‘Bij Rogier denkt men soms dat het allemaal is komen aanwaaien’

Rogier Hofman (30) begon zijn interlandcarrière in 2006 en speelde op de Olympische Spelen in Rio zijn 212de en allerlaatste interland. In een serie van vijf blikken we met oud-teamgenoten en -coaches terug op de carrière van de middenvelder/aanvaller van Oranje en Bloemendaal en zijn ontwikkeling als persoon. Vandaag Tim Jenniskens, teamgenoot bij Bloemendaal, boezemvriend en zakenpartner.

Jenniskens speelde 58 interlands, was reserve bij de Olympische Spelen in Londen, maar mocht de finale spelen omdat Klaas Vermeulen in de halve finale geblesseerd raakte. Samen begonnen Rogier Hofman en Tim Jenniskens (30) de stichting Sport Helpt. Nu werken ze samen aan Fanbased – een bedrijf dat sport wil verbinden met bedrijven. Deze week gaven ze samen een presentatie over topsport, waarin Hofman zei: ‘Mensen denken dat het mij allemaal is aan komen waaien, omdat ik het talent heb. Maar ik heb er hard voor getraind. Misschien komt het niet zo over bij mij, maar ik heb er veel voor moeten opgeven.’

Hofman is zo ambitieus

Jenniskens vertelt het om aan te geven hoe zelfbewust Hofman is. ‘Hij wil zo ontzettend veel bereiken, maar hij is stiekem zo kritisch naar zichzelf. Als je hem goed kent, merk je ook dat hij soms tegen anderen op kijkt. Hij vindt het zo belangrijk dat alles echt goed gedaan wordt. Rogier is diep in z’n hart een heel mooi mens en ontzettend ambitieus in alles. Ook sociaal. Hij wil er elke dag voor z’n gezin zijn. Dus is hij er soms niet bij met vrienden. Dat ik vind ik zelf weleens irritant. Zijn vrouw en kind zijn het allerbelangrijkst. Dan wil hij thuis zijn. Maar dat is ergens natuurlijk ook een hele mooie eigenschap.’

Eigenlijk is Hofman dus de ideale schoonzoon? ‘Nou, hij weet wat hij wil en moet doen. Bij die presentatie die ging over ontwikkeling en talent zegt hij ook: het is soms goed om te weten en te durven benoemen waar je niet goed in bent.’

LONDEN - Rogier Hofman, zondag tijdens de Olympische hockeywedstrijd tussen de mannen van Nederland en Duitsland (3-1). ANP KOEN SUYK

Rogier Hofman in actie tijdens de Olympische Spelen van Londen. KNHB/Koen Suyk.

De loftrompet

Het is duidelijk: de loftrompet van Jenniskens schalt hard en mooi over zijn goede vriend en zakenpartner. De stichting Sport Helpt – die ontmoetingen van ernstig zieke kinderen met hun favoriete sporters organiseert – komt uit de koker van Hofman en Jenniskens haakte aan. En eind 2014 zijn ze samen met Luit Italianer het bedrijf Fanbased gestart. En het is niet zomaar dat het duo samenwerkt.

‘Qua hockey ben ik natuurlijk vooral een harde werker,’ lacht Jenniskens. ‘Rogier is meer een momentenhockeyer. Daar vullen we elkaar in aan, net als dat we dat zakelijk doen. Hij weet donders goed wat hij wel en niet kan. Hij probeert alleen de dingen te doen die hij goed kan en zich te ontwikkelen in de dingen die hij minder goed kan. Het was zijn idee, die stichting. Toen is hij op zoek gegaan naar een partner. Hij kwam bij mij uit, want ik vul hem blijkbaar aan. Wij hebben een bepaalde klik en veel overeenkomsten. Ook bij de presentatie vullen we elkaar heel natuurlijk aan. Hij is wat rustiger ook.’

Bruiloftsspeech

Op de bruiloft van Hofman in september, net na de Olympische Spelen van Rio waar hij zijn laatste wedstrijd voor Oranje speelde, gaf Jenniskens een speech. Hij geeft graag een tipje van de sluier. ‘Ik heb hem verteld dat hij altijd klaar staat voor me en trots mag zijn op alles wat hij al voor zijn dertigste heeft bereikt. Hoe vaak maakt iemand wat bijzonders mee – een ernstig ziek kind opzoeken – en doet er daarna wat mee? Dat hij dat idee heeft doorgezet is van grote klasse. Er is in 2015 gemiddeld elke drie dagen een ziek kind bezocht, georganiseerd door Sport Helpt. En dat kwam omdat Rogier daarvoor heeft gezorgd. Dat zul je Rogier zelf niet horen zeggen, maar hoe trots kun je daar op zijn. Natuurlijk, soms was hij af en toe een beetje rebels en een beetje stoer. Maar dit vindt hij dus belangrijk.’

Geboorte

Waarschijnlijk stond het in de sterren geschreven dat Rogier Hofman en Tim Jenniskens maten voor het leven zouden worden. Beide hockeyers komen uit 1986. Hofman werd 5 september geboren. Jenniskens 23 september. ‘Wij schelen dus achttien dagen. En de eerste dag dat Rogier dus buiten de deur komt was op kraambezoek bij mij. Want onze ouders kennen elkaar van vroeger. Ze hebben dat verhaal nooit ontkend, dus wij zien dat als een mooie bevestiging. Daarna hebben we elkaar een hele tijd niet gezien. Ik voetbalde tot mijn veertiende. Daarna ben ik pas gaan hockeyen en kwamen we elkaar tegen in de jeugdselecties. En als we elkaar zagen was er meteen die klik en zochten we elkaar op.’

Jong Oranje

De twee waren kamergenoten bij Jong Oranje en het grote Oranje. Zoals speelsters Ellen Hoog en Naomi van As altijd ‘The Notebook’ moesten kijken, keken Hofman en Jenniskens veel ‘The A-team’ en sporadisch The Girl Next Door voordat er een finale gespeeld moest worden met Jong Oranje. Hun hele maatschappelijke carrière begon eigenlijk in de hotelkamer tijdens tripjes met de nationale selecties. ‘Daar hebben wij onze businessplannen geschreven voor Sport Helpt, nog voor de Olympische Spelen van Londen. Na Londen hebben we meteen alles naar NOC*NSF en sporters gestuurd. Dat waren dus eigenlijk de momenten dat je met de benen omhoog moet liggen en je rust moet pakken. Maar we hadden zoveel vrije tijd dat we genoeg tijd hadden om andere dingen te doen. Oké, we keken ook veel series samen, maar veel van onze werkzaamheden zijn uitgemond in die stichting en later ons bedrijf.’

Hij kan zich ondergeschikt maken aan groter geheel

Hofman is een stilist, een wereldhockeyer, met de versnelling in de versnelling die zo weinig mensen tot hun beschikking hebben. Maar hij werd niet het uithangbord of symbool van deze generatie. Dat heeft met zijn persoonlijkheid te maken, vindt Jenniskens. ‘Hij komt rustig en soms wat laks over. Terwijl hij juist alles met volle overgave doet. Nu ook met ons bedrijf. Hij heeft zoveel gemist door hockey, maar nu is hij als mede-eigenaar alweer onmisbaar. Hij kan zich ondergeschikt maken aan een groter geheel. En over leiderschap: wat is leiderschap? Dat je het meeste praat? Hij kan bij mij juist heel goed luisteren, terwijl ik maar door blijf ratelen. Hij is er binnen het team voor anderen. Je kunt op Rogier bouwen.’