Aanvoerder Billy Bakker wil niet overkomen als klager, antwoordt hij op de vraag of het afgelopen half jaar de zwaarste maanden waren uit zijn hockeycarrière. Maar heeft de Pro League toekomst? ‘Ik denk het wel’, zegt Bakker na de laatste poulewedstrijd van Nederland in de nieuwe landencompetitie.
Vorig jaar speelde het Nederlands Elftal in Gorinchem rond deze periode Rabo Super Serie-wedstrijden tegen Frankrijk, met een oer-Hollandse windmolen op de achtergrond. Dat was uniek en leuk voor het hockey rond Gorinchem. Deze zaterdag speelde Oranje de laatste poulewedstrijd van de Pro League tegen Australië en zaten er 6.500 toeschouwers op de uitverkochte tribunes. Die supporters hadden zoveel zin in het hockey, dat ze bijna allemaal die twee uur vertraging vanwege een haperende sproei-installatie voor lief namen. Het hockey naar de ‘kleinere clubs’ brengen is mooi, maar spelen in een uitverkocht Wagener Stadion – wat de nieuwe Pro League met zich meebrengt – is ook schitterend.
Amsterdammer Bakker (30) begon ooit met hockeyen in het Amsterdamse Bos en is er nooit meer weggegaan. Hij had in zijn hele hockeyleven nog nooit meegemaakt dat de sproeiers het niet deden in het Wagener Stadion, maar juist bij de eerste Pro League-wedstrijd ooit in het nationale hockeystadion, weigerden ze dienst. Toch deed het enthousiasme van het publiek wat met Bakker, die behalve een van de aanvoerders van Oranje ook aanvoerder is van hockeyclub Amsterdam. Het ongetwijfeld vermoeide lijf, veerde zichtbaar op tijdens de wedstrijd tegen Australië.
‘Van zo’n stadion krijg je veel energie’
Bakker was ook een van de weinige spelers die zich zaterdag goed staande hield tegen het Australische hockeygeweld. ‘Het publiek was leuk. Dat ze gewoon bleven zitten, vond ik hartstikke mooi. Van zo’n stadion krijg je veel energie. Je hebt dan geen moeite om energie te leveren. Alleen de dag erna is de training wat zwaar’, zei Bakker na de nederlaag met grote cijfers. ‘Het resultaat was nu minder. We willen zo snel mogelijk met een vaste selectie groeien in ons eigen spel. Dat hebben we nog niet altijd kunnen laten zien.’
Verschillende samenstellingen waren een uitdaging voor Oranje
Bakker speelde bijna alle veertien Pro League-wedstrijden. Gevraagd naar zijn indruk van de eerste editie, zegt hij dat het een lange reis was, met de nadruk op láng. ‘Letterlijk en figuurlijk. Nieuw-Zeeland, Australië, Argentinië, en dat in verschillende samenstellingen. Met het WK daarvoor dat heel intensief was. Plus de club en mijn thuissituatie. Het is een lang seizoen geweest. We hebben geroeid met de riemen die we hebben, in continu verschillende samenstellingen. Maar we wilden die top-4 halen’, concludeerde Bakker.
Hij bewaart goede herinneringen aan de wedstrijden tegen Australië in Melbourne (5-5) in 38 graden, de overwinning op Nieuw-Zeeland (3-4) en het succesvolle zespuntenweekend tegen België. Maar ook aan de 4-0 zege op Spanje en de knappe 2-4 tegen Duitsland in Mönchengladbach.
Dat waren de wedstrijden die in zijn gedachten positief zijn blijven hangen.‘Er zijn ook potten waar ik anders over denk.’
