De Champions Trophy een tentamen voor Oranje, volgens Caldas

In de voorbereiding op de Champions Trophy rent bondscoach Max Caldas vier keer per week een rondje. Regelmatig in het Amsterdamse Bos. Het is elke keer een ander rondje, anders wordt hij gek. Caldas heeft het nodig, om zijn fitheid en focus te bewaren voor zijn vak. Want hij moet – vindt hij – altijd áán staan. ‘Tot de dag dat ik hiermee stop.’

Wanneer die telefoon eens uit gaat, waar hij altijd mee aan het appen is met zijn begeleiding en spelers? ‘Als ik ga slapen’, zegt Caldas serieus na een loodzware training in het Wagener Stadion. Op het kunstgras: heftige partijtjes in moordend tempo, op een half veld. Daarna sprintjes. Als het hele team na zoveel aanslagen op het lichaam op de grond ligt, is er maar een speler die alweer opstaat en wegloopt. Talent Thijs van Dam (21), van Rotterdam.

Als performance coach Auke Klarenbeek langs loopt vraagt Caldas hoe zwaar de belasting een paar uur later bij de training mag zijn. De bondscoach wil altijd áán staan. Daarom is dit vak ook uitdagend en geschikt voor hem, zegt hij. Er gebeurt altijd wel iets als bondscoach, dat zijn aandacht opeist. Een paar uur eerder nog. Hij stond om 8:05 voor de deur van het Wagener Stadion. De sleutel van het stadion kwam pas om half tien.

De Oranje Heren in het Wagener Stadion op de training, ter voorbereiding op de Champions Trophy. Foto: Willem Vernes

‘Elke dag vraagt iets anders en daar hou ik van’

Als je op hockeyclub Amsterdam vanaf de parkeerplaats het witte hek passeert terwijl het Nederlands elftal traint, hoor je de stem van Caldas al over het veld galmen in het stadion. Terwijl zijn assistenten Taco van den Honert en Graham Reid veel individueel coachen, is Caldas in de partijtjes de volksmenner, de dompteur van zijn manschappen, die ze naar grotere hoogtes wil stuwen.

‘Mijn harde stem: dat is hoe ik training kan geven, maar ik doe het ook weleens op een andere manier. Ik maak contact met de spelers. Ons vak is zo divers. Elke dag vraagt iets anders van je. Het leukste is dat ik mezelf kan zijn’, legt Caldas uit. ‘Het vak is coach en trainer en manager zijn. Je bent van alles. Als de functie het vraagt, ben ik op het veld de trainer. Tussendoor ben ik met de hockeybond aan het bellen, of is er iets anders dat je aandacht vraagt. Elke dag vraagt iets anders en daar hou ik van. Ik sta altijd áán en ik denk daarbij ook veel aan de lange termijn. De keuzes die ik nu maak zijn voor de Champions Trophy, maar ook voor het WK, de Olympische Spelen en daarna.’

Als hij altijd aan staat als bondscoach, hoe doet hij dat dan thuis, met z’n vier kinderen? ‘Dan sta ik áán als vader. Ik wil ook een bijdrage leveren aan mijn gezin, hoe moe je ook bent. Dat is belangrijk. Ik ben niet meer de enige vader, we hebben er ondertussen vier in de selectie.’

Bondscoach Max Caldas spoort Oranje aan tijdens de training. Foto: Willem Vernes

Vier vaders in de selectie

Caldas doelt op Jeroen Hertzberger (1986), die hij weer bij de selectie heeft gehaald, na meer dan anderhalf jaar afwezigheid. Vorig jaar was het Sander Baart die vader werd. Onlangs werden aanvoerders Billy Bakker en Mink van der Weerden vader. Deze spelers komen allemaal uit 1988. Een generatie die twee keer met elkaar het EK won en voor wie de jacht naar goud op een WK of Olympische Spelen eindig moet voelen. De Champions Trophy in Breda is de laatste serieuze halte voordat in november het WK in India begint. De voorbereiding is kort, maar heftig.

Hoe staat het nu met de voorbereiding?

‘Sinds vorige week dinsdag zijn we compleet en zijn de verplichtingen met de clubs voorbij. In de tussentijd zijn we blijven trainen met een kleine groep. Afgelopen week was de meest intense week, waarin we op 110 procent qua fysieke richtlijnen trainden. Deze week gaat die intensiteit weer naar honderd procent. Volgende week begint het toernooi.’

Jullie spelen veel partijtjes op de training? Wat is het idee daarachter?

‘Er zitten allemaal regels in, om ervoor te zorgen dat we nog aanvallender kunnen hockeyen. De regels zijn bedoeld om skills- en spelconcepten te combineren onder weerstand, waar spelers telkens weer keuzen moeten maken. Wij brengen de spelers in een chaotische situatie, waarbij ze de goede keuze moeten maken, voordat ze de bal hebben. Wij doen dit bewust in spelvorm. Wij willen de skills verbeteren met weerstand. Want techniek is belangrijk, maar het gaat om de skills. Wij willen keuzes maken voordat je de bal hebt, zodat we beter kunnen spelen. Het skillniveau is belangrijk. Dat zijn de keuzemomenten, gekoppeld aan de juiste techniek. Al onze spelvormen zijn gericht op een thema. Wij hebben hier ook overleg over met de spelers. Zij zijn hier ook bij betrokken.’

Sprintjes na de training. Foto: Willem Vernes

Heb je genoeg voorbereidingstijd voor de Champions Trophy?

