Het begrip ‘betalen’ valt weer bij Hoofdklasse-nieuwkomer Laren

Met een nipte voorsprong van drie punten op Nijmegen kroonde Laren zich afgelopen seizoen tot kampioen van de Promotieklasse. Na negen jaar afwezigheid maakt de Gooise ploeg zich op voor een terugkeer in de Tulp Hoofdklasse. Met de Argentijn en olympiër Lucas Rey als kersverse nieuwe coach wil Laren ‘op termijn’ een rol van betekenis spelen op het hoogste niveau.

Groot was de euforie, nadat Laren in de op één na laatste competitiewedstrijd het kampioenschap binnensleepte. Vijf jaar bouwen onder coach Nanco Jansonius bleek voldoende om de stap naar de Hoofdklasse te maken. Een vurige droom van zowel de ploeg zelf als de club, die vooral bij de dames lang in de top meedraaide, maar de laatste jaren in de middenmoot van de Promotieklasse terug te vinden is.

Laren is door het dolle na het behalen van de titel in de Promotieklasse. Foto: Jan Kruijdenberg/Orange Pictures

Nog vóór het kampioenschap een feit was, kondigde Jansonius zijn vertrek naar de heren van Den Bosch aan. Ook wat dat betreft, was de comeback in de Hoofdklasse een welkome situatie.

Laren-voorzitter Joris Vreeburg: ‘Toen we wisten dat Nanco zou weggaan, is vooral de commissie tophockey druk bezig geweest met het vinden van een nieuwe coach. We konden pas écht snel stappen zetten, nadat we wisten dat we waren gepromoveerd. Gelukkig maar, want in onze ogen is de coach de belangrijkste spil in het team. Met de komst van Lucas Rey aan het roer is de basis gelegd. Van daaruit kijken we verder.’

Op zoek naar ervaring

Tot de selectie van Laren behoort een substantieel aantal spelers dat voortkomt uit de eigen jeugd, zoals Sam Vlasman, Teun van Uunen en Luke Friederich. Stuk voor stuk talenten, die in de Promotieklasse meer dan prima stand hielden, maar nog geen minuut op het hoogste niveau speelden.

Vreeburg: ‘We vinden het als club natuurlijk fantastisch dat de groep uit zoveel op onze club opgegroeide spelers bestaat. Op Maarten de Nie na (die na tien seizoenen vertrekt, red.), blijft iedereen. Het liefst houden we alle mannen voor altijd bij ons. Ze hebben veel potentie en zijn razend ambitieus. Tegelijkertijd beseffen we dat de stap naar de Hoofdklasse groot is. Om je te handhaven, moet er ervaring bij komen. Daar zijn we nu hard mee bezig. We kunnen daar op korte termijn meer over bekendmaken.’

Het vaandelteam van Laren bestaat voor een groot deel uit spelers van de eigen club. Foto: Jan Kruijdenberg/Orange Pictures

Tot de degradatie uit de Hoofdklasse in 2014, trok Laren geregeld de portemonnee voor nieuwe – vaak buitenlandse – spelers. De laatste jaren was het budget van Heren 1 een stuk kleiner.

‘Tot nu toe speelde het betalen van spelers niet voor ons’, geeft Vreeburg aan. ‘Bij voorkeur houden we dat zo, maar we sluiten onze ogen ook niet voor de huidige normen binnen de Hoofdklasse. We vragen veel van de mannen en denken dus ook na over het betalen van onze eigen spelers. Eén ding is zeker: we doen dat niet vanuit contributie-inkomsten. Tophockey betalen we vanuit sponsorgelden en donaties. Daaraan doen we geen concessies. Gelukkig breidt het aantal sponsoren en donateurs zich uit. Dat groeit als het ware mee met de groei van het team. Wat dat betreft maken we ons geen zorgen.’

Lustrumjaar

Ze leven ernaar toe in het Gooi, naar de eerste Hoofdklassejaar sinds de degradatie van de dames in 2021. De toenemende belangstelling leidt weer tot een nieuwe uitdaging. ‘We hebben een relatief beperkt aantal plaatsen op de tribune, die eind vorig seizoen al regelmatig helemaal vol zat. We verwachten dat de wedstrijden komend jaar nog beter bezocht worden. Op termijn willen we onze capaciteit dan ook uitbreiden, maar concrete plannen daartoe zijn er nog niet.’

Vreeburg kijkt uit naar komend seizoen. ‘Het toeval wil dat we ook ons honderdjarig bestaan vieren. We hopen dat tophockey als bindmiddel dient om alle leden en dorpsgenoten samen te brengen. Dat jong en oud samen op zondag langs de lijn staat om naar hockey op het hoogste niveau te kijken en bij te praten. We realiseren ons ook dat het als promovendus niet makkelijk is om je in het eerste jaar staande te houden. Natuurlijk willen we in de Hoofdklasse blijven, dus we zullen het team zoveel mogelijk faciliteren. We hebben er alle vertrouwen in.’


1 Reactie

  1. philchapel

    De Bouwjaren onder Nanco Jansonius droegen zijn label “Met het Hoofd en het Hart”, wat zich op en naast het veld vertaalde in hechte kameraadschap en ééndracht. Dit leidde dan geleidelijk naar consistente performance en “Doel bereikt”. Nu komt de sportieve en financiële stap naar de Hoofdklasse. Omdat Tophockey ondanks alle inspanningen een sport voor insiders blijft, biedt het helaas geen enkel uitzicht op duurzame financiële welgesteldheid van zijn beoefenaars. “Commercieel” geld is de achillespees van amateur/semi-professionele sporten en mecenassen zijn een uitstervend ras. Broodspelers moeten nu worden binnengehaald om op het hoogste niveau geen mal figuur te slaan. Logisch. Moge de -wellicht extreme- aankomende financiële verschillen (van nul euro tot….? euro) binnen het team geen bres slaan in het gestaag door Nanco opgebouwde handelsmerk, wanneer de resultaten onder druk (zouden?) komen te staan. In het Argentijns klinkt het “Con la Cabeza y el Corazón” of zoiets. To be checked. Wat er ook van zij, hier in Uccle blijft Laren dé Harteclub.


Wat vind jij? Praat mee...