Hockeyen in Ierland: ‘Een TD in Nederland stelt niets voor vergeleken met Ierland’

In de serie ‘Buitenlands avontuur’ verhalen van Nederlandse hockeyers die over de grenzen hebben gespeeld. Deze week Maarten Sier (39). De voormalig spits van het Amstelveense Myra en HIC genoot in Ierland van de fantastische mentaliteit van de hockeyers en pushte zichzelf en passant de Ierse geschiedenisboeken in.  

Het is maandagochtend in Dublin. Maarten Sier heeft een enorme kater, maar hij moet opschieten om het vliegtuig naar Amsterdam te halen, dat om één uur vertrekt. Want in Nederland moet hij een hockeykamp begeleiden. ‘Het gevoel was er een van lachen en huilen tegelijkertijd’, noemt Sier nu het gevoel van toen.

De hockeyer had een groot kampioensfeest meegemaakt op zondag, maar kan zich er weinig meer van herinneren. Het is een groot gapend gap in zijn geheugen. Het was de eerste landstitel voor Three Rock Rovers, in 34 jaar. Het enige dat hij nog weet is dat dat ze met het hele team Dublin in gingen. Verder niets. De Guinness had zijn geheugen poreus gemaakt.

De Ierse kampioen Three Rock Rovers in 2008. Maarten Sier rechts vooraan.  Foto: Irish Hockey Photographers

De finale om de landstitel de dag ervoor kon hij zich nog wel herinneren. De reguliere speeltijd was doelpuntloos geëindigd. Er is verlenging, met een golden goal. Er is nog 47 seconden te spelen tegen de Pembroke Wanderers van onder andere de broers Conor en David Harte, keeper van Kampong. Three Rock Rovers mag met Maarten Sier in de spits een strafcorner nemen. De bal komt, de 1,95 meter lange Sier legt aan en pusht de bal hard richting de linkerhoek, de stickkant van Harte. De Ierse keeper kan de bal niet meer stoppen.

Iedereen komt op Sier afgerend. Three Rock Rovers is in 2008 eindelijk weer landskampioen van Ierland en mag het seizoen erop EHL spelen. Allemaal dankzij die grote Nederlandse spits met stalen zenuwen, die regelmatig gele kaarten verzamelde in Ierland. Sier is voor één avond de keizer van Dublin. Alleen voelt dat niet zo als hij brak en met hoofdpijn incheckt voor zijn vlucht terug naar Amsterdam. Een paar uur later is hij alweer een hockeykamp aan het voorbereiden.

***

Een jaar eerder had Sier in Nederland zijn sportopleiding ‘Sport en Bewegen’ afgerond. Hij had bedacht dat hij wat van de wereld wilde zien. Hij vindt dat hij geen enorme taalknobbel heeft, dus Spanje en Italië vielen af. Zo kwam hij in Ierland uit, want Engels spreken zag hij wél zitten. Via zijn Nederlandse contacten kon hij in Dublin een vrouwenteam coachen, jeugdteams trainen en spelen bij Three Rock Rovers, een van de beste teams van Ierland, met voor Nederland bekende namen als Andy McConnell en Phelie Maguire (ex-Hurley).

Even leek de liefde roet in het eten te gooien, want vier weken voordat hij voor een jaar naar Ierland zou gaan, ontmoette hij zijn toekomstige vrouw. Samen hebben ze nu een dochtertje van drie. ‘Net als je niet zoekt, vind je het.’ Ondanks de verliefdheid zet hij zijn buitenlandse plannen stevig door. Zijn nieuwe liefde kon af en toe langskomen natuurlijk. Sier, die vijftien jaar hockeykampen zou organiseren, voordat hij terugkeerde naar zijn oude passie electrotechniek, reed met zijn eigen auto naar Ierland.

De snelle en sterke spits Maarten Sier aan de bal in de Ierse competitie. Foto: Irish Hockey Photographers

Met de auto vol hockeyspullen op naar Ierland

Het avontuur begon bij Hoek van Holland, waar hij met zijn auto de veerboot pakte naar Harwich, aan de Engelse oostkust. Daar mocht hij meteen links gaan rijden. De strafcornerspecialist had een fiets op het dak en hockeysticks, tassen, hockeyballen, pionnen en een printer in de achterbak. Op de boot sliep hij de eerste nacht in een hut met alleen maar dronken motorrijders. ‘Dat hoorde bij het avontuur. Ik was nog nooit voor een jaar naar het buitenland gegaan. Ik ging er volle koker voor.’

