Sander Baart: ‘Ik voel me Belg én Nederlander’

Belgische Nederlander, of Nederlandse Belg, Sander Baart is afgelopen winter getrouwd met zijn vriendin, zijn kat heet Sandrusco (Cootje voor vrienden) en hij doet graag een ‘yammetje’ met vrienden in het café. Wie verliest betaalt de rekening. Sander keert volgend seizoen terug op het oude nest: Antwerpen H1. Dat is meteen ook een familiereünie: zijn broer Jeroen is hoofdcoach van H1, zijn halfzusje Femke staat bij Antwerpen achter de bar en zijn zus Fleur en vrouw Nadine hockeyen samen in Dames 2.

Als hij niet hockeyt doet hij ‘gewoon ontspannen dingen’, vertelt Oranje-verdediger Sander Baart. ‘Lunchen met vrienden, een ‘yammetje’ doen. Ik woon in Antwerpen en yammen is een typisch Antwerps dobbelspel.’ Sander probeert het uit te leggen. ‘Het is een soort Yahtzee, met dobbelstenen die je moet gooien, en dan heb je verschillende kolommen die je dan helemaal vol moet gooien. De verliezer moet de rekening betalen.’ Is hij er goed in? Want dat is dan wel een groot voordeel natuurlijk. Sander lacht: ‘Je moet er een beetje geluk mee hebben.’

Eindhoven/Antwerpen

Sander groeide op net buiten Antwerpen. ‘Op mijn 19e ben ik naar OZ gegaan. Toen heb ik ook 3 jaar in Eindhoven gewoond. We hadden een ‘OZ-huis’ toen, met Thomas Briels, Marc Salles, en ook nog een jaartje met Bob de Voogd. Het was heel gezellig, een beetje studentenachtig.’ Lachend: ‘Niet altijd helemaal in het teken van topsport.’ Na die 3 jaar was het tijd voor iets serieuzers, stelt Baart. Hij keerde terug naar Antwerpen, waar hij eerst 2 jaar met zijn broer woonde. ‘En nu woon ik alweer 3 jaar samen met mijn vrouw, in een appartementje in Antwerpen.’

Trouwen

‘In december zijn we getrouwd. Nadine heeft project- en eventmanagement gestudeerd, dus die wilde het wel echt groots aanpakken. We zijn 1,5 jaar verloofd geweest, dus alle tijd om het goed te organiseren. Het was een supermooie dag. Om 11 uur hadden we de ceremonie in een hele mooie kerk, daarna een receptie, het avondeten gewoon met familie en toen kwamen alle vrienden voor het feest. Het was in het centrum van Antwerpen, echt een ontzettend geslaagde dag.’

‘Ik heb haar gevraagd destijds. Op vakantie in Mallorca.’ Was het een romantisch moment? ‘Jazeker’, lacht Sander. ‘Onder de sterrenhemel, met een flesje wijn, een muziekje op de achtergrond en kaarsjes. Ik had er wel werk van gemaakt.’

Sander en Nadine kregen als tieners een relatie. ‘We zijn eigenlijk samen opgegroeid op de club en kennen elkaar al vanaf ons 8e jaar denk ik. Toen ik 17 was en zij 16 kregen we een relatie.’ De tortelduifjes zijn dus al een hele lange tijd samen. ‘We hebben 2 keer een kleine break ingelast’, vertelt Sander. ‘Het is toch anders leven als je single bent. Dat zijn 2 momenten die ons allebei goed hebben gedaan. Dan begin je echt te beseffen wat je wil. Het was een goede test. We kwamen weer bij elkaar terecht, dus dan weet je dat je bij de juiste zit.’

Sandrusco

Naast met Nadine woont Sander ook samen met een kat. ‘Hij heet Sandrusco’, zegt Sander lachend. Dat heeft even uitleg nodig. ‘Ik ben nooit echt een kattenmens geweest, maar mijn vrouw wilde heel graag een kat en zeurde daar een beetje over. Dus toen zei ik uiteindelijk voor de grap: ‘Oké, maar dan mag ik de naam bedenken, en dan heet hij Sandrusco’. Ik dacht dat zij zou zeggen: ‘nou laat dan maar’. Maar ze zei: ‘oké!’. Dus toen zat ik eraan vast. Zijn volledige naam is dus Sandrusco, maar we noemen hem nu gewoon Cootje, dat ligt iets lekkerder in de mond.’

Half Belg, half Nederlander

‘Mijn moeder is Belgisch, mijn vader is een Nederlander. Ik voel me ook wel een halve Belg en een halve Nederlander. Ook mijn hockeycarrière heeft zich gedeeltelijk in België en gedeeltelijk in Nederland afgespeeld. Bij hockeyclub Antwerpen ben ik op mijn 6e begonnen, en ben ik op mijn 16e naar Heren 1 gegaan. In mijn laatste jaar daar zijn we landskampioen geworden van België. Een heel mooi moment.’

‘In de jeugd heb ik ook voor België gespeeld, maar het niveauverschil met Nederland was toen best wel groot. En ik was ambitieus, dus was Nederland de beste optie. Toen ik werd opgeroepen voor het Nederlands elftal, heb ik ook besloten om voor een Nederlandse club te gaan spelen: OZ. Zodat ik mezelf beter kon ontwikkelen als speler en me ook meer in the picture kon spelen voor het Nederlands elftal.’

