Hockeyverhalen: De Pakistaan die na twee weken kwijt was

De laatste weken zoomde hockey.nl in op de buitenlandse hockeyers in de Hoofdklasse, met onder meer een top-10 beste buitenlandse spelers en speelsters ooit. Vandaag in ‘Hockeyverhalen’ anekdotes van redacteur Sander Collewijn, die onder meer bij Hurley Hoofdklasse speelde en daar alles tegenkwam, van een briljante Argentijn tot een verdwenen Pakistaan.  

Voor weinig geld een buitenlandse versterking proberen te halen, is hetzelfde als naar het casino gaan met honderd euro en dan hopen dat je er met een maandsalaris uitloopt. Toch probeerden we dit bij Hurley.

Eerst zetten we ons geld op een Pakistaanse tovenaar. Wekenlang gingen de geruchten over onze versterking, maar zijn komst werd gehinderd door visumproblemen. We geloofden er al niet meer in, tot hij op een vrijdagavond op de training stond.

Muhammad Arlsan Qadir van Pakistan kan zijn geluk niet op in Bhubaneswar 2014. Gekte rond de halve finalewedstrijd tussen India en Pakistan bij de Champions Trophy hockey. Foto: Koen Suyk

Hij stelde zichzelf voor als ‘Mashoud’, wat ‘lucky’ betekent in het Arabisch. Zo voelden we ons bij Hurley ook. De meest bescheiden club van het Amsterdamse Bos had zijn eigen Pakistaanse dribbelaar. Hij was klein, hooguit 1 meter 65, en had een grote glimlach.

Mashoud. Onze Pakistaan. Onze redder. Dit moest de balvirtuoos zijn die we nog misten. Deze jongen moest ons naar een hoger niveau tillen, uit die degradatiezone. De club had duizenden euro’s betaald voor zijn tickets.

Nauwkeurig volgden we elke aanname, elke blik na een schot op goal

Hockeyers kunnen net als voetballers binnen een paar aannames ruiken of iemand goed is of niet. Een paar minuten een partijtje balbezit met een nieuwe speler vertelt of iemand topniveau is of uit de toon valt. Alleen bij Mashoud bleven we gissen. Nauwkeurig volgden we op de training elke stickbeweging, elke aanname, elk schot op goal, elke dribbel. De uitdrukking op zijn gezicht na een gemiste kans.

We kwamen er niet uit. Hij kon een beetje dribbelen, dolde weleens een verdediger, was ook niet slecht, maar ook zeker geen enorme versterking.

Of moest hij gewoon wennen?

Om hem thuis te laten voelen in Amsterdam, gingen we een avondje met hem op stap in studentendiscotheek ‘Dansen bij Jansen’. Wij hadden een topavond. Na een paar uur dansen checkten we bij de wat moeilijk kijkende Mashoud hoe het met hem ging. Hij zei: ‘Ik kan niet met jongens dansen’.

We hebben hem na die avond nooit meer gezien.

De Schot Kenny Bain van Hurley tijdens de hoofdklasse hockeywedstrijd tussen de mannen van Hurley en HGC (2-7). Een van de betere buitenlandse hockeyers ooit bij Hurley. Foto: Koen Suyk

De een ging snel weg, de ander bleef jaren

Een ander avontuur beleefden we met een jonge Britse keeper. Als team hadden we voor zijn komst tweedehands meubilair bij elkaar gesprokkeld, zodat hij lekker kon wonen in Amsterdam-West. Maar hij aardde niet. Hij maakte te veel blunders en uiteindelijk ging de voorkeur naar onze eigen vertrouwde Nederlandse doelman. Toen we zijn huis leegruimden, bleek hij meerdere teksten op de muur te hebben gekalkt.

Onder de tekst: ‘These people must go!!’ stonden namen van wat spelers en in ieder geval onze coach.

Dan was er nog een andere Pakistaanse speler, die een avond bij Hurley neerstreek. De traditionele looptraining op dinsdag van onze martelaar Hans pikte hij nog mee. Daarna is hij niet meer op de veldtraining verschenen, want hij lag met pijn in z’n rug op de bank van de kleedkamer.

We hebben hem daarna nooit meer gezien.

