Max Caldas: ‘De goede sfeer was er al voor deze overwinningen’

Middenvelder Jonas de Geus kreeg een aai over zijn bol, assistent-coach Taco van den Honert een high-five en zijn captain Billy Bakker een veelzeggende, stevige handdruk en een goedkeurende knik. Bondscoach Max Caldas was dinsdag na afloop van het met 3-1 gewonnen duel tegen India zichtbaar in zijn nopjes over de prestatie van de Oranje Heren en deelde dat met zijn team.

‘Ik ben anders dan dat ik was’, vertelt de coach. ‘Ik sta meer in de groep. Daar waar mijn kracht ook ligt. Soms moet ik voor mijn gevoel wel eens overcommuniceren. Opletten dat ik eigenlijk dagelijks elke speler even aandacht geef, een gesprek voer, ze even aanraak. Net als de groep ben ook ik in ontwikkeling.’

Het is slechts een tiental minuten na afloop van het duel met India als Caldas ontspannen, zittend op een houten bankje, een persoonlijk inkijkje geeft in zijn relatie met de spelers. Hij is ontspannen, praat honderduit en glimlacht af en toe naar de Indiase fotograaf die hem tijdens het gesprek van amper een meter afstand al tien minuten lang onophoudelijk op beeld vastlegt.

Max Caldas feliciteert Bjorn Kellerman met de zege op India. Foto: Frank Uijlenbroek

De sfeer van de ploeg komt ter sprake. Die wordt door iedereen rondom de Oranje Heren geroemd en is ook zichtbaar. Spelers lachen met elkaar, er wordt gedold. Dat is ook niet gek na vier overwinningen? ‘Natuurlijk helpt dat’, reageert Caldas. ‘Maar de sfeer in de ploeg was daarvoor ook al goed. Of de sfeer beter is door de overwinningen of we door de goede sfeer juist winnen; dat zullen we nooit precies weten.’

‘We waren gewoon een stuk beter dan India. En dat met al die jonge gasten’

Wat we wel weten, is dat Oranje keurig op koers ligt bij de Hockey World League in Londen. In de eerste drie wedstrijden tegen Schotland, Canada en Pakistan was er al drie keer winst. Gezien de beperkte tegenstand misschien ook geen verrassing. Maar hockeygrootmacht India was van een andere orde. Juist tegen de ploeg van de Nederlandse bondscoach Roelant Oltmans liet Nederland zijn beste spel tot nu toe op de HWL zien.
Caldas, met zichtbare trots: ‘We waren vandaag gewoon een stuk beter dan India. En dat met al die jonge gasten. Sommigen zitten er net bij. Vooral het eerste kwart was heel goed. We hadden gemakkelijk 5-0 voor kunnen staan. We hebben veel kansen gehad. Geen mogelijkheden, maar echt grote kansen. In het afmaken van die kansen moeten we ons nog verbeteren. Onze percentages moeten omhoog. Zeker als je verder in een toernooi komt, moeten de afrondingspercentages boven de 70 procent zitten. Het liefst moet elke kans een treffer zijn. Daar werken we naar toe.’

Het is Caldas ten voeten uit. De coach streeft naar perfectie. Elke wedstrijd, elke training. Maar anders dan soms voorheen, is hij niet meer de coach die de neiging heeft om alles voor te kauwen. Hij legt veel meer verantwoordelijkheid bij de spelers. Hij illustreert dat met een voorbeeld: ‘Na de wedstrijd gaan de spelers zelf in groepjes het duel analyseren. Ze moeten zelf aangeven wat er beter kan en hoe de oplossing eruitziet. Daarmee komen ze dan naar ons toe.’

Onder de Afrikaanse zon legde Caldas de basis voor de goede sfeer in groep

Die werkwijze van Caldas is sinds januari gemeengoed bij Oranje. In Zuid-Afrika had hij destijds de Oranje-selectie voor het eerst sinds de teleurstellend verlopen Spelen in Rio weer bij elkaar.  Onder de Afrikaanse zon legde Caldas de basis voor de goede sfeer in de groep. Met gesprekken. Maar ook door de jonkies die voor het eerst bij groep waren, ten overstaan van de andere spelers hun zienswijze te laten delen. Een pitte klus voor de jongelingen, maar het maakte de groep sterker, hechter.

Caldas doceert zijn spelers tijdens een break. Foto: Frank Uijlenbroek

In Zuid-Afrika maakte Caldas ook duidelijk dat hij zich gaat focussen op twee aspecten in het Nederlandse spel: de technische vaardigheden en het zone-verdediging. Hij liet de selectie de techniek veel oefenen in de zaal en besteedde op de trainingen en analyses veel aandacht aan de organisatie zonder bal. Caldas, nu zes maanden later: ‘Ik vind dat we op beide aspecten progressie boeken. De technische skills zijn verbeterd, maar daarin moeten we nog beter worden. We lijden nog te veel balverlies door slechte aannames en passes. De skills moeten omhoog. Dan kunnen we ook voor het doel nog doeltreffender zijn. De vaardigheden zijn nog steeds het cruciale topic voor deze zomer. Met mijn assistenten ben ik aan het kijken hoe we dat verder kunnen verbeteren. We filosoferen over de manier waarop we dat trainen: droog of in een spelvorm. We willen daar gewoon beter in worden. Dat geldt voor ons, maar ook voor Jong Oranje en voor Jongens A.’

India kwam een kwart lang niet uit de verstikkende wurggreep van Oranje

De zoneverdediging bracht Nederland veel succes tot nu toe. Oranje loert op snelle intercepties waarmee de tegenstanders worden verrast. India liet zich bij drie treffers ringeloren en kwam met name in het eerste kwart niet uit de verstikkende wurggreep van Nederland. Pas na tien minuten doemden de India-spelers voor het eerst met de bal op in de buurt van de Nederlandse cirkel. Caldas: ‘Ik ben heel tevreden hoe de zone-verdediging nu loopt. Het is voor de spelers wennen. Bij mandekking heb je een vaste tegenstander, dat geeft zekerheid. Bij zoneverdediging moet je het samen oplossen, dat vraagt veel communicatie en geeft een cognitieve uitdaging. Daar worden we steeds beter in, maar vraagt veel training.’

Bij Aziatische landen is het hot of cold

Nederland wacht donderdag in de kwartfinale China als laatste horde naar kwalificatie voor het WK 2018 in India. Caldas vindt de meeste Aziatische tegenstanders moeilijk in te schatten. ‘Het is hot of cold. De ene keer zijn ze heel goed, de andere keer een stuk minder. Het kan maar net zo zijn dat ze tegen jou de beste wedstrijd van het toernooi spelen. Maar wij moeten vooral naar ons zelf kijken. We spelen nu goed, maar op details kan het beter. Zowel als team als individueel. Wij moeten gewoon zorgen dat we er staan in de kwartfinale. En dat gaat gebeuren.’