Hockeyen in Namibië: ‘Af en toe verwarrend waar en wanneer ik moest spelen’

In de serie ‘Buitenlands avontuur’ verhalen van Nederlandse hockeyers en coaches die over de grenzen spelen en coachen, deze week Eline Sieben (21). Ze speelde dit jaar voor DTS Sportclub Windhoek waarmee ze als tweede eindigde in de Namibische competitie. Ook mocht Sieben als niet-Namibische meetrainen met het nationale team.

‘Ik werd gebeld door mijn coach of ik die avond iets te doen had’, begint Sieben haar verhaal over de uitnodiging voor het nationale elftal van Namibië. ‘Ik antwoordde ontkennend en die avond werd ik om zes uur opgehaald. Ik moest mijn hockeyspullen en een wit t-shirt meenemen. Ik had geen idee wat er ging gebeuren. Ik ging hockeyen dus ik vond het al lang prima.’

Nadat ze had toegezegd moest Sieben op haar stageplek nog wel regelen dat ze een uurtje eerder naar huis kon. Dat kon en bij thuiskomst was het snel eten en spullen bij elkaar zoeken, waarna ze bij haar coach in de auto stapte en vervolgens bij het hockeyveld werd afgezet.

Nationale team

‘Toen ik aankwam, was het mij nog steeds niet duidelijk wat de bedoeling was. Ik zag dat er heel veel meiden waren. Even later drong het tot mij door dat die meiden bij het nationale team van Namibië hoorden. Ik vond het leuk om mee te doen. Ze wisten dat ik graag trainde en ook niet lang meer in Namibië zou zijn. Bovendien vertelden ze dat de meiden van mij konden leren.’

Eline Sieben in actie voor DTS Sportclub Windhoek in Namibië. Foto: Eline Sieben

Sieben trainde op uitnodiging twee keer mee met het nationale team. Daarna werd de Namibische selectie bekendgemaakt die volgende maand in Ghana in actie komt tijdens het Afrikaans kampioenschap. ‘Na de laatste training kwamen ze naar mij toe met de vraag of ik toch niet een familielid of voorouder had uit Namibië. Ze vertelden mij dat als ik een Namibisch paspoort had gehad, ik goede kansen had gehad om geselecteerd te worden. Ik dacht toen wel: verdorie, dit is wel jammer, maar waar haal ik een Namibisch paspoort vandaan?’

Sieben vertelt met aanstekelijk enthousiasme over haar hockeyavontuur. Dat enthousiasme voor de sport was er niet toen ze afgelopen maart voet op Namibische grond zette. Ze kwam naar de hoofdstad Windhoek om negen maanden te studeren aan de Namibia University of Science and Technology om een bachelor civiele techniek met succes af te ronden.

Plezier was weg

‘Het plezier in hockey was weg’, legt Sieben uit. ‘Ik speelde bij Nuth maar vanwege corona trainden we nog amper. Het leukste vind ik het spelen van wedstrijden en dat kon anderhalf jaar nauwelijks fatsoenlijk. Waarom train ik dan nog? Toen ik de kans kreeg naar Namibië te gaan, heb ik gezegd: ik ga. Het was een kans die ik waarschijnlijk nooit meer in mijn leven zou krijgen. Ik stopte bij Nuth en liet mijn hockeyspullen ook achter in Nederland.’

Sieben merkte toch al snel dat het hockeyvirus een hardnekkig virus is dat zich niet snel laat doven. Het begon, zoals ze zelf zegt, toch weer te kriebelen. ‘Ik was anderhalve maand in Namibië toen ik het sporten erg begon te missen. Ik was het zo gewend om te hockeyen.’

De zoektocht naar een club in Namibië begon, maar Sieben had enige voorkennis. In 2017 deed DTS Sportclub Windhoek tijdens een toer door Nederland Nuth aan. ‘Ik had de naam van de club onthouden en kwam via via met hen in contact. Het grappige was dat de coach mij meteen herkende toen ik langskwam om kennis te maken.’

Hockeyclub DTS

De Deutsche Turn- und Sportverein (DTS) is een omnisportvereniging uit de hoofdstad van Namibië, waar de naam nog verwijst uit de tijd dat het land een Duitse kolonie was. In de hockeycompetitie draait het damesteam mee in de top van de hoogste afdeling.

Met een geleende stick, zonder bitje en scheenbeschermers en op gewone sneakers ging Sieben meetrainen met de ploeg. ‘Dat was natuurlijk levensgevaarlijk, maar ik heb het overleefd’, zegt ze met een lach.

De terugkeer op het hockeyveld was van korte duur. Corona sloeg ook toe in Namibië. Van mei tot eind augustus werden contactsporten verboden. Dat gaf Sieben niet alleen de gelegenheid om door het land te reizen, maar ook het bezoek uit Nederland te vragen of ze haar hockeyspullen konden meebrengen. ‘Een stick had ik hier via mijn coach geregeld.’

