Jelle Galema: ‘Ik ben geen stereotype hockeyer’

Jelle is de volgende in de rubriek ‘Zonder bal en stick’, waarin de Oranje Heren en Dames openlijk vertellen over hun leven buiten de lijnen. We kennen Jelle vooral op het veld en van tv. Maar wie schuilt er achter die fanatieke aanvaller van Oranje Zwart en Oranje? Jelle vertelt...

Van euforie naar nachtmerrie

‘Vanaf het moment dat je in jeugdselecties zit, droom je van het Nederlands Elftal. Dan heb je dat gehaald en dan staat er een WK in eigen huis voor de deur. Ik dacht dat het nog een stap te ver voor mij was. Dan zie je op social media de contouren van zo’n stadion en ga je denken: ‘Waarom zou ik daar niet kunnen staan?’

‘Dan hoor je het: jij mag dat WK in eigen land spelen, voor vijftienduizend mensen. Ik schoot alle hoeken in qua emoties. Dat is waar ik het allemaal voor doe en veel dingen voor heb laten schieten. Ik wist van gekkigheid niet wat ik moest doen.’

‘Het WK was echt een onwijs mooie ervaring. Een schitterend toernooi, op één wedstrijd na. Ik had het oprecht niet in de gaten meteen na de wedstrijd. Ik dacht dat ik in een nachtmerrie zat. Ik stond op het veld en ik had mezelf echt weg willen knippen. ‘Dit hoorde niet bij dit toernooi, we zouden gaan winnen.’

‘Daarna gaat alles zo snel. Gelukkig was het WK Voetbal aan de gang. Mijn vrienden, familie en m’n vriendinnetje (Sian Keil: Den Bosch D1 en Jong Oranje, red) namen me gauw weer mee naar andere leuke dingen: voetbal kijken, op vakantie. Dan zijn er zoveel lieve mensen om je heen.”

Trots

‘De laatste vier jaar heb ik twee mondiale toernooien gespeeld en in één finale gestaan. Alleen… we zijn Nederland en dan ga je maar voor één ding… dat is niet zilver. Het was mijn eerste echte mondiale toernooi. Daar heb ik veel positieve reacties op gekregen, dus dat was wel gaaf. In die zin gaf me dat veel positieve energie en een boost om echt door te gaan, in het besef dat ik er echt nog niet ben.’

‘De kampioenschappen met Oranje Zwart… dat is waar ik het allemaal voor doe. Ik sta niet op het veld voor ‘net niet’. Ik sta er om te winnen. Ik zal niet vergeten dat we voor het eerst sinds tijden landskampioen werden en dat zoveel vreugde bracht bij mensen die je totaal niet kent. Voor jezelf ren je die vieze meters en sta je te trainen in de regen. Dan besef je: dit zijn de momenten waar je het voor doet.’

‘Of de tegenstander nou Duitsland of Ierland heet, ik ben iemand die op het randje speelt en altijd volle bak er invliegt. Met het mes tussen de tanden. En af en toe net over de grens. Dat zijn mijn waarden. Mijn identiteit. En daar ben ik trots op.’

‘Daarin hoop ik ook andere mensen mee te nemen. Niet iedereen in het team moet dat hebben, want dan mis je andere kwaliteiten. Met elf pitbulls op het veld ga je de oorlog niet winnen. Maar met elf lieve, technische jongens op het veld red je het ook niet.’

Voetbal

‘Mijn vrienden komen uit de voetbalwereld. Met hockey hebben ze weinig affiniteit. Ze zijn allemaal zeer geïnteresseerd in mij, maar verder geven ze er niet zoveel om. Dat vind ik ook prettig.’

‘Ik vind de hockeywereld onwijs mooi, maar ik ben geen stereotype hockeyer. Het is niet voor niks dat een groot deel van mijn vriendjes voetballer is. Mijn grootste favoriet is Zlatan Ibrahimovic. In alles; hoe hij in de media is, wat hij doet en laat. Hij heeft een onwijs grote mond maar hij maakt het wel altijd waar. Daar kan je hem dus niet op afrekenen.’

‘Mijn ouders hebben me vrij gelaten in alles wat ik wilde. Ik ben op hockey gegaan, omdat ik op hockey wilde. En niet omdat m’n pa of m’n ma er zat. Tuurlijk helpt het als je van jongs af aan op de hockey rondloopt. Dus terwijl al m’n vriendjes gingen voetballen, bleef ik vasthouden aan dat stickie.’

Sociaal leven

‘Ik heb veel behoefte aan sociale activiteiten. Daarvoor moet je ruimte maken in je agenda. Als je zo gefocust bent op hockey, is afleiding juist belangrijk: zeven dagen in de week 24 uur per dag aan hockey denken is ook niet gezond.’

‘Ik kies m’n momenten. Ik ben heel erg van het ontladen om daarna weer maximaal te kunnen opladen. Niet een heel jaar lang pieken. Soms moet even het gas terug om vervolgens weer door te knallen.’

‘Met m’n vriendinnetje ben ik vier dagen in Knokke geweest en met een goede vriend een week in Spanje. Wat ik daar doe? Ik trap liever een balletje dan dat ik lees. Ik vind het heerlijk om dingen te doen die ik normaal niet doe: lekker voetballen, lekker zwemmen, lekker terrasje, lekker golfen. De dagen met mijn vrienden en vriendin zijn erg waardevol voor me geweest en precies de reden dat ik soms behoefte heb aan vakantie.’

Leven na Rio

‘Na de Spelen pak ik mijn studie Sport & Economie weer op. Op dit moment telt voor mij maar één ding en dat is hockey. Maar daarna… ik zal de balans moeten vinden tussen een maatschappelijke carrière en hockey. Ik wil die studie gewoon afmaken. Ik heb wel het voordeel dat er deuren geopend worden die voor anderen gesloten blijven. Zo heb ik stage gelopen op de marketingafdeling van PSV. Maar er zijn echt zoveel mensen die me niet kennen. Dan zal ik toch echt aan de bak moeten.’

Samenwonen?

‘Afgelopen jaar had ik een Spaanse huisgenoot, maar hij is verhuisd naar België. Samenwonen? Alsjeblieft. Ik heb een heel leuke vriendin, maar we zijn allebei nog erg jong, dus die behoefte heb ik nog niet. Dat komt vanzelf wel.’

‘Zeker gezien het drukke schema van volgend jaar is het fijn om iets voor jezelf te hebben. Je bent toch de hele dag met mensen om je heen. Ik ben dan wel een sociaal dier, mijn privacy is heilig. Ik heb geen behoefte om met vijf of zes man in een huis te zitten.’

Droom

‘Op sportief gebied is het niet heel moeilijk, Olympisch kampioen worden. Naast hockey? Gewoon een goed gewaardeerd persoon zijn en samen later met een happy family gezond zijn. Het klinkt allemaal erg cliché, maar dat is wat ik me wens. Ik ben een Boxtelaar puur sang. Ik ben een echte Brabander en al m’n vriendjes en familie (alleen m’n vriendinnetje woont nu ‘nog’ in Utrecht) wonen in Boxtel. Daar wil ik dus het liefste blijven.’


Wat vind jij? Praat mee...