Piepjong Voordaan staat fysiek altijd met 1-0 achter

Ze zijn gemiddeld maar veertien jaar en vaak een kop kleiner dan hun tegenstanders. Voordaan JO 16-1 is met maar liefst twaalf eerstejaars een van de groentjes in de landelijke jeugdcompetitie.

In mei zaten ze in Groenekan een beetje met hun handen in het jaar. Ze hadden pas tien man op papier. Een aantal tweedejaars was gestopt, overgestapt naar een andere club of doorgeschoven naar JO18-1 van Voordaan. Er zat dan nog maar één ding op voor coach Valérie van Lynden.

Ze moesten om zich heen kijken en spelers van buitenaf halen. Na een aantal belletjes en privéberichten op Instagram zijn er uiteindelijk vier jongens binnengehaald, van bijvoorbeeld Zwaluwen en ’t Spandersbosch. Er werd bewust gezocht naar spelers die al in het district speelden, of daar heel dichtbij zaten.

Van links naar rechts: Pepijn van Oirschot, Finn Bikker en Hidde van der Heijden. Foto: Valérie van Lynden

Tegen jongens die twee jaar ouder zijn

Die nieuwkomers spelen allemaal voor het eerste jaar in deze leeftijdscategorie. En dat geldt ook voor een heleboel van hun teamgenoten. De meeste spelers zitten pas in de derde klas. ‘Je hoort het niet vaak, twaalf eerstejaars in een team. De verhoudingen zijn meestal gelijkwaardig. Daarnaast speel je tegen jongens die vijftien of zestien jaar zijn. Dan zijn wij in vergelijking inderdaad een jong team.’

‘Het is een talentvolle groep met veel inhoud, maar met weinig ervaring. We zullen daarom hard moeten werken aan de fysieke en mentale factoren. Daar hebben we nu nog moeite mee’, zegt Van Lynden.

Het verbeteren van die fysieke en mentale staat begon al tijdens de voorbereiding. ‘Om duelkracht te trainen zijn we met het team gaan rugbyen. Op die manier konden de jongens wennen aan de fysieke duels die ze straks op het veld gaan tegenkomen. Het team staat fysiek altijd met 1-0 achter. Ook het mentale aspect is nieuw voor de ploeg. Je moet als speler kunnen omgaan met prestatiedruk, verwachtingen van anderen, druk vanuit tegenstanders en chaos op het veld.’

Dat merkte Van Lynden tijdens de eerste zege van het seizoen. ‘We speelden een goede pot en stonden met 4-0 voor. Op dat moment ontstond er paniek, want wij als jonkies konden zomaar eens gaan winnen. Door deze kortsluiting werd het zwart voor onze ogen. We kregen twee groene kaarten en een strafbal tegen. De Jenga-toren brak af. Zeer onnodig, want we waren vele malen beter’, vertelt de coach.

Voordaan JO16-1 speelt rugby. Foto: Valérie van Lynden

Voordaan werkt structureel aan hun verbeterpunten. Allereerst is er een conditie- en krachtmoment gepland om sterker te worden en om blessures te voorkomen. Daarnaast leren de jongens om zo veel mogelijk uit duel te hockeyen. Immers: wie niet sterk is, moet slim zijn. ‘We moeten samenwerken als een collectief. Individueel zijn we nergens’, zegt Van Lynden.

Op de rem trappen

Niet alleen de jongens staan voor een grote uitdaging. De coach heeft het soms ook lastig. ‘Ik moet af en toe op mijn rem trappen. Ik kan er niet vanuit gaan dat het team alles in één keer onthoudt en begrijpt. Ik zal daarom veel moeten herhalen, terwijl ik stiekem al veel verder wil zijn.’

Aankomend weekend speelt Voordaan, vijfde in hun poule, tegen grote broer en koploper Kampong. Van Lynden: ‘Het maakt me niet uit wat de uitslag wordt. Ik wil vooral trots kunnen zijn op de boys.’

Voordaan JO16-1 tijdens een bespreking met coach Valérie van Lynden. Foto: Hidde Plantenga

 


1 Reactie

  1. RobertEngel

    Lekker bezig boys!! Go get ‘em!!


Wat vind jij? Praat mee...