Conny van Bentum: ‘Ik heb een echt hockeyhart gekregen’

Conny van Bentum maakte furore als topzwemster. Won drie olympische medailles. Runt een eigen huisartsenpraktijk. Is een fanatiek twitteraarster. En, dat is de aanleiding voor dit verhaal, nam onlangs afscheid na vijftien jaar trouwe dienst als teamarts bij Oranje. Aan de hand van zes tweets wandelen we met Van Bentum door het heden en het verleden.

 

‘Na de Olympische Spelen in Tokio ben ik gestopt als teamarts bij de Oranjemannen. Sindsdien ben ik overladen met warme, persoonlijke bedankjes van de jongens. Ik vond het heel bijzonder dat ze écht moeite voor mij hebben gedaan, door het sturen van een kaart, een fles wijn of een bos bloemen. Bijna ieder van hen heeft helaas wel eens een nare blessure gehad of zat er mentaal op sommige momenten doorheen. Ze hebben zich door mij gehoord en gezien gevoeld, denk ik. Dat ze mij op deze manier bedankten, is de mooiste waardering die ik kon krijgen.’

In afgelopen twee coronajaren trad Van Bentum meer op de voorgrond dan voorheen. ‘Ik vertelde de boys steeds wat ze wel en niet mochten. Ik leek wel een strenge boa. We konden daar af en toe hartelijk om lachen met elkaar.’

‘In de jaren daarvoor hielp ik de groep als er fysieke klachten waren, vaak in nauwe samenwerking met de fysiotherapeuten. Daarnaast fungeerde ik als vertrouwenspersoon. De mannen moesten er denk ik wel even aan wennen: ineens een vrouw in de staf. Ik vraag mij af of dat ooit eerder is voorgekomen. Uiteindelijk bouwde ik met hen allemaal een band op.’

Conny van Bentum omhelst Billy Bakker na de gewonnen EK-finale in 2017. Foto: Willem Vernes

‘Ik heb zoveel mooie dingen meegemaakt, zowel met de staf als met de speelsters en spelers. Dieptepunten, zoals de afloop van de Olympische Spelen afgelopen zomer. Maar vooral ook veel hoogtepunten. Het gewonnen EK in eigen land, een paar maanden eerder, was bijvoorbeeld fantastisch om mee te maken. Er mocht eindelijk weer publiek bij zijn en de spanning in de finale tegen Duitsland, met zinderende slotminuten vol goals en de shoot-outserie daarna, was onvergetelijk. Daarnaast gaf een rentree op het veld, na een jaar revalidatie van een speler, altijd een kippenvel-moment.’

‘Maarten Moen is de chefarts bij NOC*NSF. Ik heb het altijd prachtig en een voorrecht gevonden om met topsporters te werken die over een onuitputtelijke drive beschikken. Juist vanwege die grenzeloze motivatie heb ik het altijd als mijn verantwoordelijkheid gezien, samen met de rest van de staf, om alles te doen om blijvende schade te voorkomen. Fysiek, zoals een chronisch versleten rug, maar ook sociaal, emotioneel en psychisch.’

‘Topsporters zijn geneigd ten koste van alles hun doel te bereiken en daarvoor soms de grens over te gaan. In feite kunnen ze té goed tegen een stootje. Pijn? Die negeer je toch gewoon. Honger lijden om meer af te vallen? Geen probleem. Alles voor de sport, zo denken ze vaak. Met soms eet- en slaapstoornissen, depressies en chronische blessures tot gevolg. Ook in de jaren dat ik bij het hockey betrokken was, is er heel veel gebeurd op deze vlakken. Dit bespreekbaar maken, was voor mij een absoluut speerpunt.’

‘Natuurlijk stribbelden de sporters af en toe tegen. Daarin helpt het dat ik zelf op hoog niveau heb gesport en al lang arts ben. Uiteindelijk verliepen 99 procent van dit soort gesprekken in goede harmonie. Ik wilde de sporters faciliteren, hen helpen het beste uit zichzelf te halen. Op momenten neem je misschien wat meer risico’s, zoals voor een olympische finale. Maar nooit mocht en mag dit tot chronische schade leiden of ten koste gaan van hun menszijn en hun zelfbeeld.’

Na haar afscheid van de Oranje hockeymannen vertrok Van Bentum niet volledig uit de sportwereld. Voor de KNZB begeleidt ze topzwemmers tijdens grote toernooien en trainingskampen. Dat is beter te combineren met haar baan als huisarts.

‘Het is een publiek geheim dat Covid voor huisartsen écht zwaar is. Het duurt lang. Te lang.’ Op het moment dat ik deze tweet stuurde, kwam ik net terug van een trainingskamp in Arizona. Met acht uur tijdsverschil en een gillend drukke praktijk zat ik de ochtend erna met een heftige jetlag in mijn spreekkamer. Omdat één van mijn collega’s al meer dan een jaar ziek is, stroomt de wachtkamer continu over, al werken we ons de tandjes. Zeggen: ik ben moe, ik rust nog een dagje uit, is gewoon geen optie. Daar is de praktijk te weerbarstig voor. Op zo’n moment zucht ik wel eens diep.’