Slechts vier teams

De veldcompetitie in Namibië loopt normaal gesproken van begin september tot midden november, maar vanwege corona en omdat veel teams waren afgehaakt – van de zestien damesteams in de hoogste klasse bleven er slechts vier over – startte de competitie pas midden oktober.

Eline Sieben in actie voor DTS Sportclub Windhoek in Namibië. Foto: Eline Sieben

‘Een vast competitieprogramma zoals wij dat kennen in Nederland is er niet in Namibië’, legt Sieben uit. ‘De speeldagen zijn vrijdag, zaterdag of zondag en het kan ieder weekend verschillen. Ik heb bijvoorbeeld twee weekenden niet gespeeld en een weekend gehad dat we op vrijdag en zaterdag moesten spelen. Het is redelijk hectisch. Soms kreeg ik op donderdagavond te horen dat de wedstrijd van zaterdag met een week was verschoven.’

‘Ik moest iedere week wel vragen of er een update van het programma kon worden gestuurd’, gaat Sieben verder. ‘Anders raakte ik het spoor volledig bijster wanneer ik wel of niet moest spelen. Zo kwam ik er een keer op zaterdagmiddag achter dat ik we ’s avonds toch geen wedstrijd hadden.’

Slechts drie velden in Namibië

In de verkorte competitie, dit keer zonder play-offs, speelden de teams twee keer tegen elkaar. Alle wedstrijden waren ingepland op de enige drie velden die Windhoek rijk is en daarmee ook de enige velden in het land zijn. ‘Een veld is niet aan een bepaalde club gekoppeld. Ik moest ook de hele tijd checken waar ik moest spelen of trainen. Het was af en toe verwarrend, maar ben altijd op het juiste moment op het juiste veld aangekomen.’

Sieben leerde dat men in Namibië het niet zo nauw neemt met de tijd. Er werd flink wat flexibiliteit van haar gevraagd. ‘Iedereen komt te laat. In het begin vond ik dat lastig. Ik heb daar echt mee geworsteld. Als we om kwart voor zes moesten verzamelen voor een wedstrijd, was niemand er op dat tijdstip. Met een beetje geluk was iedereen er om kwart over zes als je om half zeven moest spelen. En dat had je geluk. Haha. Er waren wedstrijden waaraan we niet compleet aan de afslag stonden. Maar ja, je went eraan.’

Ik speelde in Nederland in de Vierde Klasse en ben gewend om vol een duel in te gaan en te duwen. Maar dat gebeurde hier niet. Eline Sieben over het verschil tussen Nederland en Namibië

Ook moest Sieben wennen aan de manier waarop hockey werd gespeeld. Ze ging ‘nogal tekeer’ op het veld. ‘Ik speelde in Nederland in de Vierde Klasse en ben gewend om vol een duel in te gaan en te duwen. Maar dat gebeurde hier niet. Er was geen fysiek contact. De coach vroeg mij dan ook wat rustiger aan te doen: zo meteen zit je naast me op de bank met een kaart.’

De flexibiliteit en de manier van spelen maakte Sieben snel eigen, maar het acclimatiseren aan de hoogte, Windhoek ligt op 1700 meter, ging haar minder makkelijk af. ‘Mijn conditie is prima, maar dat hoogteverschil is wel iets wat ik heb onderschat. Ik heb nog steeds moeite als ik bergop moet lopen. Met hockey ben je in no-time buiten adem. En als je dan weer op adem bent gekomen en weer een sprintje trekt, kan je meteen weer wisselen.’

Met haar club DTS Sportclub Windhoek eindigde Sieben uiteindelijk als tweede in de competitie achter Saints Hockey Club. ‘In de eerste wedstrijd tegen hen speelden we gelijk, maar voor de tweede wedstrijd lieten ze hun Namibische internationals, die in Zuid-Afrika studeren, even invliegen. Dat is de normaalste zaak van de wereld. Ook onze internationals waren aanwezig bij belangrijke wedstrijden. Helaas werden we grandioos van de mat gespeeld. Na een helft stond het al 5-0.’

Eline Sieben in actie voor DTS Sportclub Windhoek in Namibië. Foto: Eline Sieben

Spelen op hoogste niveau

Met een buitenlands avontuur achter de rug en een bachelordiploma op zak is Sieben inmiddels teruggekeerd naar Nederland. ‘In Nederland speelde ik in de Vierde Klasse en in Namibië op het hoogste niveau, in een team met vier veld- en vier zaalinternationals. En dan eindig ik met het team als tweede van het land. Ja, dat is wel speciaal.’

Als bonus is het vuur in Sieben voor de hockeysport weer aangewakkerd. ‘Dat was raar, want ik had het hockeyhoofdstuk afgesloten. Maar ik ben aangestoken door het enthousiasme en gedrevenheid van de coaches, trainers en speelsters. Ik baalde dan ook dat de competitie was afgelopen. Het plezier in het hockey heb ik in Namibië teruggevonden.’

Lees ook:


Wat vind jij? Praat mee...