Terug op het oude nest

Na de zomer keert Sander terug op het oude nest. ‘Ik heb altijd gezegd dat ik ooit terug wilde naar Antwerpen. En de Belgische competitie is nu nog niet hetzelfde niveau als in Nederland, maar wel dicht ertegenaan. Antwerpen speelt in de middenmoot, maar het zou natuurlijk super zijn om weer voor een titel te gaan. Ik word eind deze maand 28, dus ben ook wel op een leeftijd dat ik echt nog verschil kan maken. Als ik daar over 4 jaar terug zou keren zou het een stap zijn richting afbouwen. Maar ik wil juist iets toevoegen.’

‘Ik wil bij Antwerpen ook mijn leiderschapskwaliteiten ontwikkelen. Bij OZ spelen we in een supergoed team met heel veel internationals. En dat is natuurlijk anders spelen dan in een team wat je echt nodig heeft. Ik ben wel toe aan die nieuwe uitdaging: de kar trekken. Op het veld ben ik ook wel iemand die het team op sleeptouw kan nemen.’

Familiereünie

Sander treft volgend jaar bij hockeyclub Antwerpen zijn broer, tweelingzus, halfzusje en zijn vrouw. Een heuse familiereünie dus. ‘Eigenlijk wel ja’, lacht Sander. ‘We zijn bijna allemaal zo’n beetje opgegroeid op de club. Mijn vader heeft ook heel veel voor de club gedaan vroeger. Heeft ook in het bestuur gezeten. Het weekend stond altijd in het teken van hockey.’

Zijn tweelingzus Liselotte heeft in Dames 1 van Antwerpen gespeeld, vertelt Sander. ‘Nu speelt ze in Dames 2, samen met mijn vrouw. Die hebben altijd samen in een team gezeten. Zo heb ik Nadine destijds ook ontmoet.’ Sander heeft daarnaast ook een halfzusje, Femke. ‘Mijn moeder is opnieuw getrouwd. Femke is 18 en die zie ik iets minder. Ze heeft in haar jeugd eigenlijk niks met hockey gedaan, maar ze werkt sinds kort achter de bar op de club. Dus ik zal haar ook wel vaker gaan zien volgend jaar.’

Broer als coach

Het allermeest zal Sander echter te maken krijgen met zijn broer Jeroen: hij is hoofdcoach van Antwerpen Heren 1, en Sander gaat dus onder hem hockeyen. Maar… luistert Sander wel naar zijn broer? ‘Jeroen is vorig jaar ook assistent geweest van Michel van den Heuvel bij OZ’, vertelt hij. ‘Het was inderdaad wel even spannend hoe dat zou gaan. In het begin moest ik me soms even inhouden, als hij bijvoorbeeld commentaar had op iets, dat ik dan niet reageerde als broer. Maar dat ging eigenlijk vrij snel goed. Nu zie ik hem op het veld niet als mijn broer, maar gewoon als trainer. En Jeroen weet echt veel van hockey, dat scheelt ook. Hij zegt geen domme dingen.’

3 studies geprobeerd

Voorlopig is hockey alles waar Sander zich op wil richten. ‘Qua school is het bij mij ietsje minder geweest. Ik heb wel studies geprobeerd. Podotherapie heb ik een jaar gedaan, en ik heb studies aan de Johan Cruijff University en Noteboom geprobeerd. Ik ben met alle 3 gestopt, omdat het niet leuk genoeg vond en ook moeilijk te combineren met hockey. Ik had er ook weinig doorzettingsvermogen voor. Ik wil echt alles uit mijn hockeycarrière halen. Ik merkte dat als ik dan wel vol voor mijn studie ging, dat het dan ten koste van mijn hockey ging.’

‘Ik ben nu verantwoordelijk voor de hockeyacademie van OZ. Dat is op woensdagmiddag. Dan komen de talenten van de regio, van allerlei clubs, naar OZ. Daar regel ik de trainers voor en ik maak de oefeningen. Ik vind het leuk om te doen. Het zijn enthousiaste, talentvolle kinderen. Misschien dat er wel een toekomst voor me ligt in het coachen en training geven. Ik weet het nog niet precies, wat ik na mijn hockeycarrière wil doen. Ik hoop nog wel een paar jaar door te kunnen gaan ieder geval.’

Chicago Bulls

Naast hockey is er 1 andere sport die Sander echt interessant vindt: basketbal. ‘Ik volg de NBA graag. Chicago Bulls is mijn team. Hun uitstraling vind ik gewoon mooi, vroeger met Michael Jordan. Ik ben nog nooit in Amerika geweest, maar het staat zeker op mijn lijstje om daar een keer heen te gaan en een wedstrijd te zien. Het is een hele explosieve sport, dat maakt het leuk om naar te kijken.’ Kan hij het zelf ook een beetje? ‘Ik heb het nog niet zo vaak gedaan.’ Lachend: ‘En ik ben ook niet heel groot, dus het is niet echt een sport die voor mij weggelegd is. Hockey ligt me net wat beter.’


Wat vind jij? Praat mee...