Stijn Draaijer blinkt uit bij Ede: ‘Maar mijn broer verdient de aandacht’

Bij Ede, de huidige nummer zes in de Promotieklasse, valt momenteel vooral één speler op: Stijn Draaijer. Hij belandde in de top zes van de beste-speler-lijst die coaches en aanvoerders halverwege het seizoen opstelden. Bovendien staat hij derde op de topscorerslijst. ‘Hogerop spelen bij een andere club, heb ik nooit overwogen.’

Eigenlijk wilde hij dit interview zijn jongere broer Lode naar voren schuiven. Zelf heeft hij Ede al vaker vertegenwoordigd in de pers, terwijl de ploeg niet om hem draait, aldus aanvoerder Stijn Draaijer. Bovendien is Lode, midden-midden, volgens hem een zeer bepalende speler binnen de ploeg. ‘Maar onze echte kracht is ons samenspel. Zonder dat waren we nooit zover gekomen. Daar ben ik van overtuigd’, aldus de captain.

Ondanks zijn sterke behoefte om de aandacht van zich af te schuiven, lag een gesprek met de routinier toch voor de hand, gezien zijn plek op de topscorerslijst van de Promotieklasse. Veertien doelpunten maakte hij al. Gemiddeld bijna één per wedstrijd. Zijn zelf gestelde doel, vijftien goals, ligt met nog zes wedstrijden voor de boeg binnen handbereik.

Draaijer (bijna 30) maakte velddoelpunten, maar is vooral de sleepspecialist van zijn team. Iets waar hij op zijn vijftiende mee begon. ‘De strafcorner vind ik een leuk spel. Je kan ‘m kapot analyseren. Het is veel oefenen, maar vooral het mentale aspect is belangrijk. Dat die dit seizoen goed loopt, is natuurlijk fijn. Dat is zeker ook dankzij de aangever en stopper’, haast Draaijer – vorig jaar in de Overgangsklasse goed voor maar liefst 35 doelpunten – erbij te zeggen.

Ede juicht om een doelpunt tegen Gooische, met Stijn (nr. 14) en Lode (nr. 7) Draaijer. Eigen foto

Vier keer per week retourtje Amsterdam – Ede

Al bijna 25 jaar speelt Draaijer voor Ede. Nooit zwichtte hij voor de lokroep van een andere club. Niet toen hij in Amsterdam ging studeren. En ook niet toen hij vijfenhalf jaar geleden startte als adviseur bij KPMG. Al tien jaar pendelt de linksmidden drie – en sinds dit jaar zelfs vier – keer per week naar zijn geboortedorp. Een klein uur heen en een klein uur terug, mits er geen files staan.

‘Hogerop spelen bij een andere club of dichterbij huis hockeyen, heb ik nooit overwogen. Al jarenlang spelen we met zo’n gave groep met mijn broertjes (naast Lode ook Sem) en verder vooral goede vrienden. Jaren geleden spraken we uit dat we graag Promotieklasse, toen nog Overgangsklasse, wilden spelen. Van een team dat eigenlijk altijd in de Eerste Klasse en daarna vijf seizoenen in de Overgangsklasse speelde, hebben we het tot het op een na hoogste niveau van Nederland geschopt. Het is heel mooi om daar onderdeel van te zijn.’

Dit seizoen valt hem dan ook niet tegen. ‘De kwaliteit. Het tempo. Allemaal is het zoveel meer dan waar we vandaan komen. Op dit niveau wil je hockeyen. Ik merk het ook binnen het team. We trainen harder. Krijgen extra energie van de wedstrijden. Sinds dit seizoen trainen we ook op vrijdag aan het einde van de middag. Zo’n tachtig procent van mijn teamgenoten werkt. Vijf wonen er in Amsterdam, vier in Utrecht, twee in het Gooi en een in Nijmegen. Toch heeft iedereen het zo geregeld dat hij bij de extra training is. Dat zegt genoeg over hoe graag we dit willen en wat we ervoor terugkrijgen.’

Houdbaarheidsdatum?

Draaijer debuteerde op zijn vijftiende voor de mannen van Ede. Sindsdien speelt hij onafgebroken in het vaandelteam. De aanvoerdersband draagt hij nu voor het zesde seizoen. ‘Het is een eer om mijn team te vertegenwoordigen, maar niet meer dan dat. Aan het begin nam ik nog wel eens teveel hooi op mijn vork. Dacht ik dat het nodig was om heel erg bezig te zijn met trainingsschema’s, arbitrage en andere randzaken. Maar dat leidde af van het hockeyen zelf. Ik ben nu ontspannen in mijn rol. Uiteindelijk draait het erom wat je op het veld doet. Met of zonder aanvoerdersband om.’

Captain Stijn Draaijer (midden) voelt zich ontspannen in zijn rol. Eigen foto

Met een gemiddelde leeftijd van pak ‘m beet 25 jaar is Ede een relatief oud team. Bovendien vertrekt coach Bunnik aan het einde van dit seizoen, na een dienstverband van vijf jaar. Maar van een houdbaarheidsdatum van zijn ploeg wil Draaijer niks weten.

‘Natuurlijk zullen er in de komende jaar af en toe spelers stoppen. We hebben het er wel over dat er voldoende leeftijdsspreiding moet blijven om Ede in de Promotieklasse of de top van de Overgangsklasse te laten spelen. Er hockeyen nu drie sterke generaties samen. Vertrekken talentvolle jeugdspelers? Of zijn ze net als wij bereid om te blijven? Ik hoop op het laatste, maar weet ook dat dat in een dorp als Ede niet vanzelfsprekend is.’

Zelf heeft Draaijer in ieder geval geen vertrekplannen. Na vijftien jaar in het eerste blijft de Amsterdammer hongerig. ‘Soms is het een uitdaging om werk met hockey te combineren. En ik heb na een zware werkdag echt niet altijd zin om te trainen. Maar na een training stap ik altijd met een voldaan gevoel het veld af. Zeker nu we Promotieklasse spelen. Daar heb ik alle kilometers graag voor over.’


Wat vind jij? Praat mee...