Drie jaar lang bankzitten: Lucie Ehrmann doet het voor de Spelen

2024 moet het jaar worden van de Franse Lucie Ehrmann (25), de tweede keepster van Den Bosch. Ze krijgt als reservedoelvrouw al drie jaar lang geen cent betaald. Ze keept ook amper wedstrijden. Maar dat heeft ze er allemaal voor over om haar droom te verwezenlijken: deelnemen aan de Olympische Spelen van Parijs (26 juli–11 augustus).

Wat bezielt een jonge vrouw om haar leven in Frankrijk achter zich te laten om vervolgens drie jaar lang bij Den Bosch op de bank te gaan zitten? Het is een vraag die Ehrmann vaak krijgt, zegt ze. Het antwoord is simpel. ‘De Olympische Spelen.’

Trots laat de eerste keeper van het Franse nationale elftal – geboren en getogen in Frankrijk – de achtergrond op haar telefoon zien. Een afbeelding van de vijf olympische ringen. Het is precies dezelfde afbeelding als die op de achterkant van haar telefoonhoesje. En ook dezelfde als op de kaft van het notitieboekje dat voor haar op tafel ligt. ‘De olympische ringen zijn overal in mijn leven. Op mijn keeperstas, thuis op mijn deur, bij Den Bosch in mijn kluisje, overal’, zegt ze glimlachend.

Lucie Ehrmann na de gewonnen EHL-finale in het Wagener Stadion met Pien Sanders, Joosje Burg en Maartje Krekelaar. Foto: Koen Suyk

Ze krijgt niet betaald en amper speelminuten, maar leeft haar droom

Zeven jaar geleden werden de Olympische Spelen van 2024 toebedeeld aan Parijs. Sindsdien werd deelnemen aan de Olympische Spelen plotseling een serieuze mogelijkheid voor de toen 18-jarige keeper van Frankrijk, dat zich vervolgens als gastland kwalificeerde. Maar eigenlijk bestond haar olympische droom al veel langer.

‘Als kind van tien keek ik in 2008 via de televisie naar de Olympische Spelen van Beijing. De hockeysters van Frankrijk deden toen nog niet eens mee. Maar ik was er meteen door gefascineerd. Toen al besefte ik dat dit het hoogste is wat je als sporter kunt bereiken. Sindsdien hebben de Olympische Spelen voor mij iets magisch. Ik kijk er al bijna zestien jaar naar uit om er zelf aan mee te doen.’

Dit is alweer het derde seizoen dat Ehrmann uitkomt voor topclub Den Bosch. Toch speelde ze afgelopen oktober pas haar eerste wedstrijd voor de Bosschenaren in de Tulp Hoofdklasse, tegen Oranje-Rood. Toen de voorsprong was uitgebouwd naar een veilige marge van 3-0, mocht zij de laatste tien minuutjes van de wedstrijd invallen.

Op het eerste gezicht lijkt het misschien een ondankbare rol. Inclusief beker- en oefenwedstrijden stond Ehrmann in drie jaar tijd bij Den Bosch pas een keer of tien onder de lat. In de Gold Cup keept ze alleen tegen tegenstanders van een laag niveau. Zodra de tegenstand in het bekertoernooi toeneemt, wordt ze vervangen door Josine Koning. Betaald krijgt ze niet. Voor het spelen in de nationale ploeg ontvangt ze evenmin geld. Om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen, staat ze in het clubhuis achter de bar en geeft ze trainingen aan de jeugd. Het huurappartementje in Den Bosch waarin ze woont, wordt betaald door haar moeder.

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Lucie Ehrmann (@happy_lucie_)

Vanuit Frankrijk mailde ze allerlei clubs in Nederland

‘Mij maakt het niets uit dat ik niet speel. Ik ben hier om te leren. Ik leer veel van Josine. Ik hecht meer waarde aan trainen en mezelf ontwikkelen dan aan het spelen van wedstrijden. Dat is de reden waarom ik bij Den Bosch blijf, ondanks dat ik niet speel. Elke training is voor mij als een wedstrijd. Er zijn maanden geweest dat ik niet keepte voor Den Bosch, maar bij de nationale ploeg kwam en daar goed speelde. Zolang ik mezelf blijf ontwikkelen op de training, ben ik tevreden. Ik wil de beste versie van mezelf zijn op de Olympische Spelen van Parijs.’

Zes jaar geleden hockeyde Ehrmann nog in Frankrijk. Ze was gefrustreerd. De helft van haar ploeg hockeyde bij het nationale team en deed er alles aan om de afgesproken doelstelling te bereiken: de finale halen. De andere helft van de ploeg was een stuk minder gemotiveerd. Wilde ze het beste uit zichzelf naar boven halen, dan moest ze trainen met de beste keepsters van de wereld, nam ze zichzelf voor. ‘En die spelen in Nederland.’

