Fotoreportage Sjinborn: uitzicht op de beroemde Cauberg

In de serie ‘Onze club’ bezoeken we bijzondere clubs uit elke uithoek van het land. In aflevering 3 zijn we bij Sjinborn, een vereniging omringd door de magische heuvels van Zuid-Limburg. Geniet van de prachtige fotoreportage van onze fotograaf Willem Vernes.

‘Moet je toch eens kijken. Wat een prachtig uitzicht.’

Op het terras voor het clubhuis van Sjinborn leunt Theo Geijssen ontspannen achterover in een van de houten bankjes. Theo is een man van de club: hij is wedstrijdsecretaris, voorzitter van de Technische Commissie, trainer/coach en vorige week uitgeroepen tot Vrijwilliger van het Jaar in de gemeente Valkenburg aan de Geul.

Hij steekt zijn rechterarm uit en wijst naar de overkant van het veld, waar enkele vrijstaande huizen naast elkaar staan. ‘Daar, tussen die huizen, daar zie je hem liggen. De Cauberg.’

Sjinborn ligt op een heuvel in het Zuid-Limburgse Valkenburg en kijkt van bovenaf neer op het Geuldal. De omgeving wordt gekenmerkt door grote hoogteverschillen. Het is zonde dat het op de dag van deze reportage druilerig weer is, waardoor we niet optimaal van het uitzicht kunnen genieten.

 

In het centrum van Valkenburg heerst een onvervalste terrascultuur. Een cultuur die ook in het bloed van de leden van Sjinborn zit. Of het nou zomers warm of waterkoud is, vrijwel elke zaterdag en zondag pakken ze een kussentje uit het clubhuis en nemen ze plaats op het terras van de vereniging.

Bij het stapeltje kussentjes aan de binnenkant van de ingang van het clubhuis ligt in deze koude periode van het jaar ook een stapeltje dekentjes. ‘Ons terras ligt op het zuiden, dus wanneer de zon doorbreekt is het hier zelfs in de winter, met een kop warme chocolademelk, prima vertoeven’, zegt Theo. ‘Bovendien zitten we met onze rug naar de berg, waardoor we altijd uit de wind zitten.’

Sjinborn ligt in Zuid-Limburg, een krimpregio die vooral last heeft van vergrijzing. Volgens Theo is het ieder jaar weer moeilijk om alle teams van de club gevuld te krijgen. Er worden in de omgeving nu eenmaal te weinig kinderen geboren.

Het probleem is een van de redenen waarom Sjinborn zich als een ‘gezellige familieclub’ positioneert en de structuur van de club niet laat afhangen van de aanwezigheid van mogelijke toptalenten. Sjinborn deelt enkel op leeftijd in en heeft dus geen selectieteams.

‘Ben je al aan het solliciteren?’ vraagt Theo wel eens aan een vader van een talentje dat bij Sjinborn speelt.
‘Solliciteren? Hoezo?’ luidt de reactie van de vader meestal.
Theo zegt dan: ‘Je zult toch naar Eindhoven moeten verhuizen als je wilt dat je kind het Nederlands team haalt. Die zal dan toch bij Oranje-Rood moeten spelen. Bij ons hebben toptalenten niet zoveel te zoeken.’

Sinds Sjinborn geen selectieteams meer heeft is het aantal leden gegroeid van 250 naar 400. De vereniging hoopt dat de jeugd nu blijft hangen en via de Jong Senioren doorstroomt naar Heren 1 of Dames 1. Momenteel heeft Sjinborn geen Heren 1, wel een Dames 1. Zij spelen in de Derde Klasse.

Theo: ‘Jaren geleden maakten we de fout om wel op kwaliteit te selecteren. Toen speelde het ene jeugdteam in de Eerste Klasse en het andere jeugdteam in de Derde Klasse. Wanneer zij in de senioren met elkaar moesten gaan spelen, bleek dat ze dat helemaal niet wilden. Ze waren uit elkaar gegroeid. Dat kostte ons leden. Nu hebben we de structuur beter op orde.’

Sjinborn heeft één veld. Een zandveld, dat iedere zaterdag bomvol gepland staat. Theo hoopt dat het veld over een paar jaar wordt vervangen door een semi-waterveld en sluit ook de komst van een tweede veld niet uit.

Het probleem is dat het tweede veld achter het eerste veld moet komen te liggen. In deze heuvelachtige omgeving is dat nogal lastig. Op de beoogde plek is het nog redelijk vlak, maar toch kan er niet aan grondverlegging worden ontkomen. Dat kost extra geld, waardoor de stap behoorlijk groot is.

Dit is het clubhuis. Het staat er nu een jaar of zes. Het wordt gerund door een uitbater, die de keuken verzorgt. Tijdens alle doordeweekse trainingen en elke zaterdag en zondag is het clubhuis open.

De houten vloer en de houten meubels geven het clubhuis een warme uitstraling.

Aan een van de buitenmuren hangt een eerbetoon aan Frits en Mabel Prinsen, het echtpaar dat Sjinborn in 1981 heeft opgericht. Frits is inmiddels overleden, Mabel hockeyt nog altijd bij de veterinnen en heeft talloze functies binnen de club bekleed.

De naam Sjinborn is ontstaan door een samenvoeging van twee leuke feitjes: de club is opgericht in het Limburgse plaatsje Schin op Geul, dat in het dialect bekendstaat als Sjin. Daarnaast is hockey, volgens de club, van oorsprong een Engelse sport. Sjinborn betekent dus geboren in Schin op Geul.

In het clublogo pronkt een afbeelding van een bok. De bok en de plaats Valkenburg zijn al eeuwenlang aan elkaar verbonden. Je komt hem in Valkenburg overal tegen, onder meer als beeld in het Halderpark. Bewoners van omringende dorpen hebben het ook altijd over de ‘bök’ als ze het over Valkenburgers hebben.

Waarschijnlijk gaat de oorsprong van de geuzennaam terug naar de bendes van de Bokkenrijders, die tussen 1730 en 1800 actief waren in Limburg, delen van Brabant en het aangrenzende Duitse gebied. Valkenburg had in die tijd een soort rechtbank waar de dieven en afpersers werden verhoord en veroordeeld.

Tot slot een foto van de parkeerplaats voor de ‘mastercoach’, naast die voor de VIPS. Theo: ‘Humor vinden we hier belangrijk.’

Jouw club ook in deze serie?

Wil je jouw club opgeven voor deze rubriek? Stuur een mail naar redactie@hockey.nl, vertel wat jouw club uniek maakt en wie weet komen we binnenkort met een verslaggever en een fotograaf op de koffie.


Wat vind jij? Praat mee...