Stephan Veen: ‘Wereldwijd weer leidend worden in jeugd opleiden’

Nederland moet wereldwijd weer leidend worden in jeugd opleiden. Dat is de missie van het Bondsbestuur en Stephan Veen, bestuurslid Tophockey Heren van de KNHB, in het bijzonder. ‘Onze basisvaardigheden moeten naar een hoger niveau, de weerbaarheid omhoog en spelers moeten meer in bijdrage aan het teambelang denken. Als dat op orde is, kunnen we pas excelleren met onze creativiteit.’

Na zijn imposante actieve carrière als hockeyer, nam Stephan Veen tien jaar lang even helemaal afstand van het hockey. De gouden medaille van Sydney 2000 verdween samen met de stick in de kast. ‘Ik was even helemaal klaar met hockey.’ Pas toen zijn twee kinderen hun eerste stappen op de hockeyvelden zetten, keerde Veen terug. Ambitieus, vol passie en overgave. Eigenschappen die hem als teamspeler zo kenmerkten.

Foto: Koen Suyk/KNHB

Tegenwoordig is de geboren Groninger (46) weer volop actief in het hockey. Als coach van Schaerweijde JC1 schiet hij aan het einde van deze vrijdagmiddag in zijn trainingspak. ‘Een jongen uit ons team was ziek en kon daardoor deze week niet trainen. Ik ga straks in de zaal even een uurtje met hem wat passen en stoppen in de zaal voor zijn zelfvertrouwen. Leuk.’

‘We moeten vernieuwen, op zoek gaan naar een nieuwe werkwijze’

Veen is nog steeds een liefhebber. Hij wil de Nederlandse jeugdopleiding over de volle breedte naar een hoger plan tillen. Dat doet hij niet alleen, benadrukt Veen keer op keer tijdens het gesprek. Maar sinds hij aantrad als bestuurslid Tophockey Heren is Veen wel de initiator en animator geweest. Ze hebben daartoe diverse andere (team)sporten en een veelheid aan ervaringsdeskundigen gesproken. Het twintig pagina’s tellende plan met de titel ‘succes begint bij jezelf en maken we samen!’ is nu gereed en wordt uitgevoerd. Dat is hard nodig, betoogt Veen. ‘We zijn als Nederland niet meer leidend in de wereld met de jeugdopleiding. Ondanks dat er ook veel goed werk is verzet in de afgelopen jaren moeten we vernieuwen en op zoek gaan naar een nieuwe werkwijze om dat weer te worden. Hockey is internationaal veel veranderd. Ja, ook in de damesjeugdlijn, waar we nog wel die leidende positie hebben gehad de afgelopen jaren, is het van belang dat we vernieuwen. Met ‘we’ bedoel ik dan niet alleen de bond, maar ook de samenwerking met de clubs.’

‘Het spel van Nederland staat voor snel, creatief en aanvallend hockey met een solide defensieve basis’, vervolgt Veen. ‘Om te kunnen excelleren in creativiteit moeten eerst andere zaken als bijvoorbeeld de basisvaardigheden, de organisatie en mentaliteit op orde zijn. Op diverse vlakken schort het daar op dit moment aan.’

Andere landen vullen het begrip ’teamsport’ beter in

Veen vindt bijvoorbeeld dat andere landen het begrip ‘teamsport’ beter invullen. ‘Onze maatschappij wordt steeds individualistischer. Dat zie ik terug op het veld. Bij alles vragen spelers zich af: ‘what’s in it for me?’ In plaats van: wat is mijn bijdrage aan het team? Wat moet ik doen om het team beter te maken? Daar draait het echt om bij teamsport. Dat gedrag moeten we spelers weer aanleren.’

‘Dat vraagt een andere benadering van coaches en trainers. Er is veel aandacht gegaan naar de mid-mid, de spits, de sterren van het team. Het gaat erom dat ook de rechtsachter de waardering krijgt die hij verdient of de middenvelder die goed de ruimtes ziet. Maak ook zo’n speler belangrijk, geef vertrouwen en maak duidelijk wat hij voor het team betekent. Geef hem of haar verantwoordelijkheid. Dat is ook wat mijn collega-bestuurder Mijntje Donners in haar interview bedoelde. Spelers moeten zelfredzamer worden, állemaal hun verantwoordelijkheid nemen. Het draait niet om die één of twee leiders in het team. Iedereen is belangrijk en moet zijn bijdrage aan het team leveren.’

Veen begrijpt dat een dergelijke mentaliteitsverandering, zeker tegen de tijdsgeest in, allesbehalve eenvoudig is. ‘Maar als je het niet probeert, lukt het sowieso niet. Hockey is in Nederland topsport, wij willen kampioen worden. Dan moet je veeleisend zijn. Ik ben ervan overtuigd dat wij die mentaliteitsverandering kunnen realiseren. Daar moeten we jong mee beginnen en het over de volle breedte bij de clubs implementeren.’

‘De invloed van de clubs op de toptalenten is veel groter dan van de KNHB’

Voor de uitvoering en specifiekere invulling van het plan is Joost van Geel, sinds 1 december vorig jaar aangesteld als prestatiemanager voor de hele jeugdlijn bij de KNHB. Veen: ‘Joost heeft veel ervaring op het gebied van (prestatie/team) gedrag en gaat samen met de technische staf bij de KNHB niet alleen onze bondstrainers verder opleiden, maar ook de clubs hierin ondersteunen. Wij trainen als KNHB de toptalenten maar één keer in de week, de andere dagen trainen ze bij de club. De invloed van clubs is dus vele malen groter. Als KNHB scheppen wij het kader en gaan we op zoek naar de manier om de kennis en informatie meer en beter te delen met de clubs. Alle (jeugd) bondscoaches gaan we hier ook aankomende periode intensief bij betrekken.’

