkse van den Heuvel behoort nog tot de leidersgroep. De andere vier zijn vervangen door aanvoerder Marloes Keetels en Margot van Geffen, Lidewij Welten en Kelly Jonker. Tijdens de HWL in Brussel ontbreken Welten en Jonker echter vanwege een blessure. Daarom is Caia van Maasakker inmiddels aan de groep toegevoegd.

Carlien Dirkse van den Heuvel in actie op de HWL in Brussel tijdens de wedstrijd China-Nederland Foto: KNHB/Koen Suyk

 

Merken jullie als ‘oudjes ‘ dat Oranje met al die jonkies erbij speelser is geworden?

Dirkse van den Heuvel: ‘Best wel, ja. Er zit veel energie in deze groep. De oudjes zijn rustiger dan de jonkies.’

Van Geffen: ‘Als we met z’n allen aan tafel zitten, hebben die jonge meiden het wel eens over mensen die ik helemaal niet ken. Of andersom. Hebben wij als oudjes het over iemand van wie de jonkies nog nooit hebben gehoord.’

‘De fase waarin Xan de Waard en Maria Verschoor zich nu bevinden, vind ik de moeilijkste fase’

Hoe proberen jullie jonge speelsters als Pien Sanders (19) en Frédérique Matla (20) te begeleiden?

Dirkse van den Heuvel: ‘Daar ben ik eigenlijk niet mee bezig. De jonkies voelen geen druk en moeten gewoon lekker hockeyen. Ik focus me vooral op de groep tussen de jonkies en de oudjes in, de middengroep. De generatie van Xan de Waard (21) en Maria Verschoor (23). De fase waarin die twee zich nu bevinden, vind ik persoonlijk de moeilijkste fase van je carrière. In de middengroep is het lastig om te weten wat je rol precies is. Je bent geen jonkie meer, er wordt meer van je verwacht, maar een leider ben je nog niet. Wat moet je dan doen? In de middengroep ben je zoekende. Twee jaar geleden kwamen Margot (van Geffen), Caia (van Maasakker), Willemijn (Bos) en Joyce (Sombroek) in de middengroep. Toen vroegen zij aan de leidersgroep wat er van hen werd verwacht.’

Van Geffen: ‘Het is niet zo dat alle druk nu op de leiders komt te liggen. Alyson vindt dat elke speelster haar eigen verantwoordelijkheden heeft. Van jong tot oud, zowel binnen als het buiten het veld. Het is niet zo dat wij nu alles bepalen en wij de enigen zijn die het moeten doen.’

Dirkse van den Heuvel: ‘Van iedereen wordt iets verwacht, maar van de een meer dan van de ander. Als Maria drie keer een press verkeerd aanloopt, vraag ik waar ze in vredesnaam mee bezig is. Als een jonkie dat doet, zeg ik dat op een andere manier.’

Margot van Geffen tijdens Nederland-Schotland bij de HWL in Brussel. Foto: KNHB/Koen Suyk

 

Hebben jullie binnen de leidersgroep een onderverdeling van de taken gemaakt? Wie er over tactiek gaat en wie gaat er geschikter is om een arm om iemand heen te slaan als dat nodig is?

Dirkse van den Heuvel: ‘Dat hebben we nog niet echt gedaan, maar dat gaat zeker gebeuren. Zoiets gaat vanzelf. Je kunt niet alle vijf dezelfde rol hebben. Margot is een leider omdat ze op het veld veel energie uitstraalt, maar ze is misschien niet de meest aangewezen persoon die mee moet praten over tactiek.’

Van Geffen: ‘Ik ben niet iemand die tijdens de wedstrijd ziet hoe we tactisch anders moeten gaan staan. Het zijn vooral Marloes en Carlien die dat snel zien. Dat is hun kracht. Caia denkt meer na over de verdediging, de opbouw en de strafcorner. Zij is ook iemand die je makkelijk kunt benaderen als je ergens mee zit.’

Dirkse van den Heuvel: ‘Ellen en Naomi wilden altijd aanvallend hockeyen en altijd de bal hebben. Op die manier vulden zij het leiderschap in. Zij waren leiders door hun uitstraling, door voor niemand bang te zijn, door altijd ballen te vragen. Lidewij is ook iemand die niet te veel met tactiek bezig moet zijn. Zij moet gewoon haar acties maken en het hockeyend laten zien. Ze heeft een vergelijkbare rol als Ellen en Naomi.’

‘Wij hebben afgesproken dat we onze telefoon in principe alleen in onze hotelkamer gebruiken’

Hoe erg is het voor de vorming van de leidersgroep dat Lidewij Welten en Kelly Jonker er vanwege hun blessure nu niet bij zijn?

Dirkse van den Heuvel: Dat is natuurlijk jammer. Ze missen nu het begin van het traject dat we zijn ingegaan. Daarom is het goed dat Caia aan de leidersgroep is toegevoegd. Ze is een goede aanvulling, want haar karakter lijkt op dat van Kelly. Het zijn allebei observerende types, die eerst nadenken voor ze iets zeggen. Zij kijken als het ware van bovenaf naar het proces en hebben daardoor soms een andere kijk op bepaalde dingen.’

Van Geffen: ‘Tijdens onze trainingsstage in Spanje is natuurlijk al bekendgemaakt wie er in de leidersgroep zouden zitten. Kelly viel al snel uit. We hebben met de leiders een groepsapp waarin we haar bijpraten, net zoals we dat nu met Lidewij doen, maar die twee moeten zich nu vooral op zichzelf richten. Ze missen inderdaad een deel van het proces, maar als ze straks terug in de selectie zijn, komt dat heus wel goed.’

Hebben jullie als leiders ook taken buiten de lijnen?

Dirkse van den Heuvel: ‘Jazeker. Al gaat het maar om het naleven van een paar simpele regeltjes. Wij hebben afgesproken dat we onze telefoon in principe alleen in onze hotelkamer gebruiken en daarbuiten niet. Tenzij we een paar vrije uurtjes hebben. Maar tijdens het ontbijt willen we geen telefoon zien. Mocht dat toch gebeuren, dan is het onze taak om daar iets van te zeggen. Als we met z’n allen aan tafel zitten, zou het toch gek zijn als iedereen de hele tijd naar zo’n schermpje zit te staren?’

Van Geffen: ‘Ik hou een beetje in de gaten of het met iedereen goed gaat. Stel dat ik een speelster zie die ik wel eens vrolijker door het leven heb zien lopen, dan pols ik even hoe het met haar gaat. Gelukkig heb ik dat nu nog niet hoeven doen.’


Wat vind jij? Praat mee...