Seve van Ass: ‘Was voor deze selectie het meest nerveus’

Een jaar geleden ging het niet best met de internationale loopbaan van Seve van Ass. De meeste ervaren veldspeler van Oranje werd na een jaar vol blessureleed gepasseerd voor het EK. De 32-jarige middenvelder herstelde knap van die klap. Want komende zomer is-ie er gewoon weer bij, voor zijn derde Olympische Spelen. Het worden zijn laatste wedstrijden als international.

Rio 2016, Tokio 2021 en dus Parijs 2024. Het imposante olympische rijtje van Seve van Ass. ‘Maar voor deze selectie was ik het meest nerveus’, geeft de 225-voudig international toe. ‘Natuurlijk komt dat door de aanloop naar dit toernooi. In alle jaren dat ik bij Oranje zit, ben er ik nooit van uitgegaan dat ik er ‘wel even’ bijzat. Al voel je dat wel aankomen. Voor deze plek heb ik het hardst moeten knokken. En dat maakt het geluksgevoel nog mooier.’

Dinsdag aan het eind van de middag kreeg hij zijn belangrijkste mail van het jaar. De olympische selectie met daarin ook zijn naam. Woensdagochtend werd de inhoud van dat berichtje openbaar. Vanaf tien uur stroomden de felicitaties binnen. Op die dag kwam ook de olympische groep bijeen voor een training. Een feestmoment. Eentje met high-fives en knuffels. In het Wagener vlogen de spelers elkaar opgelucht in de armen.

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door OranjeHockey (@oranjehockey)

‘Wilde niet nog zo’n kwakkeljaar’

Van Ass was daar ook dolgraag bijgeweest. ‘Maar ik heb een buikgriepje opgelopen. Een virus, dacht de teamarts. Daarom was het niet verstandig om woensdag naar de training te komen. Ik heb vooral in mijn bed gelegen, al krabbelde ik aan het eind van de dag wel weer wat op. Niets om je zorgen over te maken. Ben er straks op de Pro League gewoon weer bij, hoor.’

Zorgen om zijn fysieke staat zijn sowieso verleden tijd. Want ondanks de degradatie met zijn club HGC, wat hem natuurlijk veel pijn deed, stond er dit seizoen weer een frisse Van Ass. Dat lag ook aan dat zwakke jaar dat achter hem lag, waarin hij constant achtervolgd werd door een hamstringblessure. Hij was het er in augustus niet mee eens dat bondscoach Jeroen Delmée twijfelde aan zijn fitheid. Maar de routinier was ondertussen wel aan het denken gezet.

‘Ik wilde niet nog zo’n kwakkeljaar meemaken. Daarom zijn we gaan kijken naar mijn belasting. Zoals Jeroen al aangaf hebben we mijn fysieke belasting aangepakt. Minder pure krachttraining en meer gekeken naar het bewegen op zich. Kijk, van nature ben ik niet meest flexibele atleet. Ik moet waken voor stijfheid. Ik merk nu, door die andere manier van trainen, dat ik losser en beter beweeg.’

Met Floris Middendorp na een goal in de Pro League. Foto: Worldsportpics

De oude Seve kwam weer terug

Hij lacht, alsof hij zichzelf voor zich ziet. ‘Vorig jaar stapte ik weleens met een heel stijf lijf uit de auto na een training. Dat ik echt dacht: jeetje, hoe ga ik dit morgen weer doen? Dat schiet op een gegeven moment natuurlijk niet op. Gelukkig is dat nu helemaal anders. Ik voel me veel soepeler. Heb het idee dat ik fysiek er helemaal sta. En dat heeft ook weer z’n weerslag op mijn spel gehad. Je bent nou eenmaal niet op je best als je constant op je tenen loopt.’

Het contrast was dus groot. Want hij had een van zijn drukste jaren in zijn tophockeyloopbaan die al zo’n zestien seizoenen duurt. ‘Ik heb bijna geen training gemist. Een keertje heb ik een wedstrijd bij HGC laten schieten, omdat dat beter was. Maar verder was ik overal bij. In februari, op de Pro League in India speelde ik zeven van de acht wedstrijden. Weet je hoe lekker het is, als je merkt dat je niveau groeit?’

Weer die lach, nu een beetje uit bescheidenheid. ‘Ik kreeg na die wedstrijden te horen dat mensen weer de oude Seve hadden gezien. Zelfs teamgenoten zeiden dat. Ik heb het zelf nog liever over de nieuwe Seve, omdat ik mij volgens mij nog steeds ontwikkel. Maar de achterliggende gedachte was duidelijk: ik was fris en vrij, een gevoel dat een tijdje weg was.’

Foto: Willem Vernes

Zijn laatste maanden in Oranje

De Spelen worden een slot van een bizar seizoen. ‘Knotsgek’, vindt Van Ass zelfs. ‘Natuurlijk door de degradatie met HGC. Dat heeft ook mentaal veel energie gekost. Maar ook de lange periodes dat we weg waren met Oranje waren pittig. In de winter zijn we 2,5 maand van huis geweest. En natuurlijk was er ook mijn eigen missie om er in Parijs bij te zijn. Als je alles bij elkaar optelt was dit het meest intensieve en uitdagende jaar uit mijn carrière.’

Omdat die persoonlijke missie slaagde, staat Seve straks net als zijn vader – en vrouwenbondscoach – Paul van Ass in het olympische hockeystadion. ‘Komt het alsnog goed’, grijnst Van Ass junior. ‘Ik snap waarom het je benadrukt. In 2012 was mijn vader bondscoach bij de mannen. Liet hij mij als laatste afvallen voor de Spelen van Londen. Voor de duidelijkheid: dat hebben we al lang en breed uitgepraat. In 2016 en 2021 was ik erbij, maar hij niet. Toevallig lukt het nu toch nog om er tegelijk te zijn. Het kwam direct ter sprake toen ik mijn ouders vertelde dat ik geselecteerd was. Het is een heel mooi idee, maar ook echt niet meer dan dat.’

Het worden hoe dan ook zijn allerlaatste maanden in Oranje. Hij stopt na de Spelen als international. Misschien zelfs wel als tophockeyer. Van Ass gaf al aan dat hij niet met HGC meegaat naar de Promotieklasse. ‘Het clubhockey is iets voor later’, vindt Van Ass. ‘Ik wil me nu volledig richten op Oranje. Ik merk aan alles dat deze selectieplek voelt als een mijlpaal. Maar eigenlijk begint het nu pas.’


Wat vind jij? Praat mee...