Feit is dat de Pro League-campagne van de Oranje Heren zich kenmerkte door wisselvalligheid. Oranje zwalkte in de Pro League van soms een draak van een wedstrijd tot een heerlijke voorstelling. Of liet nadrukkelijk twee gezichten zien in een wedstrijd. Zoals in Antwerpen, toen België voor de rust domineerde en Oranje daarna. In Valencia, tegen Spanje: een 3-0 voorsprong die – met een relatief onervaren team – in de laatste minuten alsnog 3-3 werd. De schrale 2-2 tegen Argentinië afgelopen woensdag, de zielloze 0-0 tegen Nieuw-Zeeland, de 1-3 nederlaag tegen Groot-Brittannië in Eindhoven, de 0-1 tegen Duitsland in Rotterdam, de chaotische 3-4 nederlaag in Buenos Aires: Oranje balanceerde op een dun koord in de prestigieuze landencompetitie. Soms knapte het koord, maar toen de Nederlandse hockeyers écht moesten presteren om de Grand Final te halen, werden er punten gehaald.
Twee jaar geleden dat Bakker vakantie had
De wisselvallige Pro League-campagne is uiteraard ook het gevolg van de vele spelerswisselingen, die ook hun waarde bewezen. Zo beleeft Diede van Puffelen zijn tweede hockeyjeugd, kon Marlon Landbrug proeven van het internationale hockey, maakte Arjen Lodewijks een onverwacht debuut en konden jonkies als Justen Blok, Teun Beins en Max Kuijpers voelen hoe het is om internationaal met de grote jongens mee te doen. Maar door al die wisselende samenstellingen – ook door verschillende clubbelangen – was het soms roeien met de riemen die Oranje op dat moment had.
Toch was bij veel spelers ook de vermoeidheid te zien, fysiek dan wel mentaal. De frisheid ontbrak soms bij de Nederlanders, die net als bij een paar andere landen de Pro League combineerden met een serieuze clubcompetitie. Bakker denkt dat de Pro League toekomst heeft. Het bracht Nederland veel volle hockeystadions. In het buitenland was de opkomst wisselvalliger. ‘De shift naar professionalisering komt steeds dichterbij. Wij zijn veel weg, zo’n 180 dagen naast je club. Als daar wat financieel tegenover staat, kan het. Als dat niet gaat, moet er een ander concept komen’, vindt Bakker, die dus niet als klager wil worden gezien. Voor hem kwam het moeizame seizoen van zijn club Amsterdam nog bovenop de verplichtingen van de veeleisende landencompetitie.
‘Dit was wennen. Het was zwaar ja. Maar het hoort er ook bij. Ik vind dat het onderdeel is van topsport, dat je hiermee om moet gaan. Maar inderdaad, het is lang geweest. Het is twee jaar geleden dat ik voor het laatst op vakantie ben geweest. Dat vergeten mensen weleens. Het is vol te houden, alleen zullen de hockeycarrières korter worden, als ze dit doorzetten.’
‘Als we niet winnen, is het slecht. Maar andere landen doen ook mee’
Bakker heeft zich tijdens de Pro League wel eens gestoord aan de kritiek op de prestatie van de vaderlandse hockeyers. ‘Winnen is normaal. Als we niet winnen, is het slecht. Maar andere landen doen ook mee. We winnen twee keer op rij een EK. We verliezen de finale van het WK op shoot-outs.’
Dat de verwachtingen in Nederland nou eenmaal hooggespannen zijn, omdat ons land over de meeste kunstgrasvelden beschikt, een succesvol verleden met grote titels herbergt en de beste clubcompetitie van de wereld heeft, wil niet zeggen dat Oranje altijd alles wint, vindt de aanvoerder. ‘Omdat wij de meeste leden hebben, wil dat niet zeggen dat wij automatisch nummer 1 van de wereld zijn. Het gaat om het beste team. Dat is een heel ander verhaal.’
Nog een week. Dan mag Bakker met vakantie. Daarna start de voorbereiding op het EK in Antwerpen in augustus, waar Oranje zich kan kwalificeren voor de Olympische Spelen van Tokio. Nog één week vlammen en dan kan de Pro League voor 2019 in de geschiedenisboeken. ‘Ik ben trots dat we bij de top-4 zitten. Nu komt de focus op de winst. Daarvoor hebben we nog twee wedstrijden. Daar willen we sterk zijn en winnen, net zoals we het EK willen winnen.’
