De eerste drie strafcorners van de wedstrijd binnenslepen. Een zuivere hattrick op je naam schrijven binnen zevenentwintig minuten. Maar alsnog verslagen het veld aflopen. Dat overkwam Jip Janssen, zondag tijdens de topper tegen Oranje-Rood in Eindhoven.
Hij had natuurlijk de held van de wedstrijd moeten worden. De held van de dag voor Kampong. Alles leek erop dat het de grote Jip Janssen-show zou worden. Janssen, die voor het duel met Oranje-Rood nog ‘maar’ op zes treffers stond, na acht speelrondes. En van die zes, maakte hij er donderdag tegen Amsterdam twee. Maar zondag stond de teller binnen een half uur al op drie. Plus vijf dus, in vier dagen. En iedere corner, telkens uitbundig gevierd, op de manier waarop alleen Janssen dat kan.
Terneergeslagen verliet hij dan ook het veld, zondag in Eindhoven. Janssen won niet, maar speelde gelijk. Handtekeningen deelde hij als een boer met kiespijn uit. ‘Het voelt of we verloren hebben’, blikt hij terug. ‘Sterker nog. Dat hebben we ook. Van onszelf.’
‘Ik heb blind gesmeten’
Terwijl hij die woorden uitspreekt, verlaat ook Oranje-collega, maar vooral tegenstander van speelronde negen Joep de Mol het veld. Aanzienlijk vrolijker dan Janssen zelf. ‘Ik werd helemaal gek van jou’, zijn de eerste woorden die de Brabander deelt. De Mol doelt natuurlijk op de corner van Janssen. De speler van Oranje-Rood had de ondankbare taak om zijn pushes als eerste uitloper onschadelijk te maken. ‘Eerst moest mijn linkervoet over de strafbalstip. Goal. Later mijn rechtervoet. Goal. Telkens ging ‘ie aan me voorbij. Maar telkens zat ik zo dichtbij.’
Janssen’s reactie? ‘Tja, soms heb je van die dagen.’ Op de vraag waar hij ze precies mikten, reageert hij koeltjes: ‘Ik heb blind gesmeten.’ Maar iedereen die Janssen kent, weet wel beter. Behalve international De Mol, stond namelijk ook Oranje-Rood doelman Pirmin Blaak tegenover hem. Het duo dat elkaar door en door kent.
‘Wij hebben een beter team’
‘Ik probeer niet te veel naar hem te kijken. Probeer me op mezelf te focussen. Ik had me alleen voorgenomen om op de plank te pushen. En ik krijg de complimenten en de lof, maar de hele corner klopte.’ Natuurlijk weet Janssen exact wat de uitlopers en keepers doen. ‘Ik wil niet te veel bezig zijn met randzaken. Je moet vertrouwen hebben op je eigen kwaliteiten. Dat heeft gewerkt.’
In het vierde kwart mocht Janssen nog twee keer aanleggen voor zijn vaste recept. Maar dit keer waren het eerst De Mol en later Blaak die eindelijk een antwoord hadden op het kanon uit Utrecht. Niet alleen hij, maar ook Bjorn Kellerman en Caspar Dobbelaar hadden de wedstrijd al lang in het slot moeten gooien. ‘Oranje-Rood vecht zich knap terug. Complimenten daarvoor. Het voelde als een absolute topper, maar ik denk dat wij een beter team hebben. We hadden moeten winnen.’
Hadden die zwakke laatste twee kwarten misschien wat te maken met de monsterzege van eerder die week? Zat de 8-1 overwinning op Amsterdam nog in de koppies? ‘Dit hebben we zeker besproken. Jongens, ga nou niet naast je schoenen lopen. Niet verslappen. Het gebeurde toch. Dat is balen, maar meer dan dat ook niet.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.