Blaak being Blaak: ‘Verdienen het niet om in play-offs te staan’

Natuurlijk deed het hem pijn, om nu al uitgespeeld te zijn met Oranje-Rood. De play-offs waren een doel, dat zondagmiddag na de 2-1 nederlaag bij Bloemendaal onhaalbaar werd. OR-doelman Pirmin Blaak oordeelde zonder omwegen, accepteerde het ongewenste resultaat en kon zelfs een beetje genieten.

‘Als je niet wint van de top drie, dan verdien je het niet om in de play-offs te staan.’ 

De conclusie is hard. Terecht, wellicht. Blaak being Blaak. De doelman van Oranje spaart zichzelf niet op het moment dat het sportief tegenzit. En dat is de laatste jaren, zowel bij zijn club als bij het Nederlands elftal geregeld zo.

Hij hoefde het statistiekje niet eens voorgeschoteld te krijgen. Kende het gegeven al uit zijn hoofd. Want ja, alle ontmoetingen met Pinoké, Amsterdam en Bloemendaal – dus ook die op de allerlaatste speeldag – gingen verloren.

’Als je kijkt hoe we speelden, hadden we er meer uit kunnen halen’, stelt Blaak. ‘Dat doet pijn. Natuurlijk. We knallen vijf dagen per week, geven alles. Maar misschien is het wel een beetje waar we met Oranje-Rood zitten. We willen heel graag door naar de top…’

Blaak ziet zijn verdedigers een corner opruimen tegen Bloemendaal. Foto: Koen Suyk

Play-offwaardig, maar weinig highlights

Maar ze zijn er dus nog niet. Met een selectie die play-offwaardig is, zoals zo veel ploegen. Minstens zes, misschien wel meer. En als er dan maar vier tickets te vergeven zijn, vissen er altijd een paar teams achter het net. ‘Vorig jaar werd onze kop ervan afgehakt omdat we te veel goals tegen kregen’, weet Blaak nog. ‘Nu is dat aantal gehalveerd, zitten we lang in de race, maar kan je concluderen dat we te weinig scoren.’ Met een lachje. ‘Zo is er altijd wel wat.’

Blaak, met Rotterdam landskampioen geworden in 2013 – nota bene tegen Oranje Zwart, de voorloper van OR – stapte zes jaar geleden over naar Oranje-Rood. Een stap omhoog, moest het zijn naar de toen gloednieuwe fusieclub. In de praktijk werden het jaren waarin de Eindhovenaren met de regelmaat van de klok de strijd om de landstitel misliepen.

‘Eén keer hebben we de play-offs gehaald’, weet Blaak. ‘Plus een EHL-finale. Dat was het.’ Hij weet het maar al te goed. ‘Natuurlijk is dat te weinig. Ik wil er elk jaar staan. Daar geven we vijf keer per week alles voor. Het zit ‘m in de details. Die maken het verschil. Dat overkomt ons net wat te vaak.’

‘Kijk naar vandaag. Overtalsituaties en kansen, die moet je killen. Ik had niet het idee dat Bloemendaal ons vandaag ging pakken. Maar ze wonnen wel.’

Pirmin Blaak op de bank nadat zijn coach Robert van der Horst een extra veldspeler heeft ingebracht tijdens het duel met Bloemendaal. Foto: Koen Suyk

Berusting

Noem het verschil in kwaliteit, misschien ook in koelbloedigheid. Bloemendaal ging dodelijk efficiënt om met z’n kansen, Oranje-Rood kreeg minstens evenveel mogelijkheden, maar liet het na om toe te slaan. 

Na afloop werden geen sticks woedend wegsmeten. Vloeiden er amper tranen. Werd er niet verbaal uitgehaald naar een tegenstander of scheidsrechter. Er was bij OR vooral berusting. De Eindhovenaren hadden gestreden en verloren. Zo simpel was het. Uitzweten en inpakken. 

‘Ik denk dat we hier, tegen de potentiële landskampioen, best met een opgeheven hoofd mogen vertrekken’, oordeelde Blaak. ‘We hebben geen beloning gekregen, maar onze performance was goed. Dan hoef je niet in zak en as weg te gaan, toch?’

Sander Baart speelde zondag zijn laatste duel bij OR, hij gaat naar Royal Antwerp. Foto: Koen Suyk

Achttien jaar met Baart

Sterker nog: de doelman kon het opbrengen om vlak na het belangrijke, verloren duel een vreugdemomentje te benoemen. ‘Ik sta hier vandaag op het veld met Sander Baart. Sinds Nederlands Jongens B heb ik met hem samengespeeld. Achttien jaar zijn we teamgenoten geweest, hier en bij Oranje. Vandaag sluiten we af in deze entourage, op een vol Kopje. Da’s toch bijzonder? Daar geniet ik wel van, hoor.’

Om vervolgens weer een beetje realist te zijn en af te sluiten met een tegeltjeswijsheid. ‘Als het resultaat slecht is, moet je misschien wat meer genieten.’


Wat vind jij? Praat mee...