Sier reed van Harwich dwars door Engeland naar Holyhead. Daar kon hij met zijn auto op de boot richting Dublin. Midden in de haven van de Ierse hoofdstad kwam de Nederlandse hockeyer aan. Er was een huis voor hem geregeld in Dublin. Hij had net pannen gekocht en zat televisie te kijken, toen er opeens mensen zijn appartement binnen kwamen wandelen. ‘Dat waren de oorspronkelijke bewoners. Die zouden op wereldreis gaan, maar die reis ging uiteindelijk niet door. Raar? Tsja, bij Ieren kan dat zomaar gebeuren, dat had ik wel gemerkt. Plannen kunnen zo veranderen. Zo zijn ze’, vertelt Sier jaren later.

Uiteindelijk kan Sier terecht bij de aanvoerder van Three Rock Rovers, die een kamer heeft voor hem. De eerste trainingen komt de Nederlander met een paar sticks op de training. Al zijn teamgenoten komen met alleen maar een rugtas. Na een paar uur snapt Sier pas waarom.

‘Die gasten hebben de eerste vier weken alleen maar hardgelopen. We hebben geen stick aangeraakt. Three Rock Rovers ligt aan de rand van het Marlay Park in Dublin. Daar gingen we elke training heen, om te rennen. Ik volgde maar gewoon. Ik was de buitenlander die mee kwam doen. Ik werd met open armen ontvangen door het team. Ik was gelukkig behoorlijk fit, dus al het rennen was voor mij geen issue.’

Andy McConnell loopt naar de juichende Maarten Sier. Foto: Irish Hockey Photographers

‘Ieren zeuren nooit. Die klappen er gewoon op’

In vergelijking met Nederland was het niveauverschil nogal groot. Niet zo raar, met zo weinig hockeyers in Ierland. Three Rock Rovers was de grootste hockeyclub van het land, met 250 leden. En dan was het hockey ook nog voor de elite, merkte Sier. Zoals dat ook ooit zo in Nederland was. ‘Als je hockeyt in Ierland, hebben je ouders echt knaken. Het was, zeker tien jaar geleden, een sport voor mensen met huizen waar je op de oprijlaan een kompas nodig had, om het huis te vinden. In Ierland hebben ze ook mooie gedachten over sport. Rugby noemen ze een people’s game played by gentlemen. Voetbal is een gentlemens game played by people.’

De ene week speelt Sier met Three Rock Rovers – vernoemd naar de drie rotsen in het Marlay Park – tegen een team dat naar zijn zeggen Tweede Klasse zou spelen in Nederland. De andere keer tegen een team dat zich in Nederland nog in de Hoofdklasse zou handhaven. ‘Het hockey was niet technisch, het was vooral veel passie, gedrevenheid en heel hard werken. En Ieren zeuren nooit. Die klappen er gewoon op. Botsingen horen erbij.’

Niet alleen op het veld gaan de Ieren ‘door het geluid’, zoals Sier dat noemt. Na het hockeyen gaat de tap met Guinness vol open. In een van zijn eerste trainingen wordt hij ingewijd in de Ierse cultuur, als hij na een training naar een pub gaat, aan de overkant van het veld. Daarna naar een discotheek, dan naar een nachtclub. Ze bleven maar drinken, dacht Sier, die niet alleen genoot van de vechtlust van de Ieren, maar ze ook heel sociaal en warm vond. ‘Tussendoor even een vingertje in de keel, en dan weer door’, typeert Sier sommige avonden.

Een Thé Dansant in Nederland was kinderspel, vergeleken met het fanatisme van de Ieren, die toen niet alleen op het veld door het geluid gingen, maar ook aan de bar. Zeker in die tijd. ‘In Ierland werd zo heftig gezopen. Daar doe je ook niet met kannetjes en glazen, zoals in Nederland. Daar werk je met pints. Iedere keer stond er weer een nieuwe pint voor je neus. Het tempo lag aanzienlijk hoger dan in Nederland. Waarom de Ieren zo snel en hard drinken? Het is een soort urban legend dat in Ierland in de Tweede Wereldoorlog veel munitie werd gemaakt in de fabrieken. Daar kon je geen dronken mensen bij gebruiken. Daarom sloten de pubs altijd vroeg in Ierland en lag het tempo dus hoog. Toen die sluitingstijden later werden, bleef het tempo hoog, maar ging dat gewoon langer door.’

