Lars Balk: ‘Gaan gewonde scheids zeker een berichtje sturen’

Het Kalinga Stadium is tijdens het WK een muur van geluid. Maar woensdag in de kwartfinalezege van Nederland op Zuid-Korea (5-1) was dat echt even anders. Vlak voor rust hield iedereen zijn adem in toen scheidsrechter Ben Göntgen een bal tegen zijn hoofd kreeg.

De aftocht van de Duitser was ronduit triest. Met hulp van de Oranje-teamarts Stijn Geraets ging hij van het veld. Een handdoek werd tegen het hoofd van de gewonde arbiter gedrukt om het bloeden te stoppen. Uren na de wedstrijd werd bekend dat hij een breuk in zijn jukbeen heeft opgelopen. Donderdag wordt de scheidsrechter al geopereerd.

Zijn letsel ontstond nadat een Zuid-Koreaanse strafcorner via een Nederlandse stick net onder het oog van Göntgen kwam. Lars Balk was degene die de – uiteraard per ongeluk – bal zo lanceerde. ‘Ik gooide me voor een corner’, haalt de verdediger het moment terug. ‘Ik zag dat de pusher de bal langs mij wilde gooien, dus ik paste mij aan. De bal kwam tegen mijn stick aan en daarna zag ik de scheidsrechter op de grond liggen. Dat was schrikken. Voor iedereen.’

‘In de rust zag ik ‘m op een behandeltafel liggen’, gaat Balk verder. ‘Ik ben verder niet naar hem toegekomen. Hij ging naar het ziekenhuis. Natuurlijk was het moeilijk om daarna weer verder te gaan. Fijn dat het vlak daarna rust was. Het is heftig om iemand zo te zien liggen, al kon ik er ook niet heel veel aan doen. We weten dat onze sport gevaarlijk kan zijn en de strafcorner is daarin vaak onderwerp van gesprek. Ik ben blij met de overwinning, maar we gaan de scheidsrechter zeker even een berichtje sturen.’

Foto: Willem Vernes

Liefst zeven corners tegen

Die bewuste strafcorner was lang niet de enige keer dat Zuid-Korea vanaf de kop van de cirkel mocht aanleggen. De Aziaten kregen liefst zeven corners, mede dankzij slordigheden in de Nederlandse defensie. In de rust – toen de teller op vier stond – stelde bondscoach Jeroen Delmée al dat er teveel van dit soort grote kansen werden weggegeven. 

Daar is Balk het roerend mee eens. ‘Absoluut. Dat geldt ook voor mijzelf. Ik kreeg op een gegeven moment ook een stomme corner tegen. Dat geldt ook voor twee, drie andere jongens. Daar moeten we naar kijken. Zuid-Korea heeft z’n kwaliteiten daarin – in het halen van corners – goed benut. Dat deden wij aan onze kant minder goed.’

Maar het zoete overheerste woensdagavond absoluut bij het zure. ‘We wisten dat Zuid-Korea een lastige, taaie ploeg zou zijn. Dat bleek wel uit de pot tegen Argentinië, die we met elkaar hebben gekeken. We moesten wachten en geduldig blijven. Dan zou-ie wel vallen. En zo gebeurde het ook. Ik vind het heel bijzonder om in een halve finale van een WK te staan. Hoe vaak gebeurt je dat?’

Foto: Willem Vernes

Een les voor een nieuwe groep

Heel even staat Balk, in het mierennest van de mixed zone, waar pers en spelers om elkaar heen zwermen, stil bij die mijlpaal. ‘En dat terwijl we pas een iets meer dan een jaar met dit team bezig zijn. We hebben vandaag een ook een les geleerd, door deze wedstrijd mee te maken. Meer dan de helft van de ploeg heeft nog nooit een knock-outwedstrijd op een groot toernooi gespeeld. Dat is anders en dat kan je maar op één manier trainen. Meemaken. Die ervaring is misschien het mooiste wat we aan deze kwartfinale overhouden.’


Wat vind jij? Praat mee...