Zusjes Van Weel: ‘Zijn in alles het tegenovergestelde van elkaar’

Ze mogen zaterdag weer aan de bak. Lopen ze net als op de foto achter elkaar bij de line-up. Eef (17) en Juul (15) van Weel. Zusjes en teamgenootjes die bij Bloemendaal Onder 18-1 aan de volgende fase van de landelijke competitie beginnen. We maken nader kennis met de twee, die hun talent niet van een vreemde hebben.

Want inderdaad, die achternaam is geen onbekende in het hockey. Hun vader Diederik van Weel is oud-international, won in 2000 olympisch goud en kwam tussen 1998 en 2002 tot 60 interlands. ‘Helaas heb ik mijn vader nooit zien spelen, maar ik ken natuurlijk wel zijn verhalen’, vertelt Eef. ‘Van hemzelf voornamelijk. Mijn vader is ook mijn coach geweest en heeft ook meerdere dingen op Bloemendaal gedaan, zoals assistent bij zowel heren 1 als dames 1. Dus daar is hij voor mij en mijn vriendinnen bekender van.’

‘Ik heb niet het gevoel dat mijn vader nou echt een bekende achternaam heeft’, vult Juul aan. ‘Ja, op Bloemendaal, maar daar wordt niet anders naar mij gekeken.’

‘Dat ze een oud-hockeyer als vader hebben, dat hindert hen op het veld niet, merk ik’, oordeelt Van Weel zelf. ‘Daarbuiten kan het misschien wel wat lastiger zijn geweest. Dat komt ook omdat ik binnen Bloemendaal veel heb gedaan en ook niet op mijn mondje ben gevallen.’

Eef van Weel, vorig jaar als aanvoerder bij Bloemendaal. Foto: Koen Suyk

De teamplayer en de einzelgänger

Ze hebben dus dezelfde vader. Dezelfde achternaam. Dezelfde passie voor hockey. Juul is twee jaar jonger, maar is vervroegd doorgeschoven. Daardoor zitten ze alweer voor het vierde jaar bij elkaar in het team. Juul staat in het doel, Eef – die al mocht ruiken aan Dames 1 – op het middenveld.

‘Op het veld stuurt ze teamgenoten aan en kan ze lekker haar energie kwijt’, vertelt Diederik over zijn oudste dochter. ‘Het hockeyveld is voor haar een soort veilige haven. Een training mist ze zelden. Alles staat in het teken van hockey. Eef is bloedfanatiek. Dat komt écht uit haarzelf. Toen ze drie was, wilde ze al met opa en oma bij de EHL gaan kijken. En nee: daar speelde ik toen niet mee, want ik was allang gestopt.’

‘Juul wist al in de E-jeugd dat ze keepster wilde worden’, vervolgt Van Weel. ‘Dat past ook bij haar persoonlijkheid. Je hoort vaak dat keepers anders zijn, een beetje gek misschien. Dat geldt ook voor haar. Ze is soms een einzelgänger. Als de kinderen aan de limonade zaten, dan ging Juul een toren bouwen van de bekertjes. En ze kan vrij kritisch zijn op zichzelf én haar teamgenoten.’

‘In het veld wil Juul zich laten gelden’, stelt haar oudere zus. ‘Ze coacht veel en doet écht mee. Ik vind wel dat ze soms wat langer mag wachten met uitkomen en iets meer geduld mag hebben.’

Juul: ‘Eef is een echte teamspeler. Ze heeft een heel goede basistechniek, inzicht én overzicht. Ze vindt het ook leuk om zowel aan te vallen als te verdedigen en kan goed duels aangaan. Wat ze nog wel zou kunnen verbeteren? Scoren. Ze speelt de bal vaak nog over, terwijl ze dan eigenlijk gewoon zelf moet schieten.’

Keepster Juul in actie tegen Kampong. Foto: Lot Jonker Roelants

Tegenpolen buiten het veld

Buiten het veld verschillen de twee dag en nacht. ‘Meer verschillend kunnen je kinderen eigenlijk niet zijn’, lacht Diederik. ‘Eef is buiten het veld heel bescheiden en rustig. Een mening? Die heeft ze wel, maar die houdt ze liever voor zich. Dat ze aanvoerster is van Meisjes O18-1 was voor haar niet per se nodig. Dat zegt denk ik genoeg over haar karakter.’

‘Juul is meer de ontdekker en minder voorzichtig. Dat komt denk ik doordat voor haar al het pad geplaveid is door Eef. Juul puzzelt thuis regelmatig. Ik mag meehelpen, maar dan onder háár voorwaarden en spelregels. Typisch Juul, die heeft een sterke eigen wil. Ze is ook sociaal. Vroeger, bijvoorbeeld, op de basisschool wist ze van al haar klasgenootjes waar ze woonden. Ze is denk ik bij iedereen thuis wel een keer geweest.’

Haar kamer kan minimaal net zo’n rotzooi zijn als die van mij Juul van Weel over haar zus Eef

Eef: ‘We zijn bijna in alles het tegenovergestelde van elkaar. Juul is veel directer en outgoing, meer van het doen. En dan achteraf kijken of dat wel handig was. Juul laat ook veel op het laatste moment aankomen en is dan regelmatig te laat, haha.’

Juul: ‘Eef is heel erg georganiseerd en gedisciplineerd, daar ben ik af en toe wel jaloers op. Dit is wel voornamelijk gerelateerd aan school, want haar kamer kan minimaal net zo’n rotzooi zijn als die van mij. Ze is iemand die de kat uit de boom kijkt, hoewel ze tegen mij nog wel eens anders kan doen, maar dat is natuurlijk thuis en bekend terrein.’

Zaterdag zetten de twee een volgende stap om in de tophockeyvoetsporen van hun vader te treden. Ze beginnen met een uitwedstrijd tegen SCHC. En hun vader? Die reist ongetwijfeld mee naar Bilthoven om trots toe te kijken.


Wat vind jij? Praat mee...