Na 21 jaar houdt Rohof er nu echt mee op (behalve in de winter)

Een museumstuk verdwijnt na dit seizoen uit de Hoofdklasse. Oud-international Teun Rohof houdt het na niet minder dan 21 jaar voor gezien. De verdediger van Amsterdam, die vandaag (woensdag) 37 jaar wordt, hoopt op een mooi afscheid. Maar voorlopig moet hij genoegen nemen met een bijrol.

In burger liep Rohof zondag rond bij de wedstrijd van zijn Amsterdam tegen HGC. Niet geblesseerd, maar gepasseerd. Eruitgeconcureerd door de jongere garde. Terwijl zijn teamgenoten de warming-up doen, bestelt de routinier in z’n spijkerbroek een broodje in het clubhuis. Een oudere HGC-fan herkent hem en begint een gesprek. ‘Ik durf het eigenlijk niet te vragen. Maar ben jij gestopt?’ Rohof lacht en reageert ad rem. ‘Nog niet.’ 

‘Die vraag kreeg ik daarna nóg tien keer’, vertelt Rohof, na de 3-1 zege van Amsterdam op HGC. ‘Dan vertel ik hoe het zit. Dat ik sinds de winter aan het afbouwen ben. En na dit seizoen er wel helemaal mee stop.’

Rohof feliciteert teamgenoot Daan Dekker na de 3-1 zege op HGC. Foto: Koen Suyk

Om kwart voor elf ’s ochtends, tegen Cartouche

Van chagrijn is geen sprake bij de 24-voudig veld-international. Ja, hij is dus fit. Maar hij speelde nog geen minuut in 2022. ‘Natuurlijk wil je liever meedoen, als je vier keer per week traint. Maar dit is wel zoals we het hebben afgesproken. In de tweede seizoenshelft zou mijn rol kleiner worden, dat hebben we maanden geleden al besproken. Aal (coach Cox, red.) heeft aangegeven dat hij in de rest van de competitie veertien vaste spelers nodig heeft. Daaromheen wisselt-ie een aantal jongens af. Daar ben ik er een van. Het team doet het goed. En de winnende coach heeft altijd gelijk, toch?’ 

Dus stond Rohof zondag niet om het vertrouwde tijdstip van 14.45 uur in het veld in de linkerrijtje-kraker tegen HGC. Hij had vier uur eerder al gespeeld, met het tweede tegen Cartouche. ‘Tegen Timmo Kranstauber’, grijnst Rohof, die samen met de spits WK-zaalgoud won in 2015. ‘Was een mooi potje hoor. 3-3. Ik stond voorin, heb gescoord. Daar kan ik als liefhebber van genieten, sta ik graag vroeg voor op.’

Eigenlijk wist de drievoudig landskampioen op het veld al voor het seizoen dat zijn afscheid in zicht was. ‘Als in 2021 het WK zaal was doorgegaan, was ik misschien wel een jaar eerder gestopt. Nu werd-ie verplaatst (en uiteindelijk alsnog afgelast, red.), dat was al een reden om door te gaan. En de veranderingen bij Amsterdam maakten mij ook wel nieuwsgierig. Nieuwe spelers, andere coach. Ik wilde er nog een keer helemaal voor gaan.’

In 2011 in duel met een piepjonge Sander de Wijn, tijdens Amsterdam-Kampong. Foto: Koen Suyk

De Gulden en Harry Potter

Daardoor eindigt een Hoofdklasse-avontuur dat in 2001 begon. In een tijdperk waarin Nederland nog met de gulden betaalde, de wereld stilstond bij 911 en de eerste Harry Potter-film in de bioscoop te zien was. Zijn teamgenoten Gilles Wegter en Luke Dommershuijzen waren nog niet eens geboren, toen Rohof zijn eerste minuten maakte bij Oranje-Zwart. 

‘Met Brent Livermore. Piet-Hein Geeris. Rob Reckers. Josef Kramer’, somt Rohof op. ‘Van mijn generatie kwamen daar Robert van der Horst, Paul Maas en Thijs Maartens bij. Gasten die allemaal al jaren gestopt zijn. En ik, ik ging steeds door. Had misschien wel willen stoppen als we in 2016 of 2018 kampioen waren geworden met Amsterdam. Ik heb er gewoon zo lang plezier in gehouden. Nu nog hè. Maar het is na dit seizoen wel echt klaar. Het is goed zo.’

De Hoofdklasse is veel professioneler geworden. Er wordt minder gezopen. Teun Rohof

Hij heeft de hockeywereld zien veranderen in die twee decennia. ‘Het is veel professioneler geworden. Iedereen traint harder en vaker. De scheidsrechters zijn beter. Er wordt in de Hoofdklasse minder gezopen, haha. Al blijft mijn credo wel dat je kampioen wordt aan de bar. Van een extra krachttraining krijgt niemand een mooiere band of een gemeenschappelijk vreugdegevoel. Die hechtheid komt pas als je elkaar in de ogen kijkt. Soms om te lachen, soms om elkaar de waarheid te vertellen.’

‘Toen ik begon hadden we maximaal zeventien spelers. Nu hebben we 22 man in de selectie. Ja, dan kan je er naast vallen op je 37ste bij een topteam. Onderin de Hoofdklasse zou ik vast in het veld meer kunnen toevoegen. Hier doe ik dat nu, achter het hek. De jongere gasten nemen het heus wel aan, als ik iets zeg. Ik kan dus ook zo nog steeds van waarde zijn.’

Rohof als international tijdens het WK van 2010, waar Oranje derde werd. Foto: Koen Suyk

De toekomst

Hij hoopt natuurlijk dat hij de kans krijgt om voor volle tribunes afscheid te nemen. ‘Als we de play-offs halen, krijg ik misschien wel een plekje op de bank. Maar eerst vrijdag thuis tegen Pinoké. Ik zal er hard voor trainen om bij de wedstrijdselectie te horen. Ach ja. In mijn tijd was dat anders, zat ik er altijd bij. Maar iedereen wordt beter en ik moet ook mee. Ervaring moet niet iets negatiefs worden.’

Rohof, in het dagelijks leven leraar Nederlands, wil graag verder als coach. Hij was al veldtrainer bij Hurley en leidde verschillende jeugdteams bij Amsterdam. ‘Maar ik volg ook een opleiding voor mijn werk. Misschien komt het te vroeg om ook vol voor het coachen te gaan. Dat wil ik op termijn wel graag, zo hoog mogelijk. Aan de andere kant… als die trein nu voorbijkomt – zoals Ronald Koeman dat ooit zei – ben ik er klaar voor.’

Tijdens het interview blijkt al dat het woord ‘stoppen’ relatief is. Want zaalgek Rohof zou zomaar komende winter weer zijn stick kunnen oppakken. ‘Ik wil graag het EK spelen. Daar heb ik het al met Marieke (bondscoach Dijkstra. red.) over gehad. Dus ik moet maar zorgen dat ik fit blijf.’


Wat vind jij? Praat mee...