WK Hockey 2002 Nederland-Argentinië (2-1). Teun de Nooijer, die een minuut voor tijd zorgde voor het winnende doelpunt, passeert de Argentijn Fernando Zylberberg. Foto: KNHB/Jeroen van Bergen

Natuurlijk hadden we ook succesvolle buitenlandse spelers. Zoals de Ier Andy McConnell, die met hard werken uiteindelijk  aanvoerder van het team werd en lang bij de club bleef.

Maar al deze namen vallen in het niet bij die ene buitenlandse parel.

Twee dagen voor de eerste competitiewedstrijd in de Hoofdklasse stond onze coach Wouter Tazelaar arm in arm met een kleine en jonge Argentijn, die hij had opgehaald bij een toernooi in Edinburgh. Argentinië was toen nog geen wereldtop en elke buitenlandse hockeyer werd met open armen ontvangen. Zijn naam: Fernando. Wij waren als team wel kritisch geworden door het mislukte avontuur met onze Pakistanen en geloofden niet in een instant-versterking. Maar oud-international Tazelaar zei: ‘Let maar op, hij is echt heel goed.’

Fernando Zylberberg in actie voor het Argentijnse team.

Vier spelers was te veel voor Zylberberg

Dat hebben we geweten. Vanaf de eerste seconde dat Fernando meedeed in een partijtje balbezit, was hij een verademing. Niet van de bal te krijgen. Daarnaast beschikte hij over een briljante schijnpass. Dan nam hij de bal in zijn stick en wist je zeker dat de bal naar links ging, maar rolde de bal van zijn stick miraculeus naar rechts. Hij nam voortaan alle vrije slagen. Hij stond de eerste wedstrijd meteen midden-midden. Hij was onze talisman. Hij dolde iedereen in de Hoofdklasse.

Besprekingen gingen zo:

‘Fernando, one player in front of you? Good’
‘Two players? Good’
‘Three players? Good’
‘Four players? No good’

Iedereen lachen.

Fernando Zylberberg was in één klap de beste speler van het team. Alle aandacht ging naar ons Argentijnse fenomeen, zodat andere hockeyers van het team makkelijker konden uitblinken.

Fernando lachte veel, maar was ook niet de makkelijkste. Praten met hem bleef door de taalbarrière een uitdaging. We spraken alleen dezelfde hockeytaal. We wisten elkaar op het veld instinctief te vinden. Later zou Fernando Zylberberg aanvoerder van het Argentijnse team worden.

Fernando Zylberberg in de Hockey Magazine. Uit het KNHB-archief. Klik op het artikel voor de hele PDF.

Gegokt, en verloren

We vroegen hem altijd mee om wat te eten of drinken, namen hem ook mee naar café Loetje in Amsterdam, om biefstuk te eten. Vaak sloeg hij dat soort voorstellen af. Wat wij niet begrepen, want we wisten dat hij verder niets te doen had. Maar dankzij Zylberberg speelden wij de seizoenshelft van ons leven, wonnen we wedstrijd na wedstrijd en stonden we met Hurley opeens in de top-4 van de Hoofdklasse in de winterstop. Op Studio Sport werd Hurley-Den Bosch aangekondigd als topwedstrijd.

Toen kwam het bericht dat we niet wilden geloven. Fernando ging ons verlaten, in de winterstop. Hij vertrok naar Spanje, naar Atlético San Sebastián. Daar kon hij meer geld verdienen. Aan de telefoonrekeningen later was te zien, dat hij in Nederland vooral heel veel met zijn moeder had gebeld.

Na de winterstop wonnen we bijna geen wedstrijd meer.


5 Reacties

  1. jvolcano

    Sander bedoeld natuurlijk een Pakistani

  2. klaassen

    Jij bedoelt waarschijnlijk 'bedoelt', en Pakistani is vlgs mij meervoud... Hoe dan ook, geweldig verhaal weer, hopelijk komen er hier meer van, al dan niet van Sander !

  3. solo

    Mee eens, zeer leuk verhaal...

  4. alexanderket

    Mooie tijd was het! Leuk verhaal @Sander!!!

  5. Eelco Houwink

    Geweldig verhaal en nog herkenbaar ook


Wat vind jij? Praat mee...