Negen-tegen-negen bij Onder12: ‘Zelfs het Jeugdjournaal kwam langs’

Het was even wennen aan het begin van het seizoen. Voor het eerst wordt er bij de Onder 12-teams in negentallen gespeeld. Een pilot die plaatsvindt in Noord- en Oost-Nederland. Met Eemsmond, Arnhem en Wageningen zetten we de eerste ervaringen op een rijtje. ‘Dit mag absoluut een blijvertje worden.’

Ze zaten flink met hun handen in het haar bij Eemsmond. In Delfzijl hadden ze in de zomer 22 kinderen voor de Onder 12-teams. Vijf jongens en zeventien meisjes. Niet alleen een veel te grote groep, ook problematisch qua verdeling. Want met meer dan drie jongens beland je in een jongenscompetitie. ‘En dat leverde weerstand op’, vertelt Rianne Cornelis, inmiddels coach van de Mixed Onder 12-2. ‘De meiden wilden dat niet meer. Een oplossing was er nog niet. Totdat de negen-tegen-negen opeens op tafel kwam.’

Hockeyen met z’n negenen, op een driekwart veld. Het was de ideale vondst voor de Groningers, die nu twee mixed-teams hebben samengesteld. Eentje waarin ‘gewoon’ elf tegen elf wordt gespeeld en een negental.  ‘Voor ons is dit ideaal. Ik loop nu een jaar of vijf rond op de club. Naar mijn weten hebben we nog nooit twee teams in één lichting gehad. Ik hoop echt dat andere clubs in het Noorden hier ook mee door blijven gaan. Dit is voor ons als kleine vereniging een manier om makkelijker mee te doen aan competities, zonder dispensaties en vervroegd doorschuiven. Dus ja, het spreekt voor zich dat we hier heel blij mee zijn.’

Die vreugde was er ook bij Arnhem. Want ook daar hadden ze iets meer dan twintig spelers voor één regulier Onder 12-team bij de jongenslijn. Ze kozen voor dezelfde oplossing als in Delfzijl: een team van elf en een team van negen. En daar is Menno Groenevelt, voorzitter van de technische commissie van Arnhem, maar wat blij mee.

Het mixed team van Eemsmond. Links coach Rianne Cornelis.

‘Met deze pilot slaan we meerdere vliegen in één klap. Het is een ideale tussenstap van de Jongste Jeugd naar ‘het grote veld’. Al jaren merken we dat dit een lastig punt is. Spelers hebben ineens veel ruimte, minder balcontacten en hebben nog niet helemaal de kracht om verre afstanden te overbruggen.’

Een blijvertje

‘Door deze vorm van sneller en intenser hockey – waarin kinderen vaker de bal hebben – neemt het plezier toe’, vervolgt Groenevelt. ‘En uiteraard helpt dit bij lagere ledenaantallen die we vooral bij de jongens zien. Dit zou perfect zijn voor alle eerstejaars D-junioren. Dan kunnen ze in het tweede jaar door naar een heel veld.’ Kortom: ‘We hadden vooraf geen idee hoe het zou uitpakken. Maar we zijn heel enthousiast. Dit mag absoluut een blijvertje worden.’

Bij Wageningen besloten ze om twee jongensteams in te schrijven voor de pilot. ‘Ook wij hadden een struggle met onze teamindeling’, vertelt Marcel Timmer, lid van de commissie jeugdhockey van de Gelderse club. ‘Door mee te doen aan de negen-tegen-negen-competitie konden we zo veel mogelijk jongens op hun eigen niveau laten spelen. Er was wel een grote uitdaging. Want we hadden zo’n zes jongens die al een jaar in de Onder 12 hadden gespeeld. En dus wel op een heel veld wedstrijden hadden meegemaakt. Voor hen moest dit natuurlijk niet voelen als een stap terug. Vooraf hebben we ons daar best druk over gemaakt, maar in de praktijk bleek het helemaal geen probleem. De jongens waren veel flexibeler dan we dachten. Het enige nadeel was dat ze bij elkaar in de competitie zaten. Maar dat kan bij gewone elftallen natuurlijk ook gebeuren.’

Wageningen Onder 12-2 werd herfstkampioen als negental.

Het tv-debuut van Wageningen

Ze merkten op Wageningen wel dat deze hockeyvorm nog niet bij iedereen helder op het netvlies staat. Timmer moet lachen als hij terugdenkt aan de eerste thuiswedstrijd van het seizoen. ‘We hadden een hele officiële scheidsrechter, een CS+’er. Van hem moest en zou de bal op de middenlijn uit worden genomen. Maar omdat het veld bij de negentallen kleiner is, heeft de gewone middenlijn geen nut. De bal lag dus op de verkeerde plek. Het duurde even voordat het kwartje viel, maar het paste wel bij de nieuwe situatie. Net zoals we maar één vaste cirkel hebben. Die andere zetten we altijd uit met van die streepjes.’ 

Op Arnhem hadden ze een andere bijzondere ervaring. ‘Aan het begin van het seizoen kwam het Jeugdjournaal langs bij onze negen-tegen-negen-teams. Zij maakten een item over de trend dat steeds minder kinderen gaan hockeyen. Maar dat maakte voor onze jongens helemaal niet uit. Die vonden het vooral spannend dat er een camera langs de lijn stond en dat ze op tv kwamen. Alleen al daarom levert het spelen in de negentallen voor hen een onvergetelijk jaar op.’

De Wageningse teams tegen elkaar, met de goal op de 23-meterlijn.


Wat vind jij? Praat mee...