Jacques Brinkman: ‘Ik heb altijd een zwak voor Hofman gehad’

Rogier Hofman (30) speelde op de Olympische Spelen in Rio zijn 212de en allerlaatste interland. Hij speelde zijn eerste interland in 2006. In een serie van vijf blikken we met oude teamgenoten en coaches terug op zijn interlandcarrière. Vandaag oud-international en analist Jacques Brinkman. 

‘Ik denk dat hij tijdens de Olympische Spelen in Londen zijn beste hockey heeft laten zien. Ook bij het EK vorig jaar was hij sterk,’ zegt Brinkman (op de foto met KNHB-directeur Erik Gerritsen). ‘Hij heeft een prachtige carrière gehad, maar hij staat voor mij symbool voor de generatie na 2000 die grossiert in zilveren en bronzen medailles. In potentie lijkt het allemaal top, maar er lijkt ook meer in te zitten. Ze zijn niet altijd eerlijk naar zichzelf en naar elkaar toe, vind ik. Op de Olympische Spelen in Rio speelde Rogier voorin en dat werd niet zijn beste toernooi. Hij moet het van zijn diagonale rushes hebben en die kon hij nu moeilijk maken.’

Jacques Brinkman en zijn karakteristieke juichen tijdens de Olympische Spelen in Sydney in 2000078. KNHB/Jeroen van Bergen

Brinkman verwacht altijd veel van Hofman

Zelf speelde Jacques Brinkman 337 interlands, wat hem na Teun de Nooijer (453) en Jeroen Delmee (401) de meest ervaren international maakt. Hij won met De Nooijer en Delmee olympisch goud in 1996 in Atlanta en in 2000 in Sydney. Ze werden 1998 in Utrecht wereldkampioen. Tegenwoordig is Brinkman vooral bekend als hockey-analist voor De Telegraaf en de NOS. En blijkbaar gevreesd, want Rogier Hofman zelf verklaarde afgelopen week dat hij na wat mindere wedstrijden de rapportcijfers van ‘schoolmeester’ Brinkman in Rio toch maar niet las, bang voor het oordeel van zijn voormalige coach. Ze werkten samen bij SCHC, de club waar Hofman speelde, voordat hij naar Bloemendaal vertrok.

Aangeven van strafcorner op training in India. KNHB/Koen Suyk

‘Hij weet donders goed wat hij wil’

Ondanks bovenstaande – immer directe – woorden van Brinkman, heeft hij juist een zwak voor Hofman als persoon en als speler, maar daarover later meer. Hij verwachtte altijd heel veel van hem. ‘Iedereen vindt dat Rogier kwalitatief bij de top hoort. Dan wil je ook dat hij het verschil maakt. Hij heeft ook heel veel goede wedstrijden gespeeld. Maar als je 2-0 achter staat, wie staat er dan op? Dan hoop je op zo’n speler als Rogier. Dat is wel een puntje bij hem. Op dat soort momenten had-ie vaker van zich af kunnen bijten. Zo is hij normaal ook. Want hij weet donders goed wat hij wil. Hij stopt nu ook op jongere leeftijd. Dat laatste stukje heb ik weleens gemist, terwijl hij daarvoor wel de kwaliteiten heeft.’

Rogier is een modelprof

Als negentienjarige speler kwam Hofman naar Bilthoven, waar Brinkman coach was van SCHC. Een team, met oud-internationals als Roderick Weusthof en Rob Derikx, dat play-offs speelde met Brinkman aan het roer. In zijn tweede periode als coach bij SCHC bungelde de club het hele seizoen onderin en werd Brinkman een paar wedstrijden voor het einde van het seizoen weggestuurd. Het was het jaar dat Brinkman – die in Bilthoven woont – Hofman aanvoerder maakte. Hij draaide die beslissing na vijf wedstrijden terug, maar had wel alle reden om dat te doen, vindt hij nog steeds.

Roderick Weusthof en Rogier Hofman bij SCHC.

‘Ik weet nog dat Rogier op negentienjarige leeftijd naar SCHC kwam, van Den Bosch. Ik had hem weleens gezien met de nationale jeugdselectie. Hij was toen al fysiek sterk en had een goede backhand. Ik was als coach dolblij dat hij kwam. Ik had een zwak voor hem. Dat heb ik altijd gehouden. Hij is een modelprof. Hij traint hard en zeurt nooit. Hij geeft altijd het goede voorbeeld. SCHC had toch het imago dat het vooral gezellig moest zijn met z’n allen. Ik wilde juist de nadruk op het hockey en presteren leggen en daar was Rogier een exponent van. Ik heb die beslissing zelf na vijf wedstrijden om zeep geholpen. Maar zijn teamgenoten gaven Rogier toen de ruimte ook niet.’

De koning van de training, maar niet van de kleedkamer

Brinkman: ‘Hij liep altijd voorop bij de training, maar hij is op een bepaalde manier rustig, bescheiden en een beetje introvert. Teamgenoten zeiden tegen mij: ‘Hij zegt niet zoveel.’ Terwijl hij weet wat hij wil. Ook in de kleedkamer zal hij niet ergens tegenin gaan, terwijl je ziet dat hij het er niet mee eens is. Hij spreekt zich niet altijd uit en dat probeerde ik er juist wel in te brengen. Ik probeer de gedachten in zijn hoofd te vangen. Dat is bij hem de uitdaging.’

Op de Champions Trophy met Rogier Hofman. KNHB/Frank Uijlenbroek

Landskampioen

Nu zijn internationale carrière is geëindigd, wil Hofman met Bloemendaal voor het eerst in zijn carrière landskampioen te worden. De zoon van Jacques, Thierry, is de teamgenoot van Hofman en Brinkman vindt het altijd nog leuk om de middenvelder regelmatig te spreken. ‘Ik vind het echt een gouden gozer. Ik was alleen een beetje teleurgesteld dat ik niet was uitgenodigd op z’n bruiloft. Dat zijn toch de wetten van de topsport. Ik heb nu toch het stempel ‘analist’. Dat is blijkbaar moeilijk te scheiden.’

Lees ook:

• Tim Jenniskens: ‘Bij Rogier denkt men soms dat het allemaal is komen aanwaaien’
• Tennistrainer Jeroen Bok: ‘Rogier was vroeger een echte rebel’
• Rogier Hofman is blij met zijn nieuwe leven, na teleurstelling