De Kilimanjaro als voorbereiding op de tweede seizoenshelft

Het ene naar het andere team vertrok in aanloop naar de tweede seizoenshelft naar Spanje. Een enkele ploeg belandde in Italië of in de Ardennen. Roos Stegeman, speelster van Wageningen meisjes A1, had een iets andere route naar de tweede seizoenshelft. Zij beklom vorige maand de Kilimanjaro, de berg van bijna zesduizend meter hoog in Tanzania. 

Polepole! Polepole! Ze gaat het Swahilische woord voor ‘langzaam’ waarschijnlijk nooit meer vergeten. Het brengt Stegeman terug naar 25 februari, kort voor middernacht. Ze begint, samen met haar vader, met een groep van twaalf Nederlanders aan de laatste etappe van hun zesdaagse tocht. Het zwaarste en langste deel. Langzaam, héél langzaam trekt de stoet naar boven, naar de top van de Kilimanjaro, de hoogste berg van Afrika. Het is aardedonker, het pad loopt steil omhoog, het einde is nog lang niet in zicht. Het vriest vijftien graden. Windkracht vijf. Het is ijzig koud.

Grenzen verleggen

We gaan drie maanden terug in de tijd. Stegemans vader speelt al twee jaar met het idee om eens de Kilimanjaro te gaan beklimmen. Hij sluit zich aan bij een groep en bereidt zich voor op een intensieve wandeltocht. Dan valt afgelopen november een van de groepsleden uit. Stegemans vader vraagt in een opwelling of zijn dochter wellicht te porren is voor dit avontuur.

‘Mijn eerste reactie was: no way!’, zegt het talent uit de A1 van Wageningen. ‘Geen haar op mijn hoofd die eraan dacht om mee te gaan met die extreme omstandigheden waarover mijn vader al verteld had. Maar de dag daarna dacht ik: waarom niet? Ik zag ik het als een kans. Een kans om eens uit mijn comfortzone te stappen. Mijn eigen grenzen te verleggen. Iets te gaan doen waarvan ik niet wist of het zou lukken.’

Nog diezelfde dag belt de verdediger met haar school en haar coach. ‘Ik doe dit jaar mijn havo-examen, maar mijn school vond dat ik er goed genoeg voor sta om een aantal lesdagen te missen. Mijn coach en teamgenoten reageerden ook positief.  Gelukkig heb ik qua hockey ook weinig gemist. De tweede seizoenshelft is immers nog niet begonnen.’

Rechtsachter Stegeman in actie voor Wageningen Meisjes A1. 

Stegeman besluit daarnaast dat ze een goed doel wil koppelen aan haar avontuur. ‘Mijn moeder traint hulphonden: honden die terechtkomen bij mensen met epilepsie, die een posttraumatische stoornis hebben of in een rolstoel zitten. Ik ben dol op honden en zie van dichtbij wat een fantastisch werk zij doen. Mijn keuze voor de Stichting Hulphond was dus snel gemaakt.’

Eind februari is het zover. Na een paar maanden voorbereiding vertrekken Stegeman en haar vader naar Tanzania. ‘Ik ging ernaartoe met als doel om zonder bewijsdrang de berg op te gaan. Daar heb ik gewoonlijk nogal een handje van, ook op het hockeyveld.’

Ik wilde meerdere keren stoppen. Dankzij ademhalingsoefeningen ging ik toch steeds door. Roos Stegeman

‘Al snel kwam ik erachter dat ik niets te bewijzen had. Het enige wat telde, was het met de groep stap voor stap naar boven gaan. Niet omdat het moest, maar omdat het mooi was om dit met elkaar te doen én voor de stichting waarvoor een sponsorbedrag van ruim tweeduizend euro klaarlag. Ik was verreweg de jongste, de eerstvolgende was in de dertig. Toch voelde ik mij enorm prettig en gesteund in de groep. Het was bijzonder om zo dicht op elkaar te leven: overdag tijdens het wandelen, ’s avonds en ’s nachts in ons tentenkamp. Tijdens die dagen voerden we diepe gesprekken. En we hadden elkaar nodig op moeilijke momenten.’

Want fluitend de berg op gaan, was er niet bij. ‘Het was zwaar. Ik heb meerdere keren gedacht: waarom doe ik dit? Ik wilde stoppen, maar als ik dan ademhalingsoefeningen deed en het erover had met mijn vader en andere groepsgenoten, dan wilde ik graag door: de spanning was dan weer weg, het leed te overzien.’

Roos Stegeman, in het midden met beige jas en een wit shirt, bedwong eind februari de Kilimanjaro.

Mentale dreun

De grootste mentale uitdaging kreeg Stegeman halverwege de tocht voor de kiezen. ‘’s Nachts bleek een groepsgenoot twee lichte tia’s te hebben gekregen.  Samen met een begeleider ging ze terug naar beneden. Dat was al schrikken. Bovendien hielp die begeleider mij op moeilijke momenten heen met zijn ademhalingstechnieken. Gelukkig nam iemand anders uit de groep zijn stokje over en is het met de groepsgenoot goed afgelopen.’

Stegeman ploegde zich steeds verder naar boven. ‘Door dit soort incidenten ontdekte ik dat je pas daar kan zeggen of je het gaat halen. De berg nam mij helemaal mee, met alle zware omstandigheden die erbij kwamen, maar ook de prachtige landschappen onderweg. En de zonsopgang, op de top van de Kilimanjaro na een nacht klimmen, was de mooiste die ik ooit heb gezien.’

Stegeman kan lachen weer na het bereiken van de top. 

Van Tanzania terug naar Ede

Terug in Ede, waar Stegeman woont, wacht het ‘gewone’ leven weer. Een leven waarin hockey een belangrijke rol speelt. ‘Ik vind hockey fantastisch, alleen al vanwege het teamgevoel. We spelen dit jaar in de landelijke competitie met Wageningen en ik mocht deze week selectie doen voor het Nederlands A. Waar ik voorheen supergespannen was voor dat soort selectiemomenten en alleen maar bezig was met moeten presteren, ging ik er nu anders naartoe. Ik laat pas echt kan zien wat ik waard ben, als ik mezelf geruststel. Ik ga van tevoren dus zeker ademhalingsoefeningen doen.’

Ook bij Wageningen wil Stegeman haar pas verworven trucjes toepassen. ‘Sowieso ga ik voor mezelf bewuster signaleren hoe ik mezelf op kan peppen of juist rustiger kan maken door op een bepaalde manier te ademen. Op die berg heb ik gemerkt dat het simpelweg dondersgoed werkt. Of het ook geschikt is om met het team te doen, weet ik niet. Het maakt best veel lawaai en klinkt misschien zweverig. Ik ga het in ieder geval met mijn coach bespreken.’

In het veld verwacht Stegeman een andere speelster te zijn. ‘Ik denk dat ik mijzelf nu sneller iets kan vergeven. Minder boos word, minder bezig zijn met presteren. Tijdens de beklimming heb ik gemerkt dat ik geen bewijsdrang nodig heb. Dat is een bevrijdend gevoel waarvan ik heel blij ben dat ik het nu, op mijn zestiende, al ontdekt heb.’


Wat vind jij? Praat mee...