Ehrmann stuurde alle Nederlandse clubs in de Hoofdklasse en de Promotieklasse een e-mail. HGC was de enige club waar ze terecht kon, als tweede keepster. ‘Zodoende werd ik de eerste Franse keepster in de Hoofdklasse. Iets waar ik trots op ben. Ik was heel blij om hier te zijn. Het epicentrum van het hockey.’

Lucie Ehrmann. Foto: Koen Suyk

Zelfs haar eigen moeder vroeg waarom ze haar droom niet opgaf

Het avontuur bij HGC had de opmaat moeten zijn naar iets groter. Maar toen coach Yara Casteleijn een jaar later werd vervangen door Robbert-Jan de Vos betekende dat het einde van Ehrmann bij HGC. Ze besloot opnieuw tientallen clubs te mailen. Niet alleen Nederlandse, maar ook Duitse en Spaanse. Maar er was niet één club op een aansprekend niveau die haar wilde contracteren. De enige vereniging die een plekje voor haar vrij had, was Groen-Geel uit de Tweede Klasse.

Op een gegeven moment was het zelfs zo erg dat haar moeder tegen haar zei: ‘Waarom geef je het niet op? Elke club zegt nee tegen je.’

Maar opgeven zit niet in haar DNA. Ehrmann ging in op het aanbod van het Groen-Geel. Spelen op het vijfde niveau van Nederland zag zij als een overgangsjaar. En jawel: een jaar later volgde de beloning. Ze was al rond met Wellington uit België, toen het keeperstrainer Martijn Drijver opviel hoeveel ze zich had ontwikkeld. Hij zei: ‘Dat je gaat keepen in België vind ik slecht idee. Het is niet de juiste plek voor iemand met zo’n mindset als jij. Zal ik vragen of je tweede keepster kunt worden bij Den Bosch?’

Ehrmann wist niet wat ze hoorde. Kort daarop belde coach Marieke Dijkstra haar om te zeggen dat ze welkom was. Na zó vaak nee te hebben gehoord, was het nu de beste club van de wereld die ja tegen haar zei. ‘Dat was een droom die uitkwam. Ik heb er altijd in geloofd. Ik heb nooit opgegeven. Elke nee bracht me dichterbij een ja. Daar heb ik altijd in geloofd. De reis die ik aflegde bracht me uiteindelijk naar de best mogelijke plek: Den Bosch.’

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Lucie Ehrmann (@happy_lucie_)

Mijn leven wordt anders als mijn olympische droom voorbij is Lucie Ehrmann

Drie seizoenen lang trainen met enkele van de beste speelsters van de wereld heeft van haar een betere keeper gemaakt. Daardoor staat ze in Frankrijk op pole position voor de Spelen. Maar wat als ze geblesseerd raakt? Of de bondscoach toch voor een ander kiest? ‘Natuurlijk heb ik dan een waardeloze zomer. Maar het betekent niet het einde van de wereld. Ik heb er dan alles aan gedaan om de beste versie van mezelf te zijn. Dat is voor mij het belangrijkst.’

Na de Olympische Spelen wil Ehrmann zich meer gaan richten op haar maatschappelijke carrière. Ze wil high performance coach worden. Of ze blijft hockeyen bij Den Bosch is nog onbekend. Ze hoopt van wel. ‘Mijn leven wordt anders als mijn olympische droom voorbij is. Ik ben benieuwd hoe dat zal zijn. Maar ik weet zeker dat het goed komt. Er is voor mij een leven vóór en een leven ná de Olympische Spelen.’


4 Reacties

  1. robbertsmit

    Fantastisch sport verhaal ! Ik denk dat de rol van tweede keepers/reserve spelers (ook in andere sporten) overigens niet moet worden onderschat. Wel bijzonder te lezen dat je als tweede keeper bij zo'n grote club helemaal niets ontvangt. Nu ja, het onderstreept nog eens de wilskracht van Lucie, die hopelijk ook een inspiratie kan zijn voor andere Franse hockeyers.

  2. edwin-smolders

    Dromen, durven, doen. Een prachtig verhaal om te lezen. Ook genieten van de support en het enthousiasme van Lucie iedere wedstrijd weer langs de lijn. Hoop nu al beide Bossche doelvrouwen het doel van hun land te zien verdedigen tijdens de Olympische Spelen. Lucie als doelvrouw van Frankrijk en Josine als (voor mij) beste doelvrouw van de wereld het doel van Oranje.

  3. dvandepol

    Great Lucir! And awesome to hear you grew so much in that year with Groen Geel! :)

  4. GabyvanHout

    Dat Den Bosch niet een deel van haar verblijf betaald vind ik vreemd. Als Josien geblesseerd is moet ze er wel staan!


Wat vind jij? Praat mee...