Hoe nu verder met de hervorming bij de jongste jeugd?

De jongste jeugd gaat op de schop, maakte de KNHB ruim een maand geleden bekend. De opzet voor de huidige E’tjes en F’tjes wordt behoorlijk anders. Sportinnovator Boukje Smeets, namens de bond bij dit project betrokken, praat ons bij over de voortgang van deze hervorming in het hockeylandschap. ‘Het is noodzaak om hockey aantrekkelijk te houden.’

Middenin het gesprek over de veranderingen in het jeugdhockey, luidt Smeets de noodklok.

‘Het aantal nieuwe jeugdleden loopt al een paar jaar terug. Bij de jongens is dit een bekend fenomeen, maar ook bij de meiden steekt dit nu de kop op. Er zijn steeds meer clubs met ‘gaten in hun lijnen’. Geloof me, dat is niet alleen een fenomeen in de uithoeken van het land. Wachtlijsten, die er zo’n vijf jaar geleden nog veel waren, zijn op veel plekken verdwenen. Hoe minder er aan de onderkant instroomt, hoe minder je uiteindelijk overhoudt in het elftalhockey.’

Klare taal, die om een oplossing in de praktijk vraagt. ‘Het is een noodzaak om het hockey aantrekkelijk te houden en nog beter laten aansluiten bij de nieuwe generaties. Niet dat ‘we’ het als hockeywereld nu slecht doen. Helemaal niet. Maar de opzet is wel voor verbetering vatbaar. We willen door de bril van het kind kijken. Een omgeving creëren waarin kinderen zich veilig en beter kunnen ontwikkelen. Nog meer spelplezier en balcontacten. Lekker laten spelen.’

Boukje Smeets tijdens het NK Skills van 2021. Foto: KNHB/Willem Vernes

Wow-momentjes

Zo moet het hockey voor de jongste jeugd laagdrempeliger worden, met behoud van een succesbeleving. De wow-momentjes. ‘Daarom komt er in de leeftijdscategorie ‘Onder acht jaar’ – wat we nu nog de F’jes noemen – aan beide kanten een goal bij. We willen de sport beter laten aansluiten bij de leeftijd, de ontwikkeling, de beleveningswereld en de bouw van de kinderen. Je hebt niets aan een strafcorner in de D’tjes vanaf kop cirkel, als niemand de kracht heeft om een bal van de cirkelrand op doel te krijgen.’

Voor de duidelijkheid: de meest opvallende veranderingen vinden plaats in ‘Onder 8 jaar’ en ‘Onder 9 jaar’. In die eerste groep komt er dus per team een goal bij, duurt de wedstrijd vijf minuten langer – van vijftien naar twintig – en wordt de ‘spelbegeleider’ een ‘speelbegeleider’, waarin de nadruk ligt op het enthousiasmeren en het laten spelen. Bij de ‘Onder 9 jaar’ wordt het veld een kwartslag gedraaid, waardoor de verhoudingen tussen lengte en breedte beter zijn. Dat komt het spel ten goede.’

Dan zijn er nog de pilots in de ‘Onder 10, 11 en 12 jaar’. ‘Hierin experimenteren we met teams van zeven, acht en negen spelers. Allemaal met hetzelfde doel: het aantrekkelijk maken en houden van het spel. We zijn benieuwd hoe dit uitpakt. Als het een succes is, is er zeker een kans dat er in het seizoen 2023-2024 een pilot blijvend wordt ingevoerd.’

De jongste jeugd in actie op de velden van Kromme Rijn. Foto: KNHB/Bart Scheulderman

‘Volstoppen met informatie werkt vaak averechts’

Zover is het nu natuurlijk nog niet. ‘We zijn nu vooral druk om de informatie voor de clubs op papier te zetten. Wat komt er kijken bij de veranderingen? Hoe ingrijpend is het? In het veld zijn de aanpassingen heel zichtbaar, maar voor het reilen en zeilen van een club vallen de gevolgen wel mee. Alleen moet je natuurijk wel even weten wat er verlangd wordt.’

De eerste reacties zijn in ieder geval positief, stelt Smeets. ‘We hebben veel reacties ontvangen op de video (zie onder, red.) die we naar buiten hebben gebracht. Uit de respons blijkt dat de veranderingen in goede aarde lijken te vallen. De lol in het hockey wordt hierdoor groter, dat ziet bijna iedereen wel in. Ik heb een paar reacties gezien, waarin men vindt dat er te weinig aan de tactiek wordt gedaan. Natuurlijk hoort dat er op een gegeven moment bij. Maar laat kinderen in de jongste jeugd alsjeblieft lekker spelen, hun gang gaan en ontdekken. Dat volstoppen met informatie die voor een kind moeilijk is, werkt vaak vooral averechts.’

Voetbal als voorbeeld

Bij de herijking van de jongste jeugd is gekeken naar het voetbal, waar een aantal jaar geleden de jeugdopzet op een vergelijkbare manier werd aangepakt. ‘Meer op maat dus’, zegt Smeets. ‘Dat leverde eerst veel weerstand op. Meer dan wij nu ervaren. Veranderingen zijn altijd spannend en onwennig, dus ergens is dat wel begrijpelijk. De ervaringen uit het voetbal zijn goed. Het blijkt dat het spelplezier is toegenomen doordat de verhoudingen tussen het de spelers en het veld verbeterd zijn.’

Wanneer zijn voor Smeets de veranderingen in de jongste jeugd geslaagd? ‘Als we met deze aangepaste vormen een nog betere bijdrage leveren aan het spelplezier en de ontwikkeling van de kinderen en ze daardoor langer verbonden blijven aan de sport.’  


Wat vind jij? Praat mee...