België wil het gouden jaar nu echt achter zich laten

‘Dit zijn ook wedstrijden die je moet spelen’, verzuchtte de Belgische bondscoach Michel van den Heuvel na de 2-1 nederlaag in de Pro League tegen Nederland. De olympisch kampioen snakt naar rust.

Het was een jaar om nooit te vergeten voor de Belgische hockeymannen. Ze werden olympisch kampioen in Tokio. Dat was een Belgische hockeyteam nog nooit eerder gelukt. Sterker nog: de Belgen pakten in Japan hun eerste gouden plak in een teamsport. De invloed van die prestatie is merkbaar, stelt Van den Heuvel.

‘Het heeft de sport groter en herkenbaar gemaakt. We zijn een ploeg van het land geworden. Ze krijgen de aandacht die het verdient.’ Lachend: ‘Toen Vincent Vanasch de beslissende shoot-out pakte in de finale, werden in heel Brussel de claxons vol ingedrukt.’

Een goed geluimde Michel van den Heuvel in het Wagener Stadion. Foto: Willem Vernes

Hendrickx in ‘De slimste mens’

De sporthelden groeiden uit tot bekende Belgen. Tokio-topscorer Alexander Hendrickx deed bijvoorbeeld ‘opeens’ mee aan de befaamde spelshow ‘De slimste mens’. Van den Heuvel: ‘Ik krijg niet alles mee, omdat ik in Nederland woon. Maar ja, je ziet de jongens wel vaker in de kranten staan. De afgelopen drie, vier maanden is het team compleet geleefd door de agenda’s van derden. Je merkt het nu ook weer aan het eind van het jaar. Sportverkiezingen van de Vlaamse, de Franse en de Duitse tak van het land. De hoofdsponsor die iets leuks wil doen. De sub-hoofdsponsor ook. Allemaal goed voor de exposure van de ploeg. Dat doen we ook met plezier.’

Maar? ‘Maar nu is het tijd om dat af te sluiten. Om te rusten en straks weer heel professioneel topsport te bedrijven. Want daar hebben we de laatste maanden minder tijd voor gehad.’

Die laatste woorden waren ook wel terug te zien op het veld. ‘De ploeg snakt naar rust. En dat is begrijpelijk. Er is vermoeidheid.’ Bovendien kon Van den Heuvel in de jaarafsluiter geen beroep doen op sterverdedigers Loïck Luypaert en Arthur Van Doren. Gevolg: veel geschuif en aanvaller Nicolas De Kerpel en Florent Van Aubel als vleugelverdedigers. ‘We probeerden het op te lossen, maar het was onvoldoende. Dat is niet moeilijk om te zeggen.’

Jongens bloeien op omdat het juk van anderen weg is De Belgische bondscoach Michel van den Heuvel over Oranje

Op een paar nieuwkomers na trad België afgelopen weekend, in tegenstelling tot Nederland, aan met veel bekende namen. Na de gouden Spelen nam van de relatief oude ploeg alleen Thomas Briels afscheid. Van den Heuvel was niet verrast dat er zoveel internationals door wilden gaan. ‘Als je weet hoe wij met elkaar werken en plezier hebben, dan is het logisch dat je daar onderdeel van uit wil maken. Als het leuk is, dan willen ze blijven. En als je ziet welk niveau we tegen Duitsland en op de trainingen halen, maak ik me totaal geen zorgen.’

Ook Van den Heuvel zag dat de gretigheid van Oranje afspatte tijdens het afgelopen weekend. ‘Ze hebben de ballen uit de broek gelopen tijdens deze twee wedstrijden om iets recht te zetten’, verwijst de coach naar de mislukte zomer van het Nederlands elftal. ‘Voor de debutanten voelde dit als hun olympische finale. Je zag een vrije spirit. Jongens bloeien op omdat het juk van anderen weg is.’

De Belgische captain Félix Denayer. Foto: Willem Vernes

Hoe Denayer zijn grote sporthart toonde

Félix Denayer loopt langs en geeft desgevraagd ook zijn mening over het nieuwe Oranje. ‘Ik kende niet alle jongens’, zegt de Belgische captain, die tussen alle huldigingen door ook nog voor de tweede keer vader werd. ‘Ze waren fris en hongerig, terwijl wij juist aan het einde van een cyclus staan. Wij moeten even resetten en in het nieuwe jaar weer opbouwen.’

Terwijl hij nadenkt over zijn tegenstanders, schiet hem iets te binnen. Spontaan. ‘Dat verhaal van Dennis Warmerdam…’, zegt Denayer vol bewondering. ‘Wat is het ontzettend knap dat hij zo’n tegenslag gebruikt als motivatie om hier te staan. Dat vind ik echt fantastisch.’

Bijzondere woorden in het lege stadion. Even is er stilte. ‘Sport is ook emotie, met verhalen. Wij schreven ons eigen verhaal richting de trofeeën die we hebben behaald. Maar ik kan ook van het verhaal van een ander genieten. Natuurlijk speelt hij bij de concurrent. Maar uiteindelijk zijn we een grote familie. Toch?’

 


Wat vind jij? Praat mee...