‘Het is een hele korte, challenging voorbereiding voor de Champions Trophy. Die voor het WK wordt nog ingewikkelder. Met de clubs proberen we zo goed als mogelijk afspraken te maken. Wij hebben een competitie waar het belangrijk is dat spelers goed zijn bij de clubs. Maar dat geeft ons weinig ruimte om slecht te kiezen tijdens de voorbereiding.’

Hoe is de balans nu tussen hockey, werk en studie? Wat geven de internationals zelf aan?

‘Wij monitoren alles. GPS. Hartslag, voeding, herstel, slaap, mentaal. Ook als ze bij de clubs trainen. Wij willen spelers eigenaarschap maken over hun eigen prestaties. Dat is moeilijk. Vroeger moesten wij altijd wachten om te zien hoe onze internationals erbij stonden, als ze terugkwamen van de clubs. Omdat we nu meer monitoren weten we beter hoe het ervoor staat. Maar je hebt soms lastige situaties te managen want de belangen zijn anders. Terwijl wij denken dat het gaat om de spelers om de beste manier voor beide omgevingen, club en land, te kunnen voorbereiden.’

Maar er is meer ruimte voor werk en studie naast hockey?

‘Ja, dat is een bewuste keuze. Vino (Sander de Wijn, red.) is nu een jaar aan het afstuderen. Hij speelt bij Kampong en moet daarnaast topfit blijven. Jorrit Croon gaat straks weer studeren. Voor elke international is het weer anders. Het mes moet wel aan beide kanten snijden. Vorige week had Thijs van Dam bijvoorbeeld een tentamen, tijdens de eerste training in de voorbereiding. Dan maakt hij gewoon dat tentamen. Daar geven we nu ruimte voor. Want de komende jaren zullen de wedstrijden en de verplichtingen met bakken uit de hemel komen vallen, met de Pro Hockey League. Dat proberen we nu al in kaart te brengen voor 2019.’ 

Pirmin Blaak in actie op de training. Foto: Willem Vernes

Iets heel anders? Heb je naar aanleiding van de playoff-finales gekeken of je keeper Jan de Wijkerslooth van Amsterdam niet wil laten meetrainen. Hij liet zien dat hij er op hoog niveau kan staan.

‘We hebben zeker naar Jan gekeken. Hij heeft het goed gedaan. Wij vinden in het algemeen dat er weinig Nederlandse keepers op niveau zitten. De kloof tussen Pirmin Blaak, Sam van der Ven en de rest is groot. Maurits Visser komt eraan, Berend van Eldonk zit nu even niet bij de trainingsgroep, omdat hij cum laude kan afstuderen. Maar verder kijken we naar heel veel keepers.’ 

Waarom trainen en slapen jullie nu in het Wagener Stadion en Spa Zuiver, in plaats van Papendal?

‘Af en toe is het goed om dingen te veranderen. In dit geval heb je een korte voorbereiding en kwamen we met de hockeybond al snel tot het Wagener. Maar als we een langere voorbereiding hebben gaan we eerder richting Papendal.’

Er is ook een Oranje B team, dat ook blijft trainen?

‘Daar hockeyen de spelers die niet in de toernooiselectie zitten. Hoofdklassespelers en talenten. Die trainen met elkaar en spelen nu wedstrijden tegen landen. Die wedstrijden coach ik. Ik kan dan zien wie zich het snelst aanpast aan het niveau.’

Bespreking tijdens de training in het Wagener Stadion. Foto: Willem Vernes

Wat verwacht je van de Champions Trophy?

‘Het is een tentamen. Een examenperiode. Wij gaan nu die periode in. Wij willen kijken hoe ver we zijn ten opzichte van het WK. Het is een testcase voor het WK. Waar moeten we nog aan werken? We spelen alleen wél om te winnen. De Champions Trophy is een toernooi met heel veel prestige. We willen de lijn van de goede zomer vorig jaar wel doortrekken. We beginnen in ieder geval met een prachtige dubbel (Argentinië op zaterdag en België op zondag, red.). Daarmee vallen we in het weekend met de neus de boter.’

Hoe moeilijk was het om te besluiten dat Billy Bakker en Mink van der Weerden, twee van de drie captains, niet mee gingen doen

‘Dat was voor ons geen enkele discussie. Daar hebben we in januari al uitgebreid met elkaar en met Billy en Mink over gehad. De groep die Oranje heet bestaat uit 28 man en daarvan gaan er elke keer achttien mee naar een toernooi. Het teamproces gaat gewoon door. Onze groep is sterk genoeg om zo door te gaan.’

Iedereen die je spreekt over de Champions Trophy, vindt het erg dat het toernooi verdwijnt, maar in 2016 deed Nederland niet eens mee?

‘Daar was toen voor ons, met de hoofdklassecompetitie, geen enkele ruimte voor. Het zou eerst in Argentinië plaatsvinden. Toen werd het verplaatst naar Londen. Dan hadden we dat toernooi moeten spelen, zonder enkele keer getraind te hebben en dat konden we ons in de voorbereiding op de Olympische Spelen van Rio echt niet permitteren.’

Waar moet de zilveren trofee van de trofee heen na de laatste editie?

‘Het mag belanden bij het team dat wint. Of de echte trofee moet terug naar Pakistan, waar het ooit begonnen is. Dan kan het land dat wint een replica krijgen.’

 

 


Wat vind jij? Praat mee...