Hertzberger voorbij legende Kruize: ‘Ties is van ander kaliber dan ik’

Op een nat Almere, met slechts een handjevol toeschouwers als getuige, vloog international Jeroen Hertzberger voorbij hockeylegende Ties Kruize op de alltime topscorerlijst van de Hoofdklasse. Een rake strafcorner en een backhand betekenden de 252ste en 253ste goal van ‘Mister Rotterdam’.

Net voordat de strafcorner wordt aangegeven, trappelen de witte hippe schoentjes van Hertzberger onrustig op en neer. Een standaard routine, voordat het ongeduld uitmondt in een uitbarsting van geweld. Dan volgt zijn kenmerkende sleeppush, altijd ingezet met een extra hupje voordat hij de bal wegslingert. Raak. In het net, achter de tot dan toe goed keepende Almere-keeper Flip Wijsman. Eindelijk. De 252ste in de Hoofdklasse. 0-2. Eén goal meer dan de 251 van Ties Kruize.

Er wordt gejuicht, maar veelzeggender is de reactie van Hertzberger, als hij even later met een droge backhand de 1-4 eindstand binnenschiet. Alsof hij in de WK-finale scoort, iets wat hij in 2014 daadwerkelijk deed. Nu gaan in Almere de handen in de lucht en wijst hij naar de hemel. Belangrijker dan het record vindt hij de zege van zijn club Rotterdam. ‘Het was belangrijk dat we een marge pakten. Voor mijn gevoel waren we zoveel beter. Veel corners werden niet lekker gestopt, dus ik dacht: kom op, leg dat ding stil.’

De handen de lucht in bij captain Jeroen Hertzberger. Foto: Martin Cloose/Orange Pictures

Hertzberger schuift op in de historie van doelpuntenmakers in de Hoofdklasse

Met zijn 252ste en 253ste goal heeft Hertzberger de plek van Ties Kruize overgenomen. De Rotterdammer staat nu zesde op de lijst van all-time topscorers in de Hoofdklasse. Achter kanonnen als Bram Lomans (264), Paul Litjens (267), Floris-Jan Bovelander (276), Taeke Taekema (309) en de eenzame topschutter Roderick Weusthof (346).

De eerzuchtige Hertzberger is ‘Mister Rotterdam’, de inmiddels 66-jarige Ties Kruize is ‘Mister Klein Zwitserland’. Kruize scoorde negen keer toen Oranje in Amstelveen in 1973 voor het eerst ooit wereldkampioen werd. Hij pakte acht landstitels op rij met zijn KZ en wist 57 keer te scoren in één seizoen, een record waar alleen de Duitser Christopher Zeller enigszins bij in de buurt kwam, met 47 treffers voor Bloemendaal in het seizoen 2006/2007. Kruize scoorde 167 doelpunten in 202 interlands. Hertzberger tot nu toe 116 in 242 interlands.

De twee hockeygiganten hadden deze week whatsapp-contact met elkaar over de 251 goals. De 33-jarige Hertzberger kent Kruize al goed vanaf de tijd dat de levende hockeylegende manager was bij Jong Oranje. ‘Ik hoop dat Jeroen mijn record verbreekt. Records zijn er om gebroken te worden’, vertelde de Haagse legende voor de wedstrijd, die voor zijn club meer goals scoorde dan 251 competitiedoelpunten, maar de Hoofdklasse bestaat pas vanaf 1973.‘Ik denk dat de gedrevenheid van Jeroen zijn grootste kracht is. Toen hij na zo’n lange carrière een paar jaar geleden niet meer in Oranje werd gekozen, denk je normaal: het is over. Maar hij is altijd blijven geloven in zijn eigen kracht en is teruggekomen. Dat is knap. En het is nog een leuke gast ook.’

Jeroen Hertzberger en Diede van Puffelen omhelzen elkaar op Almere. Foto: Martin Cloose/Orange Pictures

Hertzberger viel na de Olympische Spelen van Rio af voor Oranje, maar knokte zich terug bij het keurkorps van bondscoach Max Caldas. Hij werd de afgelopen drie seizoenen topscorer van de Hoofdklasse. De aanvaller kijkt moeilijk als hij ermee wordt geconfronteerd dat hij legende Kruize voorbij is in aantal hoofdklassedoelpunten.

‘Ik ga mezelf niet vergelijken met Ties Kruize. Ties is van een ander kaliber dan ik. Ik heb hem heel hoog zitten. Als je het in zijn periode over hockey had, praatte je volgens mij over Kruize’, reageert Hertzberger. ‘Ik heb hem nooit zien spelen, want ik ben in 1986 geboren. Maar Ties was een weergaloze hockeyer. Hij heeft veel blessures gehad (een serieus auto-ongeluk in 1975, red.), terwijl ik nog nooit een wedstrijd heb gemist. Ik heb beelden en strafcorners gezien van toen. Het is niet te vergelijken. Aan de andere kant: zij mochten toen maar drie keer wisselen, dus Ties speelde altijd zeventig minuten. Ik niet.’

