Misbruik op de club: ‘Er zijn alleen maar verliezers’

De alarmbellen gingen af bij Kampong, toen eind augustus 2022 een 58-jarige jeugdtrainer werd beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van een minderjarig meisje. De trainer is vorige maand veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur en een werkverbod met kinderen. De Utrechtse club kijkt met pijn terug op deze zaak. ‘Er zijn alleen maar verliezers.’

‘We willen best meewerken aan een verhaal. Wellicht kunnen andere clubs er wat aan hebben als ze in zo’n zelfde situatie belanden als wij. Maar het moet geen sensatieverhaal worden. Dat kunnen en willen we de betrokkenen niet aandoen.’

Die woorden komen uit het hart van Kampong-voorzitter Sandra van Loon. De kwestie zit logischerwijs nog diep bij haar club, waar in augustus vorig jaar de melding over het misbruik binnenkwam bij de vertrouwenspersoon. De trainer heeft bij de rechtszaak die volgde, toegegeven dat hij had gevraagd of het minderjarige meisje haar hand in zijn broekzak wilde stoppen. Dat deed zij vervolgens ook.

Toen die vermoedens aan het licht kwamen, werd de trainer – al jarenlang aan Kampong verbonden – direct op non-actief gesteld. ‘Natuurlijk schrokken we ons kapot. We hebben uiteindelijk op de hoogte gesteld iedereen die iets met de trainer in die periode te maken had gehad. Maar we konden ook weer niet te stellig en precies zijn, omdat het onderzoek nog liep en wij ook niet alle details wisten. In onze berichtgeving zat ook een lijst met vragen die ouders hun kinderen thuis konden stellen, om te achterhalen of er misschien meer slachtoffers waren.’

Kampong-voorzitter Sandra van Loon op haar club. Foto: Koen Suyk

Alle sentimenten

Er was ondertussen ook aangifte tegen de trainer gedaan. Daardoor kwam de zaak in handen van de politie. ‘Vanaf dat moment was het ook voor ons afwachten wat er ging gebeuren. We maakten deel uit van het onderzoek en hebben hulp gekregen vanuit de KNHB en NOC*NSF. Wij hadden hier nooit eerder mee te maken gehad. Zij hebben de kennis in huis om clubs hierin bij te staan.’ 

Van Loon spreekt over een ‘ingewikkelde balans’. ‘Natuurlijk is er allereerst de kant van het slachtoffer. Het verdriet, de angst en de vragen of er vaker verkeerde dingen zijn gebeurd. Je wil geen paniek veroorzaken, maar ook erger leed voorkomen. Daarnaast zijn wij ook de werkgever van de beschuldigde trainer. Die kun je niet zomaar veroordelen zonder dat er grondig onderzoek is gedaan. En ten slotte heb je ook nog de andere trainers en coaches die je moet beschermen, omdat de nuance wel eens weg kan vallen bij de snelle oordelaars. Je moet dus oppassen met alle sentimenten, die logischerwijs aan deze zaak kleven. Als club heb je de morele plicht om betrokkenen te informeren. Maar je moet ook terughoudend zijn met wat je zegt. Je kunt niet zomaar iemand beschadigen. Als bestuur moet je ervoor zorgen dat de situatie niet escaleert.’

De zaak nam extra tijd in beslag, omdat er tijdens het onderzoek nieuwe meldingen binnenkwamen over de trainer. Het duurde daardoor een jaar voordat een straf werd uitgesproken. ‘Achter de schermen zijn we hier vrij druk mee geweest. Het is goed dat daar nu een einde aan is gekomen. Dit was een heftige situatie, omdat de veilige omgeving op je club in het geding is. Het is heel simpel: je wil niet dat dit gebeurt. Nergens niet. Dus ook niet op Kampong.’

‘Ga met elkaar in gesprek’

Het spreekt voor zich dat de Utrechters er alles aan willen doen om gevallen van ongewenst gedrag te voorkomen. ‘Al onze trainers moeten al jaren in het bezit zijn van een VOG – Verklaring Omtrent Gedrag – maar ook dan kan er helaas nog steeds iets gebeuren. Als club hebben we, al ver voordat deze situatie speelde, ook interne gedragsregels opgesteld. Hoe vinden we dat we met elkaar moeten en kunnen omgaan? Dat is een onderwerp dat we met elkaar moeten blijven bespreken, ook omdat de normen steeds kunnen veranderen. Dat zou ik ook aan andere clubs willen meegeven: ga hierover met elkaar in gesprek, informeer je leden over je Veilig Sport Klimaat-beleid en vraag -indien nodig- om hulp van deskundigen, zoals NOC*NSF. Daar worden we allemaal beter van.’

Van Loon is inmiddels ruim drie jaar voorzitter van Kampong. ‘Als bestuur ga je van crisis naar crisis. Dit was wel een van de meest ingewikkelde situaties die ik heb meegemaakt. Ik ben ook een moeder, die om de veiligheid van haar kinderen geeft. En ook werkgever, die aan de belangen van het personeel moet denken. Je bent er, ook in zo’n geval, voor iedereen.’


1 Reactie

  1. DaanvanStraaten

    Eeen goed, genuanceerd stuk. Complimenten Sandra en de schrijver.


Wat vind jij? Praat mee...