Transgender Lucas: ‘Niet alle spelers passen in een hokje’

Aan het vertellen van tragische verhalen heeft hij geen behoefte. Liever deelt transgender Lucas Nieuwenhuis (26) als ervaringsdeskundige én hockeyer zijn ideeën over wat er in de hockeywereld nog te winnen is. 

‘Ik zat in Meisjes D1 van Amersfoort, als keeper. Ik vond keepen leuk en had ook aanleg. Tijdens een doodgewone wedstrijd sloeg mijn plezier in het spel in één klap om. In de tweede helft werd het duel stilgelegd. De tegenstanders dachten dat ik een jongen was na mij in de rust met kort haar te hebben gezien. Dat vonden ze niet eerlijk, dus maakten ze bezwaar tegen mijn aanwezigheid in het veld. Uiteindelijk kon mijn coach de boel sussen door erop aan te dringen dat ik echt een meisje was.  De wedstrijd ging verder, maar voor mij was de lol er wel van af. Ik was totaal van slag en wist niet hoe ik moest reageren.´

‘Ik ging nog één jaar door, in de C’tjes, nadat ik erachter kwam dat ik transgender was. Ik overwoog over te stappen naar een jongensteam, maar durfde dat om meerdere redenen niet. Het zou een rare situatie opleveren en ik was bang om fysiek minder sterk te zijn. Ik voelde mij bovendien, bang voor de reacties, sociaal gezien niet veilig genoeg om op de club te blijven. Daarom besloot ik te stoppen.’

‘Ik ging het volgende seizoen, als jongen, voetballen. Met mijn nieuwe naam. Mijn uiterlijk bleef hetzelfde, ik zag er ten slotte al uit als een jongen. Mijn nieuwe teamgenoten leerden mij kennen zoals ik was.’

Actie

‘Toen ik ging studeren in Utrecht begon het hockeyen toch weer te kriebelen. Ik meldde mij aan bij USHC en voelde mij al snel weer helemaal op mijn plek in het doel. Toen ik daar na twee jaar selectie deed, kwam het besef dat het zo zonde was dat ik al zo jong was gestopt vanwege de transitie. Als kind had ik best talent, maar na er zo lang uit te zijn geweest, was op écht topniveau spelen geen optie meer. Dat vind ik nog steeds zonde.´

‘In mijn bestuursjaar bij USHC, als commissaris PR, wilde ik iets met het onderwerp doen binnen de club. Ik legde contact met een aantal organisaties om de sociale acceptatie van LHBTI+ in de sport te bevorderen. Ook hielp ik met het opstellen van de Richtlijn Gender- en seksediverse personen in de sport.’

‘Vanwege de richtlijn kwam ik in de media, en inmiddels leefde het thema ook op de club. Dit leidde onder meer tot een commissie die zich met diversiteit en inclusie bezighoudt. Eén van de eerste zaken die we aanpakten, was het wijzigen van de statuten waarin stond dat vrouwen een rokje dragen op het veld en mannen een broekje. Dat werd landelijk opgepakt. Leuk, want we zetten de club op de kaart, maar het maakte ook duidelijk dat er echt behoefte aan dit soort initiatieven was én is.’

USHC is een van de hockeyclubs die inclusie en diversiteit op de kaart hebben gezet, mede dankzij de input van Lucas Nieuwenhuis. Foto: USHC

Hokjes

‘Ik denk dat gender- en seksediversiteit nu bij de jeugd steeds meer speelt. Ook op scholen is er meer zichtbaarheid en acceptatie. Het is veel bespreekbaarder en bekender dan tien jaar geleden. Er zijn nu meer mensen die zich op een andere manier uiten. Tegelijkertijd denk ik dat dit op het hockeyveld nog altijd tot problemen leidt. Niet alle spelers passen in een hokje en dat is wel hoe het hockey is ingericht. Je bent een meisje of een jongen. Een man of een vrouw. Dat levert conflicten op.´

‘Juist daarom is het steeds urgenter dat de KNHB in actie komt. Een paar jaar geleden was ik in gesprek met de bond en schrok ik ervan hoe weinig er op dit onderwerp werd gedaan. Voor mijn gevoel zijn er concrete zaken die je makkelijk kan oppakken, zoals het opnemen van het pedagogische stuk in de trainer-coach-opleiding. In de rol van coach heb je veel invloed op het sociale proces in een team. De opleiding focust vooral op hockey. Logisch, want dat is de sport waar het om draait. Maar om mensen bij de sport te houden, is het belangrijk hoe je je in de groep voelt. Dat geldt niet alleen voor transgenders, maar voor iedereen.’

‘Er is een grote groep van mensen die, net zoals ik, stoppen of niet durven te beginnen. De bond mag wat mij betreft meer een voortrekkersrol pakken. Bijvoorbeeld door verenigingen te verplichten om in de statuten op te leggen dat iedereen vrij is in de keuze voor een broekje of een rokje. Een idee is ook een spelvorm waarin je geen scheiding maakt op basis van geslacht. Nu moet het vanuit clubs komen en gebeurt er te weinig, vind ik.’

Keeper Lucas Nieuwenhuis en zijn teamgenoten van Voordaan Heren 4. Eigen foto

De schade van uitsluiting

‘Ik begreep dat het nog steeds voorkomt dat wedstrijden worden stilgelegd vanwege verwarring over iemands geslacht. Ik vind het het erg daar geen verandering in is gekomen, al weten ze nu wel wat een transgender is. Ik kan mij ook voorstellen dat er steeds meer vragen vanuit ouders komen over hun kinderen. Er zijn immers steeds meer mensen die op de een of andere manier afwijken van de norm.’

‘Mijn droom is dat hockey echt voor iedereen is. Dat mensen zich niet tegen laten houden of dat ze stoppen, omdat ze transgender zijn. Het helpt als er rolmodellen komen. Sporten is leuk, gezond en is sociaal gezien nuttig. Laten we vooral niet verzeilen in discussies over wat niet eerlijk is in de topsport. Op amateurniveau maakt het op fysiek vlak namelijk echt niet zoveel uit. En de schade die je aanricht door mensen uit te sluiten, is veel groter.’

Wil jij jouw mening, ideeën of ervaringen hoe we in het hockey positieve impact kunnen maken op dit vlak, ook delen? Dan komt de KNHB graag met je in contact via thijs.de.greeff@knhb.nl .


1 Reactie

  1. roel@dooremaal.nl

    Ik vind dit een goed stuk! Niet te belerend over wat allemaal mis gaat en is, maar over wat we wel moeten en kunnen doen. Mijn eigen vrouw was weliswaar geen transgender, maar keepte liever bij heren wedstrijden dan bij de dames. Vooral bij bedrijfshockey deed ze dan ook graag mee. In de rust hield ze haar helm altijd op zodat de tegenstander maar niet zag dat ze een vrouw was. Nu schoten ze niets ontziend en hard op doel, anders zouden ze van die slimme balletjes gaan geven. Ik weet het mist het onderwerp misschien net, maar geeft wel aan dat ook vrouwen en mannen door elkaar kunnen functioneren. Ik weet niet hoe het nu is in Engeland, maar toe. Ik daar 40 jaar geleden was had je daar op zaterdag een mixedcompetitie en op zondag een apart dames- en herencompetitie. Mischien iets om hier ook in te voeren? De trimmers zijn ook al zo’n catogorie.


Wat vind jij? Praat mee...