Zwolle Dames 1 verliest 14 spelers na degradatie: ‘Hard gelag’

In het voorbije seizoen degradeerde Zwolle Dames 1 uit de Overgangsklasse naar de Eerste Klasse, nadat over 3 play-outduels werd verloren van HBS. Het bleek het startsein voor een exodus bij het 1e vrouwenteam van HC Zwolle. Liefst 14 meiden gaven er de brui aan, 1 speelster en de reservekeepster bleven achter. Ingeborg Evenblij, oud-Dames 1-speelster van Zwolle, weidde er een ingezonden brief op de website van haar club aan. 

Voor hockey.nl genoeg reden om eens te bellen met  Wim van ’t Slot, voorzitter Commissie Tophockey en bestuurslid bij Zwolle en hem te vragen naar de situatie omtrent Zwolle Dames 1. ‘Dat meiden vertrekken is iets van alle jaren’, reageert Van ’t Slot. ‘Meestal vertrekken er iets van 2 of 3 per seizoen. Nu stopten er opeens 14. Dat was een hard gelag.’

Schouders eronder

De degradatie is natuurlijk een duidelijk aanwijsbare oorzaak van de uittocht, maar zoals Evenblij zich in haar brief afvraagt: ‘Waar is de clubbinding gebleven?’. ‘Deze situatie hebben we eerder bij de heren meegemaakt’, vertelt Van ’t Slot. Ook zij zijn gedegradeerd uit de Overgangsklasse, 2 keer zelfs. Zij zeiden alleen: “We blijven en zetten onze schouders eronder, niet alleen in goede tijden, ook in slechte tijden.” Dat was de ervaring die we hadden bij de heren, bij de dames bleek het anders.’

‘3 hadden al lang aangekondigd te stoppen vanwege hun leeftijd. Daarnaast zijn er wat die gingen studeren, sommigen wilden hogerop, anderen weer een stapje terug. Voor ieder verhaal op zich is best begrip op te brengen. Maar kijkend naar de som der delen, dan overheerst een wat onbestemd gevoel’, zegt Van ’t Slot daarover.

Liever in een kippenschuur

Zwolle is uiteraard niet de enige club die kampt met deze uitdagingen. Het is een bekend verhaal in hockeyland dat regionale clubs opleiden, maar in de senioren nauwelijks de vruchten kunnen plukken van hun energie, omdat de meeste spelers dan al gevlogen zijn. ‘Zwolle is inderdaad geen universiteitsstad, dus steken we veel energie in binden en behouden. De middelen zijn bij ons op orde: goede faciliteiten, er is een autootje beschikbaar voor iedereen buiten de stad, er staat een compleet medisch team kosteloos ter beschikking van de selectiespelers, looptrainers, ze hoeven geen contributie te betalen, noem maar op. Maar de realiteit blijkt dat ze liever in een kippenschuur zitten in de Overgangklasse, dan bij ons.’

Bij de Overijsselse club staat het vizier inmiddels al lang weer op de toekomst gericht. Van ’t Slot is zeer optimistisch. ‘Wij kijken naar de meiden die wél willen en kunnen. Hen hebben we en het heeft geen zin energie te steken in iets wat achter je ligt. Dan doen we deze meiden te kort. Voor komend seizoen staat er een jong edoch talentvol team. Een mix van A-spelers, Dames 2-spelers en ook wat van buitenaf. Een team waar toekomst in zit, al zou het helemaal mooi zijn als er nog ongeveer 2 meiden bijkomen.’


Wat vind jij? Praat mee...