Bukkens: ‘Niets forceren, wil nog drie keer de Spelen meemaken’

Hij wilde het liefst doorpakken op het vorige, zo succesvolle seizoen. Maar nog voordat er een bal rolde in de Tulp Hoofdklasse, had Miles Bukkens heel andere zorgen. De aanvaller van Pinoké scheurde zijn meniscus, waardoor zijn WK met Jong Oranje aan een zijden draadje hangt.

Miles Bukkens lacht vaak. Zeker als hij weet dat de spotlights op hem gericht zijn. De spits houdt van die aandacht. Juist als de hele wereld naar hem kijkt, is hij op z’n best. Die lach, is er nog steeds. Ook nu het even tegenzit. Hij hupt zaterdag rond op zijn krukken bij Oranje-Rood, de tweede horde voor Pinoké in het dubbelweekend. ‘Ik probeer er zo positief mogelijk tegenaan te kijken’, vertelt hij op het terras van de club in Eindhoven. ‘Natuurlijk is dit niet wat ik wil. Maar die scheur zit er nou eenmaal. Dan kan ik beter maar proberen om zo goed mogelijk te herstellen in plaats van een beetje te balen.’

Vanzelfsprekend heeft de twintigjarige aanvaller wel getreurd. Hij denkt met een heel zuur gevoel terug aan de voorbereiding, waarin het tijdens een training mis ging. ‘Ik kreeg een stick op mijn knie. Vlak daarna wilde ik een backhand slaan en zakte ik erdoorheen.’ Eerst leek er niet zoveel aan de hand. Speelde Bukkens zelfs nog mee in een oefenpotje. ‘Maar daarna bleef ik last houden. Toen ben ik nog eens goed onderzocht en bleek dat er iets kapot was in mijn meniscus. Op maandag dacht ik nog dat ik een paar dagen later mee zou spelen in onze eerste wedstrijd van het seizoen. Dinsdag hoorde ik dat ik onder het mes moest.’

Bukkens is blij met Marlon Landbrug, die zaterdag tegen Oranje-Rood de 1-0 maakte voor Pinoké. Foto: Frank Kerbusch/Orange Pictures

Dat is inmiddels een maand geleden. Bukkens loopt sinds die tijd met een flinke brace om, die zijn knie stabiliseert. ‘Deze installatie moet ik nog twee weken dragen. Ik mag mijn knie niet meer dan negentig graden buigen. Ik mag nu nog niets op het veld. Daarbuiten ook niet te veel, trouwens. Ik kan nog niet rijden, maar wil er wel elke wedstrijd bij zijn. Ik heb de mazzel dat mijn ouders met mij mee willen naar ieder potje.’

Zij brengen hun zoon niet alleen elke speelronde naar de locatie waar Pinoké speelt, maar rijden hem ook drie, vier keer per week naar Almere. Daar werkt Bukkens met zijn fysio aan zijn herstel. ‘Over die twee weken mag ik de knie weer gaan belasten. Weer gaan rennen en zorgen dat alles rond die meniscus weer wat sterker wordt. Ik leef nu naar dat moment toe. Alles staat in het teken van herstel. Ik sta vijf keer per week in de gym. Geef mijn volledige commitment.’

Het vraagteken achter het WK met Jong Oranje

Daarmee is zijn deelname aan het WK met Jong Oranje nog niet helemaal van de baan. De Nederlandse jeugdinternationals spelen van 5 tot 16 december het wereldkampioenschap onder 21 jaar in de Maleisische hoofdstad Kuala Lumpur. Bukkens, die afgelopen zomer al debuteerde in het grote Oranje, zou normaliter een vaste keus zijn in de selectie van bondscoach Jesse Mahieu, ook zijn hoofdtrainer bij Pinoké. Op het vorige jeugd-WK – eind 2021 – schitterende de spits al en kroonde zich toen met achttien (!) goals tot topscorer van het toernooi. Deelname aan dit WK zou een kroon kunnen zijn op zijn tijd als jeugdinternational. Een afsluiting van een mooie periode.

Bukkens rechts naast Jesse Mahieu, zijn coach bij Pinoké en Jong Oranje. Foto: Frank Kerbusch/Orange Pictures

‘Ik weet niet of ik het haal’, zegt Bukkens eerlijk. ‘Het zal er echt om hangen. Ik weet hoe gaaf het is om zo’n WK te spelen. En ik krijg geen nieuwe kans om dat toernooi mee te maken. De volgende keer ben ik te oud. Het ligt er volledig aan hoe snel mijn herstel verloopt. Wanneer ik weer duels mag opzoeken, mijn eerste wedstrijdminuten kan maken. Ik heb nog geen deadlines gesteld. Eerst dat ding van mijn knie.’

Toch is er ook een andere kant. Een voorzichtig, behoudend deel in hem. ‘Ik moet het WK ook niet ten koste van alles willen halen’, klinkt het met een zucht. ‘Ik wil goed herstellen. Niets overhaast doen. Er komen volgend jaar ook mooie maanden aan. Met een EK onder 21 jaar, het beslissende deel van de Hoofdklasse, de EHL. Ik wil er in de lente en zomer ook staan.’

‘Ik moet ook aan de lange termijn denken. Dat advies krijg ik van anderen, maar zo sta ik er zelf ook in. Man, ik wil nog twaalf, dertien jaar Hoofdklasse spelen. Drie Olympische Spelen meemaken. Ook daar ben ik mee bezig. Goed herstellen. Niets forceren, kapot maken of later spijt krijgen.’ 

De ‘shitritjes’ naar de plek waar hij wil staan

Er komen dus spannende weken aan voor Bukkens. Weken die bepalend zijn voor de invulling van zijn winter. Tot hij weer op het veld staat, reist hij – al dan niet dankzij zijn ouders – zijn team achterna. Ook zonder Bukkens (en ook nog zonder cornerman Alex Hendrickx) is Pinoké nog zonder puntenverlies. ‘Die ritjes zijn helemaal shit, natuurlijk. Staan Alex en ik daar weer langs de lijn te kijken. Ik ben vooral heel blij dat ze het goed doen. Dat zorgt ook weer voor minder druk bij mij, als ik terugkom.’

De namen van zijn teamgenoten worden omgeroepen. Eén voor één lopen ze het veld op, voor de volgende topper – die Pinoké uiteindelijk met 2-1 zou winnen. Bukkens werpt een blik over zijn schouder. ‘Wat wil ik daar weer graag tussen staan.’ 


Wat vind jij? Praat mee...