Sander de Wijn: ‘Mijn zieke opa heeft veel indruk op me gemaakt’

Sander de Wijn is de volgende in de rubriek ‘Zonder bal en stick’, waarin internationals openlijk vertellen over hun leven buiten de lijnen. Wist je bijvoorbeeld dat Sander al sinds zijn jeugd bevriend is met Robbert Kemperman? Samen werden ze Europees Kampioen met Nederlands Jongens B, onder toeziend oog van Sanders zieke opa.

Sander is nog maar 10 jaar als hij een verschrikkelijk bericht te horen krijgt. Zijn ouders gaan scheiden. ‘Thuis op de bank kwam de mededeling. Als klein kind stort op dat moment je wereld in. Je begrijpt er alleen nog niet zoveel van…’

Sander gaat bij zijn moeder wonen in Cuijk, zijn vader verhuist naar Apeldoorn. ‘Het was een hele moeilijke tijd. Vooral ook toen ik wat ouder werd. Ik werd puberaler, kreeg een eigen mening. Er was thuis wel eens strijd. Ik ben enig kind, dus ik was de man in huis, tussen aanhalingstekens dan. Achteraf ben ik zeker niet trots op bepaalde dingen die ik heb gedaan. Maar het heeft er wel voor gezorgd dat ik heel close met mijn moeder ben, omdat we samen veel meegemaakt hebben.’

Moeder

Vraag Sander naar zijn moeder en hij begint te stralen. ‘Ik heb heel veel respect voor haar. Zij heeft altijd voor me klaargestaan. Ze heeft me altijd gebracht, gehaald, noem maar op. Daar heb ik heel veel bewondering voor.’

Tig verhalen over zijn moeder kan Sander uit zijn mouw schudden. Een leuke vindt hij zelf: ‘Toen ik 16 was, speelde ik in Heren 1 van Union. Ik moest maar liefst 15 kilometer naar de club fietsen, dus meestal bracht mijn moeder me. Op een dag had ze een leuke verrassing voor me. Ze had een 45 kilometerwagentje aangeschaft. Kon ik zelf naar de club rijden. Hartstikke lief van haar. Al was het natuurlijk ook een beetje uit eigenbelang, want dan hoefde ze me niet meer op te halen, haha.’

Niet naar Den Bosch

Niet alleen zijn moeder, maar ook zijn vader heeft een belangrijke invloed op Sanders hockeycarrière gehad. ‘Toen ik een jaar of 15 was, kreeg ik de kans om van Union naar Den Bosch te gaan. Daar had ik wel oren naar. Mijn vader zag het echter niet zitten.’

‘Hij zei: je maakt eerst je middelbare school af, en als je gaat studeren in een andere stad, is dat een mooi moment om naar een andere club te gaan. Loyaliteit is erg belangrijk, heb ik van huis uit meegekregen. Dat is ook 1 van de redenen dat ik nu nog steeds bij Kampong speel en dat ik een nieuw contract voor 4 seizoenen heb getekend.’

Vriendschap met Kemperman

Wie wel op 15-jarige leeftijd naar Den Bosch gaat, is Sanders jeugdvriend Robbert Kemperman. De 2 kennen elkaar al jaren. ‘Ik was 9 toen er bij Union een klein jongetje rondliep dat héél erg op mij leek. Hij droeg een veel te groot shirt en had hetzelfde bloempotkapsel als ik, haha. We hadden gelijk een klik. We waren bijna onafscheidelijk. Sindsdien zijn we altijd goede vrienden gebleven. Robbert is iemand op wie ik kan bouwen, iemand die ik kan vertrouwen. Dat is me heel veel waard.’

IMG_2248

Na het vertrek van Robbert bij Union is Sander hem zeker niet uit het oog verloren. Sterker nog, hun wegen kruisen elkaar telkens weer. Eerst bij de jeugdelftallen van Oranje, daarna bij het grote Oranje en later ook bij Kampong Heren 1. ‘Dat is heel bijzonder. Ik vind het ook fijn om Robbert in mijn team te hebben. Er is geen enkele speler met wie ik in het veld een betere klik heb dan hij. We kunnen elkaar blindelings vinden, ik weet precies wat ie gaat doen.’

Opa bij het EK

Sander heeft met Robbert op de Olympische Spelen, het WK en het EK gespeeld, maar ook in de B-jeugd van Oranje beleeft hij al een sportief hoogtepunt met hem. De 2 jonkies kronen zich in Dublin tot Europees kampioen, onder toeziend oog van een wel héél bijzondere toeschouwer. ‘Mijn opa was er. Hij was toen al lange tijd ziek. Hij heeft zijn krachten verzameld om in Dublin aanwezig te zijn en ons Europees kampioen te zien worden. Dat heeft erg veel indruk op me gemaakt. Het bracht emotie bij me los in de vorm van tranen. Een half jaar later is mijn opa overleden.’

IMG_7121

Studentenvereniging

Een paar jaar na het EK maakt de dan 18-jarige Sander de overstap van Union naar Kampong. In Utrecht gaat hij Commerciële Economie studeren. ‘Ik ben ook lid van een studentenvereniging geworden. Ik ging in een nieuwe stad wonen en wilde mensen leren kennen buiten het hockey om. Ik heb er veel vrienden aan over gehouden. Tijdens een ontgroening maak je dingen met elkaar mee die je de rest van je leven niet vergeet. Wat allemaal? Haha, dat kan ik maar beter niet zeggen.’

‘Gelukkig heb ik nog steeds contact met die jongens. Toen Oranje eind vorig jaar in India zat en ik van de bondscoach rust kreeg, ben ik met een aantal van die gasten naar Kopenhagen gegaan. Dat soort momenten zijn schaars voor me. Zo heb ik vorig jaar vanwege het Nederlands elftal mijn lustrumreis moeten laten schieten. Het zijn aardig wat opofferingen die je doet.’

Studie Bedrijfskunde

Na 1 jaar Commerciële Economie stopt Sander met zijn studie. Meteen begint hij aan een nieuwe opleiding, die beter bij hem past: Bedrijfskunde. ‘Ik volg die studie nu bij een particuliere instelling, die mij zo goed mogelijk van dienst kan zijn. Ik heb al 2 jaar geen college meer gevolgd; ik loop mijn vakken 1 op 1 met een docent door. Maar na de trainingstage van Oranje in januari ben ik er tijdelijk mee gestopt…’

‘In verband met Rio wil ik mijn studie pas na de Olympische Spelen weer oppakken. Hopelijk ben ik dan in augustus 2017 afgestudeerd. Althans, voor mijn HBO dan. Het is mijn doel om daarna nog iets universitairs te gaan doen. Ik weet alleen nog niet wat. Niet dat ik er niet mee bezig ben, maar Rio is nu gewoon even belangrijker. First things first.


Wat vind jij? Praat mee...