Behalve een mentaliteitsverandering is volgens Veen meer nodig om Nederland terug te brengen naar de absolute wereldtop. ‘Onze basisvaardigheden moeten dus beter. We zeggen altijd wel dat we een technisch land zijn, maar we lopen achter als het gaat om vrijlopen, ruimtes lezen en passen. Ook in volle sprint moet dat bijna altijd foutloos zijn. Bij sommige clubs is hier wel goed aandacht voor, maar over de hele lijn is het ondermaats.’ In die aanpak gaat Joost van Geel meer een rode draad aanbrengen.

Mink van der Weerden legt de strafcorner, zijn specialisme, uit bij clubs. Foto: Koen Suyk

Specialistische trainingen wordt ook een speerpunt in de jeugdopleidingen. Veen: ‘Wij betrekken nu al specialisten, bij voorkeur (oud-)Oranje-spelers, bij de jeugdopleidingen. Mink van der Weerden (strafcornerspecialist bij Oranje, red.) gaat al langs de clubs met een uitleg over de cornersleep. Ook Billy Bakker en Mirco Pruyser (aanvallers van Oranje Heren, red.) willen jeugdige aanvallers trainen. En verdedigers moeten specifieke aandacht krijgen. In het huidige hockey heb je specialisten nodig op alle posities. Dat betekent ook dat we in het selecteren van spelers beter naar de specifieke kwaliteiten van spelers moeten kijken. We zijn geneigd vooral de technisch vaardige spelers te selecteren. Maar voor veel posities zijn andere kwaliteiten belangrijker. We kijken daarbij kritisch naar onze opleidingsboom en de opzet van de jeugdcompetitie.’

‘We hebben nog steeds geweldige en creatieve hockeyers’

Het is duidelijk: de ambities van de KNHB en Veen zijn groot en de gewenste veranderingen omvangrijk. Veen: ‘We realiseren ons dat het jaren gaat duren voordat we het hele plan kunnen realiseren en we hopelijk weer leidend zijn in de wereld. Maar de eerste stappen zijn gezet en het gaat geen jaren duren voordat de eerste resultaten zichtbaar worden. Er is nu extra budget en breed draagvlak. Het betekent overigens niet dat we de komende jaren met de Nederlandse teams geen titels kunnen pakken. We hebben nog steeds geweldige en creatieve hockeyers. Daarom is het ook zo vreselijk belangrijk om die basis goed op orde te krijgen. Want dan is onze creativiteit de kers op de taart.’

Hockeycongres

Prestatiemanager Joost van Geel geeft zaterdag 28 januari op het Nationaal Hockeycongres 2017 voor verenigingsbestuurders een presentatie over het nieuwe beleidsplan.


3 Reacties

  1. Topkeepertje

    Ja , wat moet ik hier nou over zeggen . Het nieuwe Jeugdplan zat onder de vleugels van Erik Cornelissen en nu lees ik Stefan Veen . Ik begrijp niet dat Stefan naast zijn drukke baan als directeur van de RaboBank Bedrijven en zijn gezin en de functie Topsport bij de KNHB daar tijd voor heeft gehad . Zo' n beetje hetzelfde vind ik van de functie van Joost van Geel , als je die goed wil invullen is 24 uur per dag nog te weinig . M.I. moeten er veel meer capabele mensen bij betrokken worden . Als je als trainer/coach van een Hoofdklasse team alles goed wil doen en de lijntjes goed in je handen wilt hebben ben je daar al druk genoeg mee maar bij de KNHB moet één persoon het doen . ONMOGELIJK !!!!!!! Het grote probleem van het huidige Hockey in Nederland is m.i. : teveel buitenlandse spelers , de meeste Jeugdtrainers hebben geen diploma en kunnen niet coachen , en bij de Oranje team is TE LAAT verjongd . VENI - VEDI - VICI Stefan en veel succes .

  2. kasparstevens

    Welke club heeft al aandacht in de jeugd voor: - core body strength - backhand vanuit rechter en linkervoet - short handed slaan - Afronden altijd ' within the frame' - in de cirkel 'stick to ball' - push/scoop vanuit de linkerhand wrik - slaan en flarden met balans in de rechtervoet - uit de loop slaan met een kruispas - aanbieden achter de backhand - 70%+ aanval over rechts , en waarom - SC vanuit links en rechts ... en waarom - waarom spelen we 50-60% press, en waarom full-press - zone en mandekking - etc Dingen die in de C-jeugd, in de basis, allemaal al zouden kunnen, maar ook in vertegenwoordigende teams blijkbaar nog lang niet iedereen bereikt heeft. In met name GB en AUS lijkt hier veel nadrukkelijker aandacht voor te zijn

    1. Topkeepertje

      Nu we het toch over termen hebben hou ik het zelf liever eenvoudig : fourhand wegdraaien - kaatsen - en het spelletje zonder bal - aanvallend en verdedigend linie over linie (m.i. DE BASIS VAN HET MODERNE HOCKEY) . En bij de C - jeugd hoef je met jou Engelse termen niet aan te komen : HOU HET SIMPEL en laat de kinderen genieten .


Wat vind jij? Praat mee...