Hoyng: ‘Amsterdam zag ik als Ajax. Hurley en Pinoké zijn familieclubs’

Met de transfer van de Zuid-Afrikaan Justin Reid-Ross naar Hurley, completeert de strafcornerschutter het trio bosclubs Amsterdam, Pinoké en Hurley. Hoe ervaarde middenvelder Timme Hoyng (138 interlands), die hetzelfde deed in een andere volgorde, de verschillende bosclubs?

Amsterdam (1988-1998)

Hoyng: ‘Toen ik in de jeugd bij Randwijck speelde, wilde ik altijd naar Amsterdam. Die hadden het mooiste tenue. Amsterdam, dat was een soort Ajax voor mij. Mijn grote liefde. Taco van den Honert was mijn God, mijn voorbeeld, en die speelde daar in het eerste. Ik vond het zo mooi om naar hem te kijken. Hij was de grote man. Bij Amsterdam heb ik vanaf de C’tjes samen met onder andere Robin de Vries en Winston Gerschtanowitz (o.a. televisiepresentator, red.) gespeeld.’

‘Ik begon in Heren 1 als rechtsachter en stond daarna altijd links- en rechtsvoor. De eerste jaren werden we kampioen met Joep Brenninkmeijer als coach en al die grote namen. Voor mij was het fantastisch. Echt wauw. Zo’n vibe. Natuurlijk werd je als jonkie op de training soms afgemaakt door die oudere gasten van Amsterdam, maar verder waren het fijne teamgenoten. Je moest elke week keihard knokken voor je plekkie. Echt een supermooie tijd. We hadden het supergezellig met gasten als Erik Gerritsen (directeur KNHB, red.). We bleven dan na de training borrelen en hadden de sleutel van het clubhuis, om zelf af te sluiten.’

Timme Hoyng voor Amsterdam in de Europacup 1, tegen Real Club de Polo. Foto: KNHB

Hurley (1998-1999)

‘Toen Jacques Brinkman coach werd van Amsterdam, zag ik dat niet zo zitten. Hij is nu een wat zachtere vent, maar hij was een moeilijk type. Ik had al snel door dat dat niet goed zou gaan en dat is ook uitgekomen later. Ik hing zelf tegen Oranje aan. Pinoké stelde op dat moment niet zoveel voor dus kon ik kiezen tussen Hurley of SCHC. Ik kende Karel Klaver goed, Kristiaan Timman, Michiel van der Strijk. Dat zijn fijne mensen. Hurley is een warme club, hoewel van Amsterdam naar Hurley gaan binnen het Amsterdamse Bos wel een dingetje is.’

‘Hurley is in mijn ogen een familieclub, veel meer dan bij Amsterdam. Dat is de koude kant. Een andere cultuur. Bij Amsterdam moet je winnen. Bij Hurley voelde het anders. Iedereen was heel betrokken bij de club. De spelers waren relaxter, terwijl ik toch best veel kwaliteit zag. We waren supergoed, maar misschien een beetje jong. We hadden bijna de play-offs gehaald. Met een speler als Remco Koster. Ik heb zelden een beter hockeyer gezien. Hij had zijn fysiek niet mee, anders was hij top geworden. Hij had dezelfde techniek als Taco.’

‘Bij Hurley speelde ik een seizoen. Toen werd Ton Wisse coach bij Amsterdam. Die had een plan, met nieuwe spelers als Klaas Veering en vroeg of ik weer terugkwam. Dan zou ik met Karel naar Amsterdam gaan. Alleen Karel koos uiteindelijk voor Bloemendaal. Ik kreeg van Struijk van Hurley nog een jojo cadeau bij mijn afscheid. Het was symbolisch. Ik mocht altijd weer terugkomen.’

