Rampdag Amsterdam eindigt met spierpijn bij coach Rohof

De start van de nieuwe competitie in de Hoofdklasse Zaal Heren was er eentje die Amsterdam-coach Teun Rohof (38) nog wel even pijn zal doen. Letterlijk. De ervaren zaalgoeroe zag zijn team niet alleen twee keer in de slotseconden verliezen tegen Voordaan en Laren, hij moest vanwege het grote aantal afwezigen in zijn ploeg ook zelf in actie komen. Met flinke spierpijn als gevolg.

Hij zucht even als hij na de tweede nederlaag van de dag de kleedkamer komt uitgelopen. Coach Teun Rohof, een van de boegbeelden van het Nederlandse zaalhockey en sinds begin dit jaar als zaalhockeyer genietend van zijn pensioen, had wel eens mooiere dagen beleefd in de zaalcompetitie.

In Sportcentrum Olympos in Utrecht begon de verliezend finalist van vorig seizoen met twee zure nederlagen aan de nieuwe zaalcompetitie: eerst een 3-4 tegen Voordaan door een treffer van Stijn Ekelmans in de laatste seconde. Daarna een soortgelijke nederlaag tegen Laren (4-5) door een goal van Kenny Bain, met nog zes tellen op de klok. Het maakte de rampdag van Amsterdam compleet, want die begon al in mineur.

Ziekmeldingen

‘Vanmorgen meldden Valentijn Charbon en Chip Visscher zich ziek bij mij af’, zegt Rohof. ‘Verder hebben we een aantal jongens die op vakantie zijn, dus ik wist dat we sowieso al krap in de manschappen zaten. Ik had er zelf al rekening mee gehouden dat ik wat minuten voorin zou meedraaien, al had ik dat liever niet gewild natuurlijk.’

Teun Rohof spreekt zijn team toe tijdens de rust van het duel met Voordaan. Foto: Bart Scheulderman

De bloedsporen van Daan Dekker

Tot overmaat van ramp viel halverwege de eerste wedstrijd tegen Voordaan ook Daan Dekker weg bij de Amsterdammers. Hij kreeg net boven zijn linkerwenkbrauw een stick in het gezicht en in dezelfde beweging ook nog op zijn achterhoofd. Hevig bloedend moest hij de zaal verlaten, waarna KNHB-medewerkers nog minutenlang bezig waren de bloedsporen weg te poetsen. Dekker – geplakt, gehecht en getooid met een enorm verband om zijn hoofd – kwam de rest van de dag niet meer in actie.

Rohof: ‘Met het wegvallen van Daan mis je vandaag drie spelers. Dat bleek wat teveel van het goede. Het brak ons op. Ik ben zelf ook niet helemaal fit en twee wedstrijden spelen is voor mij eigenlijk niet meer te doen, zeker niet als vervanger van Daan. Ik voel nu al de spierpijn opkomen, haha. Ik heb het zo goed mogelijk proberen in te vullen, maar is het is fijner als we iedereen aan boord hebben. Gelukkig is dat bij de volgende ronde in januari het geval.’

Voordaan’s Kjell Plantenga in duel met Thije Harm van Amsterdam. Foto: Bart Scheulderman.

Veerkracht en muziek

De eerste speelronde van de Hoofdklasse Zaal maakte duidelijk dat de automatismen nog ontbreken in de ploeg van Rohof, die voor een flink deel bestaat uit jongens die vorig seizoen met Amsterdam JO18 landskampioen in de zaal werden. Toch zag de zaalgoeroe dat er ook genoeg pluspunten te noteren waren. Al liet de zaalfanaat dat tijdens de wedstrijden niet merken. Tussen de balken overheerste vooral zijn bulderende stem bij balverlies of dubieuze beslissingen van de arbitrage. Tekenend voor de beleving die hij nog altijd voor het spelletje heeft.

‘In onze tweede wedstrijd speelden we best aardig’, constateerde Rohof, die daarmee ongetwijfeld ook de aanvalsopzet van het velddoelpunt van Thije Harm (de 4-4) in het achterhoofd had. Die treffer kwam tot stand na een flitsende serie one-touch-passes over de rechterflank. ‘We komen met 3-1 voor, maar daarna verloren we de concentratie door uit onze rol te gaan. Verdedigers gingen aanvallen op plekken waar dat niet kon, waardoor je ineens binnen een paar minuten met 3-4 achterstaat.’

‘Daarna herpakken we ons toch weer met de 4-4 van Thije’, vervolgt Rohof. ‘Zuur dat we de wedstrijd dan alsnog verliezen, maar we toonden veerkracht en dan zie je dat er echt wel muziek in deze groep zit. Het was ook fijn om te zien dat de corner in dat duel lekker liep [Sam Steins Bisschop benutte er drie].’

Teun Rohof trekt een sprintje in het eerste duel van de dag, tegen Voordaan. Foto: Bart Scheulderman

Werken aan automatismen

Amsterdam, recordkampioen in de zaal, weet na de rampdag op Olympos wat het te doen staat bij het vervolg van de competitie in januari. ‘Er is veel werk aan de winkel’, zegt Rohof. ‘We kwamen hier voor zes punten, dat hadden er vandaag minimaal twee moeten zijn. Uiteindelijk staan we hier met lege handen. Nu staan we onderaan, dus daar moeten we snel weg.’

Want ondanks de zwakke start qua resultaten is het doel van Amsterdam helder. Rohof: ‘We willen gaan voor de plekken één tot en met vier. Ik heb vandaag gezien dat er meer inzit, dus die doelstelling is nog steeds reëel. Wie de meeste groei pakt, haalt de play-offs. Onze wedstrijd tegen Laren was alweer beter dan de start tegen Voordaan. Dat moeten we voortzetten. Met veel trainingen, het werken aan automatismen en een complete groep zie ik dat echt goedkomen.’

Zo optimistisch als Rohof de nabije toekomst van zijn eigen ploeg ziet, zo somber is hij als het gaat om het algehele niveau in de eerste wedstrijden van de eerste speelronde. ‘Dat lag over het algemeen erg laag vond ik. Het ontbreken van extra trainingen met het Nederlands zaalteam zie je nu al terug. Het blijft eeuwig zonde dat de KNHB is gestopt met het internationale zaalhockey. Het is zo’n mooi spel, maar zonder die stip aan de horizon – Oranje – zal het zaalhockey vergaan, ben ik bang.’


Wat vind jij? Praat mee...