8 Reacties
luchtisblauwgrasisgroen
De verwachtingen hoog gespannen? Dat mag ook wel na 19 jaar geen WK of OS winst... beetje jammer dat Bakker zich nu al indekt zonder te reflecteren op zijn generatie.
Runa Honig
Hoewel ik alleen de samenvatting heb gezien, leek het een behoorlijke afstraffing met een fitter, sneller en fysiek veel sterker Australië en dan krijg je een verhaal over billy bakker die 2 jaar geen vakantie heeft gehad en dat het allemaal zo zwaar is en dat we niet zulke hoge verwachtingen moeten hebben. Sorry, ik haak even af!
robbertsmit
Idd qua duelkracht, passprecisie, overtuiging, conditie was Australie veruit de betere. Weliswaar vielen alle doelpunten uit corners maar NL was helaas werkelijk niet opgewassen. Ik begrijp opmerkingen over ‘weliswaar verloren maar mooie test, goede voorbereiding voor final4. en EK etc’ nooit zo goed als je gewoon op je kloten hebt gehad. Best ontluisterend, uiteraard groot fan, maar eea leek echt weer op ‘mannen versus jongens’.
r-wortmann
ik denk dat de schrijver van dit bericht het goed formuleerd: "Oranje zwalkte in de Pro League van soms een draak van een wedstrijd tot een heerlijke voorstelling”. Ik krijg zelf geen kijk op het aantal veranderingen binnen de ploeg. Ik kan het me voorstellen dat de coaches andere spelers een kans willen geven, of verschillende tactieken willen uitproberen, maar fitheid, techniek en inzet moeten toch op z’n minst gelijk aan de tegenstanders zijn? Wat is de gedachte van de coach van zo’n pro-league? Is het een voorbereidings tournooi? Wil hij zaken uitproberen? Wil hij meerdere spelers een kans geven? Wil hij bepaalde spelers op een gegeven moment rust geven?
jonathan
Wat een vreselijk slap verhaal van Bakker. Stap op en kom niet met gezeur over twee jaar geen vakantie. Heeft in die twee jaar niet alle wedstrijden gespeeld, vader geworden dus leg daar ook wat slapeloze nachten neer. Echt over zijn top heen en geen goede speler, tijd om op te stappen
mickh
En Bakker staat nog even na te genieten met zijn kind op zijn arm. Pathetisch. Man, man, man, wat een gewauwel weer. Coach en aanvoerder lullen maar een eind weg en denken ook nog dat de goegemeente deze onzin pikt. Mavo.
robvisser
Wanneer alles meezit en Nederland speelt op de toppen van zijn kunnen, dan kunnen de heren van elke ploeg winnen, maar de realiteit is dat het te vaak te wisselvallig is. De steeds weer wisselende samenstellingen zijn funest, maar er ontbreekt denk ik ook wel wat aan de mentaliteit. Neem nu de uitwedstrijd tegen GB, het was toch een mooie kans om meteen de Grand Final veilig te stellen. Hoe kun je dan weer zo slap en ongeïnspireerd spelen? Tegen de Belgen kunnen ze het dan weer wel opbrengen, maar dat moet gewoon elke wedstrijd. Je mist vaak de zelfreflectie, ook bij Caldas. Te vaak klinkt het alsof de ploeg weinig invloed heeft op de loop van de gebeurtenissen en dat zie je terug in het veld, in de vorm van weinig initiatief en gebrekkig zelfvertrouwen.
mickh
Dit elftal ontbeert de mentaliteit om ten koste van alles te willen winnen. Teveel spelers vinden het wel best zo; `Nederlands elftal gehaald` en de rest is bonus. Verliezen of winnen doet aan de status van de heren niets af. Een lammekakkerige instelling die nog versterkt wordt door keer op keer te wijzen op die `oh zo goede concurrenten`. Spelers en coach houden elkaar in een verstrengende wurggreep die leidt tot niets.