Richard de Snaijer: ‘Ik was nog net niet opgebrand’

Vol goede moed begon Richard de Snaijer dit seizoen aan zijn nieuwe avontuur als coach van de dames van Nijmegen. Hij wilde de ploeg op weg brengen naar de top van de Promotieklasse. Onlangs besloot hij zijn klus voortijdig te beëindigen. ‘Ik had meer pauzes nodig om wakker te blijven achter het stuur.’

Een gevoel van berusting klinkt door de woorden van De Snaijer heen. De eerste seizoenshelft is hem niet in de koude kleren gaan zitten. Niet het werken met de speelsters en staf van Nijmegen brak hem op. Wel de lange reistijd en de combinatie met zijn baan als technisch directeur bij de Belgische hockeyclub Rapid, gelegen onder de rook van Antwerpen.

‘Ik kwam soms om twee uur ’s nachts thuis van een training. De wekker van mijn vrouw ging alweer om vijf uur. Tegen de tijd dat zij thuis kwam van werk, was ik alweer naar Rapid of Nijmegen. We zagen elkaar amper het afgelopen halfjaar.’

Goede voortekenen, matige resultaten

Afgelopen september begon De Snaijer aan zijn eerste seizoen bij Nijmegen. Het moet een jaar worden waarin gebouwd wordt aan een ploeg die ‘op termijn’ naar de Hoofdklasse promoveert. De ingrediënten zijn er volgens de kersverse coach: een hongerig team dat ambitie heeft en over talentvolle hockeysters beschikt.

Nijmegen-speelsters Jip Tierolff, Aniek Crum and en keepster Saskia van Duivenboden. Foto: Bart Scheulderman

Ondanks de goede voortekenen vallen de resultaten tegen. Geen vette nederlagen, een 5-2 verlies tegen Rotterdam is de grootste uitslag. Wel een schamel aantal van negen punten, waardoor Nijmegen op dit moment de tiende plek bezet. Weinig hoopgevend voor een club die op termijn promotie ambieert.

Tot die conclusie komt De Snaijer in de winterstop ook. In samenspraak met het team, de overige stafleden en het bestuur van Nijmegen worden plannen gesmeed om in de tweede seizoenshelft het tij te keren. ‘We waren het er allemaal over eens dat er een cultuuromslag moet komen. Minder sociaal, meer prestatiegericht. Harder trainen en doordeweeks andere zaken opzij zetten om altijd fit te zijn. Dat deden de speelsters al, maar het kan beter.’

In tijdens de winterstage in Zuid-Spanje – Malaga om precies te zijn – worden die ideeën concreter. ‘We concludeerden dat drie keer per week trainen onvoldoende is om tot die cultuuromslag te komen. Vooral op individueel niveau vonden we het nodig om meer specifiek te trainen. Voor de spitsen op het scoren en voor de verdedigers om de aanval op te bouwen bijvoorbeeld. Dat betekende dus ook meer trainingsdagen inplannen.’

De Nijmeegse Merel Boekhorst in duel met Rotterdam-aanvoerder Lotte de Heer. Foto: Bart Scheulderman

Doodmoe achter het stuur

Meer arbeidsuren dus. Voor de speelsters, maar ook voor de staf. ‘In plaats van drie keer per week naar Nijmegen afreizen, zou ik minstens nog een avond per week extra op en neer moeten rijden. Vanuit België, waar ik woon, is een retourtje Nijmegen minimaal twee uur heen en twee uur terug, dus dat zou flink wat extra tijd in beslag nemen. En dat terwijl ik mij al over de kop werkte. Na een training bleef ik vaak niet om mee te eten met het team en wat langer met de speelsters te praten. Altijd wachtte die lange terugrit. Daarbij was ik vaak zo moe dat ik meer pauzes nodig had om wakker achter het stuur te blijven zitten. Ik merkte de laatste tijd dat ik nog net niet was opgebrand.’

En dus komt De Snaijer, na grondig overleg met het bestuur, tot de keuze te stoppen bij Nijmegen. ‘Ik vind dat je als coach connectie moet hebben met de speelsters. Daarbij hoort voor mij aanwezig zijn bij alle trainingen. Ik kan de boel wel managen op afstand, maar dat vind ik niet in het belang van de speelsters en het team. Zeker als je, zoals Nijmegen, wil groeien en volop potentie hebt, moet er dan een eindverantwoordelijke staan die echt in verbinding met het team is. Dat kon ik niet bieden.’

Richard de Snaijer en de nieuwe hoofdcoach Bas de van der Schueren eerder dit seizoen. Foto: Bart Scheulderman

Inmiddels staat voormalig assistent-coach Bas de van der Schueren aan het roer en is oud-speelster Yvonne van der Hoorn zijn assistent. ‘Daarmee heeft de ploeg wat het verdient: een gezonde staf die er honderd procent voor het team kan zijn. Ik vind het ontzettend jammer, wilde het zo graag goed doen, maar het is ook oké zo.’

‘Voor mij komt er nu tijd om de batterij op te laden en mij te focussen op Rapid. Afgelopen weekend ging ik met mijn vrouw en stiefkinderen een weekendje naar Scheveningen. Het was heerlijk om dat weer eens te kunnen doen. Maar uit het oog betekent niet uit het hart. Ik blijf Nijmegen volgen en ben ervan overtuigd dat ze de tweede seizoenshelft nog mooie dingen kunnen laten zien.’


Wat vind jij? Praat mee...