Dat Hertzberger tegen Almere een keer scoorde met de strafcorner en een velddoelpunt, is typisch voor zijn carrière als spits en kanon op de cirkelrand. Zeker op nationaal niveau scoort hij strafcorners aan de lopende band. Toen Kruize speelde, eerst op natuurgras en later in de jaren zeventig op kunstgras, mocht de strafcorner in de cirkel met de hand worden gestopt, waarna de bal hoog op goal mocht worden geslagen, terwijl de keeper zonder helm de bal tegen moest houden. Kruize had meestal een extra dikke houten stick klaarliggen om de beul te zijn voor zijn ploeg. Mooie ingrediënten om te scoren.

Ties Kruize haalt uit met zijn verwoestende schot. Foto: KNHB

Welke regels ook veranderden, de strafcorner bleef dominant

Hij oefende toen al eindeloos met de aangever en de stopper, die volgens Kruize ook alle credits verdienen. Die drie-eenheid was in de jaren zeventig dodelijk. Hoe vaker er met de strafcorner werd gescoord, hoe meer de regels werden aangepast. Op een gegeven moment mocht je niet meer van stick wisselen voor de corner. Strafcorners mochten niet meer hoog worden ingeslagen. De strafcorner moest buiten de cirkel worden gestopt. Maar welke regelwijzigingen ook werden geïntroduceerd, de hockeyers verzonnen elke keer nieuwe tactieken. De sleepcorner, het aangeven vanaf de andere kant, betere materialen, krommere sticks.

De strafcorner bleef altijd die beslissende icoon en scherprechter in het hockey. Waardoor ook in 2019, net als in 1973, strafcornerschutters de topscorerslijsten domineren. Er zijn bijna geen jaargangen in de Hoofdklasse dat er geen strafcornerspecialist topscorer wordt van Nederland. Als je kanonskogels vanaf de kop van de cirkel combineert met velddoelpunten, zoals Roderick Weusthof met zijn recordaantal van 346, kom je het verst op de eeuwige topscorerslijst.

Ties Kruize mocht de cirkel inrennen, om van dichtbij de strafcorner binnen te beuken. Foto: KNHB

Hertzberger zou liefst ook lijst van spelers met de meeste assists willen

Hertzberger heeft op die ranglijst nu Lomans, Litjens en Bovelander (276) in het vizier. Als hij dit seizoen blijft scoren en ook na de Olympische Spelen van Tokio actief blijft, komt hij nationaal gezien in de buurt van het illustere gezelschap van Taekema en Weusthof. Overigens zit de nog actieve Mink van der Weerden met 247 doelpunten de Rotterdammer op de hielen.

Aan de ene kant wil Hertzberger niet te veel al die goals benadrukken en moet het hockey niet opeens willen doordraven in het benadrukken van records en statistieken, vindt hij. Toch is dat één kant van de medaille. Want ergens vindt de gedreven Rotterdammer het heerlijk om alles te volgen en op elk lijstje bovenaan te staan. ‘Ik volg veel Amerikaanse sporten, daar zijn statistieken juist belangrijk. Als we de statistieken in het hockey belangrijk maken, moeten we ook een klassement bijhouden voor de velddoelpunten. Omdat parels als Mirco Pruyser en Constantijn Jonker niet snel in zo’n rijtje als topscorers terecht komen. We zouden ook een klassement voor de assists moeten bijhouden. Dan komen gasten als Diede van Puffelen bovendrijven. Die geeft zo 25 assists per seizoen.’

Jeroen Hertzberger in de gewonnen competitiewedstrijd tegen Almere (1-4). Foto: Martin Cloose/Orange Pictures

Talent is slechts onderdeel van weg naar de top

Het was zondag wonderlijk om te zien hoe Hertzberger in de stromende regen de 1-4 tegen Almere vierde, terwijl hij zoveel belangrijkere en mooiere doelpunten had gemaakt. Misschien is dat een deel van het geheim. WK-finale, Olympische Spelen, competitiewedstrijd uit op Almere: Hertzberger staat altijd áán.

‘Bij topspelers die het hoogste halen gaat het echt niet om hoe snel je de bal op en neer kan halen. Het gaat om het fanatisme, dat is de reden dat je de top wel of niet haalt’, legt de spits uit, die wat betreft scherpte nog net zo gedreven is als vijftien jaar geleden. Venijnig, en misschien niet onterecht, zegt hij dat hockey.nl misschien ook weer een trofee moet laten maken voor de topscorer van de Hoofdklasse, de prijs die hij de afgelopen drie jaar won, maar waar hij niets tastbaar voor kreeg.

Het vuur blijft in hem branden, zolang hij hockeyt. ‘Ik zat vanochtend m’n eitje te eten, en dan borrelt het al een beetje bij me. Ik weet dan nooit wat voor dag het gaat worden op het hockeyveld. Ik weet alleen dat als ik scherp ben, de grootste kans maak om succesvol te zijn. Zolang ik dat heb, zijn jullie nog niet van me af.’

Topscorers Hoofdklasse Heren