‘Ik ervaar serieuze stress als het om werk gaat. Samen met twee anderen ben ik de baas daar, in de praktijk, en hebben we elf personen in dienst. Zeker in deze Covid-tijden is het ongelooflijk moeilijk om mijzelf te begrenzen. Maar de stress zit op het werk, niet in mij. Zodra ik thuis ben, kan ik ontspannen. Dan zoek ik de rust op tijdens een wandeling of het werken in de tuin. Op die momenten kan ik echt de batterij opladen, hoe instabiel de werksituatie ook is.’

‘Ik plaatste deze tweet naar aanleiding van een bericht van de NOS over een onderzoek naar mentale problemen bij olympische sporters. Dit sluit aan bij mijn eerdere tweet over het altijd willen doorgaan van topsporters. Die meiden en jongens kunnen ongelooflijk veel aan. Als zij zeggen: het is niet oké wat hier gebeurt of hoe het gaat, dan moet je die signalen serieus nemen. Ik kan daarom niet anders dan blij zijn dat er een onafhankelijk onderzoek naar komt. Dat geeft de beste kans op het achterhalen en begrijpen waar de pijn zit, zodat daar lering uit te trekken is.’

‘Als topsporter ben je nóg kwetsbaarder voor onrecht, misbruik van macht of andere vormen van grensoverschrijdend gedrag. Zij zijn én afhankelijk van coaches en andere stafleden én hebben zo’n sterke motivatie dat zij geneigd zijn om over al hun grenzen heen te stappen om maar dat ene doel te bereiken.’

Veelvuldig overleg tussen de stafleden heeft Van Bentum altijd gestimuleerd, zoals hier binnen de leiding van de Oranje Heren in 2017. Foto: Willem Vernes

‘Dat sommige mensen vinden dat sporters zich aanstellen door grensoverschrijdend gedrag aan te kaarten, vind ik dus absolute onzin. Onrecht en misbruik is van alle tijden. Bewegingen als MeToo en Black Lives Matter hebben openingen geboden om hier meer ruchtbaarheid aan te geven. In mijn ogen is dat een goede ontwikkeling, die alleen maar steun verdient, hoe schrijnend ook.’

Een citaat van interim-bondcoach Jamilon Mülders, eerder deze maand op onze site. ‘Ik ben het hier het grondig mee eens. Ik werk niet voor niets al mijn hele leven in de topsport. Het is prachtig en soms hard. Maar die hardheid heeft een grens. Kritiek uiten op gedrag, zoals een slechte bal of geen inzet tonen hoort er echt bij maar een speler moet in de basis altijd voelen: ik krijg kritiek als speler, maar ik ben oké als persoon en mijn welzijn staat voorop. Niet alleen omdat ze dan beter presteren, maar vooral omdat dat uiteindelijk veel belangrijker is dan het winnen van medailles.’

Niet alleen als arts, maar zeker ook als vertrouwenspersoon heeft Van Bentum ook binnen het hockey altijd willen bijdragen aan het zich senang voelen door de spelers. ‘Dat deed ik door beschikbaar en aanwezig te zijn voor hen. Snel reageren als ik een appje ontving of een telefoontje kreeg. Het gevoel geven: ik ga je helpen. Ik wilde een veilige plek bieden om hun kwetsbaarheden en onzekerheden op tafel te leggen. Dan konden we het erover hebben en samen naar een oplossing kijken.’

‘Betekenisvolle verbindingen aangaan, dat is voor mij de essentie van het leven. Die zijn honderd keer meer waard dan welke prijs dan ook.’

‘Jeroen Bijl (technisch directeur van de KNHB, red.) belde mij een tijdje geleden op. Hij wilde persoonlijk afscheid van mij nemen. Zo planden we een lunchafspraak, waar ik argeloos naartoe ging. Toen ik aankwam, zag ik dat ook algemeen directeur Erik Gerritsen en voorzitter Erik Cornelissen er waren. Goh, wat een zwaar geschut, dacht ik nog.’

‘Aan het eind van de lunch hield Erik Cornelissen een speech. Nog altijd had ik niets door. Toen hij mij uiteindelijk vertelde dat ik tot Lid van Verdienste was benoemd, was ik oprecht verguld. Nooit heb ik zelf gehockeyd, maar in de vijftien jaar dat ik nauw bij de sport betrokken ben geraakt, heb ik een echt hockeyhart gekregen.’

Conny van Bentum (midden) viert het door de Oranje Dames gewonnen WK in 2014, samen met mede-stafleden van toen Ageeth Boomgaardt en Clarinda Sinnige. Foto: Willem Vernes

‘Die liefde of ook maar enige aandacht voor hockey had ik voor die tijd zeker niet. Toen Tom van ’t Hek in 1995 net coach van de Oranje Dames was geworden, moest hij mij wel vier keer vragen of ik als arts in zijn team wilde komen. Het leek mij maar niets, maar het feit dat ik uiteindelijk vijftien jaar ben gebleven, is alleszeggend.’

En dus neemt zwemster Conny van Bentum afscheid van het tophockey als Lid van Verdienste van de KNHB. ‘Het was écht een voorrecht om te doen. Ik heb mooie mensen ontmoet, veel gelachen en vrienden voor het leven gemaakt. Dat mis ik, maar met een dikke smile op mijn gezicht. Ik blijf het hockey op de voet volgen. En terugkeren? Misschien straks als KNHB-bobo op de tribune.’


Wat vind jij? Praat mee...