Er waren tijden dat de spelers van Oranje-Rood poepchagrijnig waren als ze in Amsterdam een 1-2 voorsprong in de slotfase uit handen gaven. Maar nu reageerden de Eindhovenaren zondag best monter na de 2-2 in de topper in de Hoofdklasse. ‘Dat we in Amsterdam een punt halen. Daar mogen we best trots op zijn’, zei Mink van der Weerden.
De routinier van Oranje-Rood stond bijna een half uur na afloop van het duel nog rustig bij te praten in het Wagener Stadion. Hoe anders was dat de afgelopen jaren toen de spelers van Oranje-Rood na de minste of geringste tegenslag direct na afloop naar de kleedkamer werden gedirigeerd voor een van de beruchte napraatsessies. Ellenlang kon de Eindhovense kleedkamer dan dicht blijven voor een goed gesprek.
Het zijn slechts een paar tekenen dat het bij Oranje-Rood vanaf dit jaar anders is dan de afgelopen jaren. De nieuwe coach Robert van der Horst gaf in de aanloop naar het seizoen al aan dat er een einde moet komen aan het chagrijn in Eindhoven. Het plezier moet terug.
Zelfs het ‘moeten’ is er een beetje af bij Oranje-Rood
Nou ja ‘moet’. Zelfs dat ‘moeten’ is er een beetje af in Eindhoven. De afgelopen seizoenen móesten de play-offs worden gehaald. Als dat even niet leek te lukken, werden de coaches ingeruild als oude schoenen. Nu zegt Van der Weerden: ‘Ik heb nog geen idee waar deze ploeg staat, dus met het halen van de play-offs ben ik helemaal niet bezig. We moeten gewoon keihard werken met deze groep. Als dat lukt, zien we in de loop van het seizoen wel waartoe dat kan leiden.’
Van der Weerden (bijna 31) is samen met Pirmin Blaak (31) de absolute nestor van de ploeg, nadat Van der Horst stopte als speler, Bob de Voogd naar België verkaste en de ervaren Pakistanen Muhammad Rizwan en Mehmood Rashid hun heil bij promotieklasser Schaerweijde zochten.
De plekken van die ervaren internationals zijn nu ingenomen door talentvolle twintigers, tieners soms nog. ‘Dat is natuurlijk even wennen’, erkende Van der Weerden. ‘Maar ik vind het eigenlijk best leuk om aan deze nieuwe ploeg te bouwen. We moeten wennen, nog veel leren ook. Ik zou liever zien dat we nog wat dominanter zijn. Dat heeft tijd nodig. Maar ik denk dat als we als team meer aan elkaar zijn gewend, we best mooie dingen kunnen laten zien.’
Aanvoerdersband
Bij vlagen was dat ook al zichtbaar tegen Amsterdam, dat in eigen huis overigens wel de betere ploeg was. Zeker in de beginfase. Terecht kwam de thuisploeg 1-0 voor via Tanguy Cosyns, maar uit een counter had de jonge Belg Thibeau Stockbroekx zomaar al de gelijkmaker kunnen scoren. Hij strandde echter op doelman Van Leeuwen.
Zijn oudere landgenoot Thomas Briels, captain van de gouden Belgische ploeg, liet in het derde kwart vervolgens zien hoe het wel moet. Eerst viel hij ietwat gemakkelijk na een fraaie solo in de Amsterdamse cirkel, maar kreeg hij wel een strafbal, die Van der Weerden benutte. In de 52ste minuut sloeg hij uit een lastige hoek een backhand heerlijk in het dak van het doel: 1-2.
Briels toonde zich daarmee een waardige aanvoerder. Want ook dat is anders: de band zit niet meer om de arm van Van der Weerden. ‘Ik denk dat Thomas de beste aanvoerder voor deze groep is’, zei Van der Weerden. ‘Thomas is een echte verbinder, een sociale jongen. Dat is belangrijk in deze fase. Ik ben meer een aanvoerder die hamert op het nakomen van afspraken, van het bewaken van de structuur. Als ik over technische of tactische zaken wat wil zeggen, doe ik dat toch wel. Dan boeit het me niet of ik wel of geen band om heb.’
‘In de zomer hebben we veel besproken met Robert en een aantal spelers, onder wie Thomas, Max Kuijpers en Joep de Mol’, vervolgde Van der Weerden. ‘We wisten dat er veel ging veranderen. Dan is het logisch dat je ook heel open gaat kijken welke aanvoerder bij deze ploeg hoort. De conclusie was dat bij deze groep iemand past met de persoonlijkheid van Thomas. Ik zou me moeten aanpassen naar de rol die deze groep nodig heeft. Door de wisseling van de band ben ik vrij om mezelf te zijn. Iedereen heeft nu een meer natuurlijke rol.’
Dollen
Die natuurlijke rol lijkt voor Van der Horst al na een paar wedstrijden al die van coach te zijn. Voor de wedstrijd tegen Amsterdam bewoog hij zich rustig tussen de spelers. Maakte een praatje hier en legde zijn arm om een schouder om een speler nog wat vertrouwen te geven. ‘Robert doet het tot nu toe goed. De spelers nemen zijn aanwijzingen wel aan. Al dollen we hem natuurlijk ook wel eens. Als hij coacht dat wij niet met de bal moeten lopen maar moeten spelen, krijgt hij natuurlijk wel eens te horen: alsof jij dat deed…’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.