Robert van der Horst, Timme Hoyng en Rogier Hofman. Lang hikte Hoyng tegen Oranje aan, totdat hij mentaal aan werd gepakt door coach Jim Irvine. Foto: KNHB/Jeroen van Bergen

Amsterdam (1999-2009 – met onderbreking van een seizoen Rome)

‘Ik heb een mooie tijd gehad, zeker toen Jim Irvine (Australische coach, red.) kwam. Dat is de beste coach die ik ooit heb gehad. Die heeft me mentaal afgebroken en weer opgebouwd, omdat hij me mentaal niet goed genoeg vond. Met Jim zijn we ook weer kampioen geworden. Toen hij wegging was dat het einde van een groot tijdperk.’

‘Ik heb Alex Verga gehad als coach, dat vond ik een goede coach, alleen wonnen we geen titel. Toen kwam Sjoerd Marijne, daar heb ik een jaar onder gespeeld. Ik werd captain, maar voelde geen vertrouwen. Het was een rare situatie, met hier en daar wat ruzie. Toen sprak ik Jesse Mahieu, die al bij Pinoké speelde. Toen ik ben op m’n 33ste samen met teamgenoot Balder Bomans naar Pinoké gegaan. Dat was een leuk project.’

Timme Hoyng in actie tegen Kampong. Foto: KNHB

Pinoké (2009-2013)

‘Ik deed het niet voor het geld. Ik ben sowieso niet van het geld geweest, tijdens mijn hockeycarrière. Het was raar dat sommige jongens van buitenaf bij Amsterdam zo goed betaald kregen.Ik ben denk ik twee jaar goed betaald in mijn hockeycarrière. Ik heb bijna drie jaar bij Pinoké gespeeld. Ik was echt een liefhebber, ik ben pas op m’n 37ste gestopt. Ik heb het lang volgehouden. Ik wist: als ik stop, dan is het ook helemaal klaar.’

‘Met Pinoké scheelde het één doelpunt, of we hadden voor het eerst play-offs gespeeld. Dat is een donkere bladzijde in mijn hockeycarrière. We stonden in de laatste wedstrijd 2-1 voor tegen HGC. We moesten ook winnen. We kregen een onterechte strafcorner tegen en die vloog erin. 2-2. Haalden we de play-offs niet. Er heerste bij Pinoké een hele andere cultuur dan Amsterdam. Pinoké is meer een familieclub, het is een heel ander gevoel. Het eerste jaar waren hadden we nog die skihut, dat was fantastisch. Zo’n halfgare hut, met koude douches en vocht tussen alle kieren. Het was echt leuk bij Pinoké, we wilden een nieuw team neerzetten en de top bereiken. Dat is bijna gelukt.’

Pinoke vs Amsterdam mannen 3-3. Timme Hoyng probeert voorbij Hidde Kruize te komen, Kristiaan Timman kijkt op de achtergrond toe. Foto: Frank Uijlenbroek

Dé Bosderby

‘Voor mij is dat Pinoké-Amsterdam. Dat waren echt snoeiharde wedstrijden. Met veel momenten dat er rode kaarten konden vallen. Er kon echt van alles gebeuren.’

Mooiste plek in het Amsterdamse Bos

‘De heuvel hè. Iedereen in het Bos kent die heuvel. Daar word je fit. Daar heb ik zoveel meters moeten maken met de looptraining.’ 

Opvallend in het Amsterdamse Bos

‘Wat ik jammer vind is dat er niet drie topteams zijn. Zoals je ooit HGC, hdm en KZ had, die top waren. Zo’n situatie hebben we eigenlijk nooit gehad in Amstelveen. Ook vind ik het opvallend dat jeugd van de clubs uit het Amsterdamse Bos zelden doorbreekt. Ze hebben te veel afleiding in Amsterdam, buiten het hockey om. Kijk maar, wie zijn er van de jeugd nou doorgebroken de afgelopen jaren, na spelers als Billy en Mirco (Billy Bakker en Mirco Pruyser, red.)? Het blijkt heel moeilijk voor jeugd uit het Amsterdamse Bos.’ 

Nederland-Australië 2-6. Olympische Spelen Beijing 2008. Timme Hoyng kan het verlies niet geloven en blijft zeker nog 30 minuten in de dug out zitten. KNHB/Jeroen van Bergen


Wat vind jij? Praat mee...