Zijn rentree in Oranje na een afwezigheid van anderhalf jaar, nu een maand of vijf geleden, was veelbesproken. Toch voltooit aanvaller Roel Bovendeert (29) zijn comeback niet met deelname aan de Olympische Spelen in Tokio, waarvoor hij als reserve is aangewezen. ‘Dat is een enorme teleurstelling.’
Antwerpen, afgelopen zondag. Het is ongeveer een kwartier na de met 0-4 gewonnen Pro League-interland tegen wereldkampioen België als de normaal gesproken goedlachse spits een blik naar de grond werpt. ‘Als alles gaat zoals gepland’, zegt hij, ‘heb ik zojuist mijn laatste interland van de zomer gespeeld.’
Hij lijkt zelf nog aan dat idee te moeten wennen. ‘Het is voor mij een beetje een rare week geweest. Ik heb er een dubbel gevoel aan overgehouden. Ik ben natuurlijk heel teleurgesteld dat ik niet bij de laatste zestien zit. Zeker na mijn schouderblessure was het mijn doel om mezelf terug te vechten. De eindstreep heb ik niet gehaald, maar ik zit nog wel bij de groep. Dat is het dubbele eraan. Ergens is het ook wel weer mooi dat ik de reis kan afmaken met deze gasten, die allemaal goede vrienden van me zijn. Maar mijn doel was om de Spelen te halen.’
Voor mijn blessure verkeerde ik in goede vorm. Daarna moest ik hard vechten om fit te raken en ritme te vinden. Dat heeft mij op het einde in de weg gezeten.
Begin dit jaar verraste Max Caldas de hockeywereld door The Flying Dutchman zeven maanden voor de Olympische Spelen opnieuw een kans te geven in Oranje. ‘Ik heb aan Roel verteld dat ik de afgelopen jaren misschien te veel heb gekeken naar dingen die hij niet goed kan’, biechtte de bondscoach op.
Vorige week zat Bovendeert thuis op de bank toen hij door Caldas werd gebeld en duidelijk werd dat zijn comeback uitmondt in een reservevol in Tokio. ‘Ik ben natuurlijk een aantal keer in mijn leven afgevallen en geblesseerd geweest, dus ik weet hoe het voelt. Maar het went nooit’, zegt de aanvaller van Bloemendaal, die in 2016 ook afviel voor de Olympische Spelen. ‘Aan de andere kant hoort het erbij. Die avond zelf heb ik enorm gebaald. De dag erna moest ik om 10 uur al trainen. Toen was de knop al om. Het viel me alleszins mee.’
Er staan ook andere jongens in het veld die fantastisch kunnen ballen
Later in het spelershotel volgde de toelichting. ‘Uiteindelijk was het moment dat ik geblesseerd raakte vrij slecht getimed. Daarvóór verkeerde ik in goede vorm. Daarna moest ik hard vechten om fit te raken en ritme te vinden. Dat heeft mij op het einde in de weg gezeten. In die cruciale periode wil je jezelf laten zien, maar dat heb ik niet kunnen doen. Ik neem mezelf niets kwalijk. Ik heb alles gegeven. Ik ben fit, maar het was net niet genoeg. Er staan ook andere jongens in het veld die fantastisch kunnen ballen. Zij verdienen het ook.’
Reserve in Tokio
Terugkijkend op zijn terugkeer in Oranje zegt Bovendeert dat het direct als vanouds voelde. ‘Dat was voor mij heel fijn. Voor mijn gevoel ging het ook gelijk goed. Ik zag het als beloning voor het harde werk na de tegenslagen die ik heb gehad. Wat dat betreft is het jammer dat ik mezelf niet heb kunnen belonen met een eindtoernooi. Desalniettemin ben ik er trots op hoe ik me uit verslagen positie heb terug geknokt.’
Als reserve moet hij zijn weg nog wel zien te vinden, geeft hij eerlijk toe. ‘Ik ben ook niet blij met deze rol. Het voelt als een overgrote teleurstelling. Maar het positieve is dat mijn rol gelukkig nog niet is uitgespeeld. Ik ga mijn uiterste best doen en blijf met de jongens meetrainen en ze achter de kont aanzitten. Dat wordt mijn bijdrage de komende periode.’
2 Reacties
walter-driehuis
Hoe zit het eigenlijk met reserves die meegaan en buiten t olympisch dorp verblijven irt de bubbel erin?
ton-goderie
Dit getuigt van een bewonderingswaardige en uiterst SPORTIEVE instelling. Ondanks teleurstelling het kunnen opbrengen om de wel uitverkorenen beter te willen maken. Zou zo maar kunnen dat rol van reserve nog een andere invulling krijgt in deze bizarre ongewisse omstandigheden.