Derby overwon met de huidige coronaregels al de nodige obstakels

Nu bij de meeste clubs de eerste kinderziektes verholpen zijn, raakt de anderhalve meter als schild tegen het coronavirus steeds beter geïntegreerd in de hockeywereld. Hockeyclub Derby uit Zwijndrecht overwon al de nodige obstakels.

Keurig in trainingstenue wandelen twee jongens uit de A1 deze week op een doordeweekse avond het sportpark van Derby op. Er is alleen één probleem. Het is net acht uur geweest. Pas om kwart over acht mogen ze officieel worden binnengelaten. Ze zijn te vroeg. Op het veld dat hen is toebedeeld, is nu nog een ander team aan het trainen.

Het tafereel voltrekt zich voor het oog van bestuurslid hockeyzaken Kevin van Ockenburg. Die grijpt meteen in. Met een strenge blik op zijn gezicht zegt hij: ‘Jullie zijn te vroeg.’
‘Echt?’ reageren de twee jongens.
‘Ja, jullie trainen pas om vijf voor half negen. Sorry, jullie moeten echt nog even buiten de poort wachten. Regels zijn regels.’
Braaf draaien de jongens zich om en lopen ze terug de poort door, om buiten het complex te wachten. De strenge blik op het gezicht van Van Ockenburg verandert in een grote glimlach.
‘Een van die twee is mijn eigen zoon, haha.’

Omkleden gebeurt bij Derby buiten de poort. Foto: Willem Vernes

‘Ieder team levert tijdens hun training een poortwachter, vaak een ouder’

Sinds kinderen onder de strenge coronavoorwaarden weer op een hockeyveld mogen trainen, een van de eerste versoepelingen van het kabinet, zijn er inmiddels bijna tweeënhalve week verstreken. Bij Derby is er in die periode een hoop gebeurd. Achter de schermen is druk gewerkt aan nieuwe trainingsschema’s. Toen alleen nog de puntjes op de i moesten worden gezet, veranderde de KNHB het protocol en mochten er in plaats plaats van 28 spelers, nog maar achttien spelers tegelijkertijd binnen de lijnen staan. Omdat daardoor in de praktijk niet twee teams, maar één team op het veld mocht trainen, konden de trainingsschema’s van Derby de prullenbak in en moesten er nieuwe worden gemaakt.

Het complex van Derby lijkt deze avond net een plaats delict. Afzetlint maakt van het terras bij het clubhuis verboden terrein. Dus-outs schuilen ook achter een rood-wit kruis.

Bij de ingang staat net als bij meerdere clubs een poortwachter, die binnenlaat wie toestemming heeft en tegenhoudt wie op het complex niets te zoeken heeft. ‘Vooral de planning was in het begin weleens lastig’, vertelt jeugdvoorzitter Tim ’t Hoen. ‘Soms gebeurde het dat de poortwachter vanwege andere plannen al naar huis wilde terwijl degene die hem kwam aflossen te laat was. Dat hebben we nu strakker geregeld. Nu levert ieder team tijdens hun eigen training een poortwachter, vaak een ouder. In feite laat die dus zijn eigen team in en uit. Dat werkt veel beter.’

Het terras van het clubhuis is omringd door afzetlint. Foto: Willem Vernes

Bezoek van boa’s

Enkele keren kreeg Derby de afgelopen weken onaangekondigd bezoek van boa’s, buitengewoon opsporingsambtenaren die kwamen controleren of de vereniging wel aan alle voorschriften voldeed. Op een paar kleine puntjes kwam Derby door de keuring, vertelt Van Ockenburg.

‘Een van de opmerkingen die we kregen was dat ouders bij het wegbrengen van hun kinderen te dicht bij elkaar stonden op de straat. De discussie is in natuurlijk hoeverre wij daarvoor verantwoordelijk zijn; ze staan op de openbare weg. Maar we zijn met de gemeente in gesprek gegaan. De poortwachters hebben nu de opdracht om de ouders erop te wijzen afstand te houden. Op die manier nemen wij onze verantwoordelijkheid. Gelukkig hebben we goed contact met de gemeente. Ze zijn bereid met ons mee te denken en zien hoe hard iedereen op deze club zijn best doet om alles in goede banen te leiden.’

Vanzelfsprekend geldt op de training de anderhalve meter-regel. Foto: Willem Vernes

‘Rijtjes van wachtende spelers moeten we natuurlijk voorkomen’

Een blik op de training van Jongens A1 later op de avond leert dat de oefeningen grotendeels braaf op anderhalve meter worden uitgevoerd. Vanuit de club was het onder meer Heren 1-coach Ronald Hugers, oud-coach van onder meer hdm, die een aantal oefeningen op papier zette, die onder de trainers werden verspreid.

‘Over het algemeen ging het meteen goed, maar in het begin zagen we ook dat sommige trainers eigenwijs waren en andere oefeningen deden’, vertelt ’t Hoen. ‘Daar zijn we strenger in geworden. De club heeft niet voor niets oefeningen met de trainers gedeeld, allereerst om de anderhalve meter te bewaken. Maar ook omdat we willen dat spelers ondanks de afstand wel iets van de trainingen opsteken. Gelukkig gaat het nu hartstikke goed en zien we ook dat door middel van deze trainingen rijtjes van wachtende spelers worden voorkomen.’

Ook bij Derby is genoeg handgel aanwezig. Foto: Willem Vernes

We zien nu ook dat sommige jeugdtrainers onvoldoende op bijvoorbeeld houding of voetenwerk letten. Dat valt nu in één keer op.

Van Ockenburg en ‘t Hoen zien dat corona ondanks alles ook een voordeel heeft. ‘Omdat het veld nu leger en daardoor overzichtelijker is, signaleren we nu andere dingen. Ronald Hugers heeft nu meer tijd om de jeugd te trainen en brengt ze bepaalde technieken bij. We zien ook dat sommige jeugdtrainers onvoldoende op bijvoorbeeld houding of voetenwerk letten. Dat valt nu ineens op.’

Vanaf maandag gaan bij Derby de eerste senioren weer trainen. Ook zij moeten een poortwachter aanleveren en – dat geldt met name voor de lagere senioren – een trainer of leider aanwijzen die als enige de pionnen en de ballen met zijn handen mag aanraken. ’t Hoen: ‘De jeugd is nu dus een voorbeeld voor de senioren.’


2 Reacties

  1. dicksiemerink

    Leuk Kev!

  2. maartjeklein

    Het sport protocol van NOCNSF wordt door bonden wel heel verschillend geïnterpreteerd. Bij de KNVB bestaat er geen limiet aantal spelers op een veld.


Wat vind jij? Praat mee...