Maarten Sier in actie. Foto: Irish Hockey Photographers

De Nederlander moest in de hoek staan als hij een gele kaart had gekregen

Hoe hard de Ieren ook werken op het veld, naast het veld leken ze voor Sier juist nonchalant, bijna Mediterraans. Zeker in vergelijking met de Nederlandse cultuur. In Nederland is de spits gewend dat iedereen op tijd komt. In Ierland zijn ze veel makkelijker met een wedstrijd. Hun hockeystick ligt soms nog in een andere auto, herinnert Sier zich. Als ze ‘nine-ish’ zeggen wat betreft het verzamelen, kon dat ook makkelijk tien uur worden. Dan accepteerden spelers ook meteen als ze op de bank begonnen. ‘Maar als het fluitsignaal ging, streden ze voor elke meter. In de basis werken Ieren harder dan Nederlanders. Ze gaan altijd strijdend ten onder. Een 3-1 achterstand is niets voor ze. Dan gaat het gas juist erop.’

Sier woog 105 kilo, maar hij was naar eigen zeggen juist ‘retefit’, zoals ook op de foto’s te zien is. Dat bonk spieren merkte dat de gemiddelde Ierse hockeyer niet zo groot was. Dus liep de 1,92 meter lange Nederlander regelmatig Ieren overhoop. Iets waar hij regelmatig voor werd bestraft met gele kaarten. De manier waarop hij die uitzat, was curieus. Hij moest bij een gele kaart in de hoek van het veld staan, met zijn rug naar het veld. ‘Ik kreeg nog net geen ezelsmuts op. Het was duidelijk dat je straf had in ieder geval. Of het was omdat ze die Nederlander wilde plagen, of dat het moest, weet ik echt niet.’

Maarten Sier pusht zichzelf in de Ierse geschiedenisboeken, met de golden goal tegen David Harte. Foto: Irish Hockey Photographers

Three Rock Rovers haalden onverwacht de playoff-finale en was daarin de grote underdog tegen de regerend landskampioen. Sier praat nu bijna nonchalant over de golden goal die hij scoorde tegen David Harte  – in 2015 en 2016  uitgeroepen tot beste keeper van de wereld. Maar het was een teken dat Sier het naar z’n zin had in Ierland. Het krachtmens uit de Overgangsklasse paste perfect bij familieclub Three Rock Rovers. De spits, met handige bewegingen en veel snelheid, scoorde in het seizoen in Ierland meer dan dertig goals in de competitie. Sier blijft voor altijd de Nederlandse spits die Three Rock Rovers weer de landstitel bezorgde.

Oud-teamgenoot Andy McConnell, die nu in Nederland woont en bij Hurley actief is in de tophockeycommissie, kent de impact van Maarten Sier. ‘Maarten was een grote hit bij onze club. Hij was erg succesvol, op de vele gele kaarten na’, vertelt de voormalige Ierse tophockeyer. ‘Maarten had veel temperament, maar omdat hij zoveel scoorde en vaak het verschil maakte, accepteerden we dat gewoon.’

Iers krantenartikel over de zegetocht van Three Rock Rovers en de Nederlander Maarten Sier.

Extra lever gecreëerd in Ierland

Na zijn seizoen in Ierland organiseerde Sier nog lang hockeykampen, maar switchte een paar jaar geleden naar de elektrotechniek. Hij woont nu met zijn vrouw Annemarie in Uithoorn, het meisje dat hij vier weken voor zijn Ierse seizoen leerde kennen. Hij kan het buitenlandse avontuur iedereen aanraden. ‘Ik heb daar in Ierland in ieder geval extra lever gecreëerd’, lacht Sier hard, die nu nog vaak op hockeyclub Myra te vinden is.

‘En nu serieus: ik sta sindsdien open voor meer invalshoeken. Als Nederlander denk je van: zoals wij het doen, hoort het. Maar dat blijkt tijdens zo’n avontuur helemaal niet zo te zijn. Er zijn duizend wegen naar Rome. Een jaar naar het buitenland om te sporten is aan te raden, zeker als je niet naar zo’n standaard plek gaat, waar iedereen heen gaat.’

Lees ook:


3 Reacties

  1. sven-v

    Leuke serie. Dit leest wel een beetje als een sprookje, hij maakt het winnende doelpunt in verlenging voor de titel en hij krijgt alsnog het meisje. En de weg ernaartoe klinkt ook erg gezellig. Mooi! Ik kende de uitspraak over voetbal net weer anders, komt op hetzelfde neer. Rugby is a hooligans game played by gentlemen and football a gentlemens game played by hooligans.

  2. paulvandijk

    Zeker een leuke serie. Mooi verhaal weer. Sier zal alleen niet vanuit Hull naar Dublin zijn gevaren, lijkt mij.

    1. Sandro

      Klopt was van Holyhead naar Dublin. Heb het aangepast.


Wat vind jij? Praat mee...