Het Spelregelantwoord: De gekraakte zaalcorner

Een corner waarmee je alle kanten op kunt. Dat was de inzet van UHC Hamburg die al dan niet gevaarlijk via een stick, met een boog, tegen de balk vloog. Maar wat kan je het beste doen in deze situatie? Hoofdklasse-scheidsrechter Ymkje van Slooten geeft antwoord.

‘De eerste uitloper krijgt de bal hier tegen zich aan’, constateert Van Slooten. ‘Zoals je kan zien, en de uitloper zelf ook aangeeft, komt de bal boven zijn pols op zijn arm. In principe is dit dan een overtreding van de eerste uitloper en dus moet je een strafcorner geven.’

Laten we deze situatie nog iets verder uitpluizen.

‘Als bij een strafcorner de eerste uitloper de bal op zijn lichaam krijgt, dan is het ook van belang om te kijken hoe hoog de bal op zijn lichaam komt. Want als hij de bal op of boven zijn knie krijgt dan is het een vrije bal voor de verdediging. Krijgt hij de bal onder kniehoogte op zijn lichaam? Dan is het een nieuwe strafcorner. In deze situatie komt de bal op zijn arm onder kniehoogte dus is de juiste beslissing een nieuwe strafcorner.’

Het is geen overtreding wanneer de bal op de hand van de speler komt. Van Slooten: ‘Hierbij is het wel belangrijk dat de hand aan de stick moet zitten. Dus krijgt een speler de bal op zijn hand terwijl hij met die hand zijn stick vasthoudt? Dan is het geen overtreding en kun je dus door laten spelen. Maar als de bal de speler boven de pols raakt dan is het een overtreding.’


Wat vind jij? Praat mee...