Pakistaanse legende Shahbaz Ahmed snapt niks van stoppen Champions Trophy

In de serie ‘De historie van de Champions Trophy’ blikken we terug op de mooiste momenten van het beroemde toernooi, dat in Breda voor de laatste keer gespeeld wordt. Vandaag sluiten we de serie af in het land waar het ooit begon, met de Pakistaan Shahbaz Ahmed (49), een van de beste hockeyers ooit. De hockeylegende betreurt het dat het toernooi verdwijnt, maar wil ook positief zijn over het hockey in zijn geliefde land.

‘The man with the electric heels’ en ‘De Maradona van het hockey’ zijn twee van de bijnamen van de speler die Pakistan als aanvoerder in 1994 de wereldtitel schonk en bij de WK’s van 1990 en 1994 tot beste speler van het toernooi werd verkozen. In 1994 had hij een groot aandeel in de laatste Pakistaanse zege in de Champions Trophy, in Lahore. Ook toen werd hij verkozen tot beste speler van het toernooi.

‘Ik weet nog dat er Australische en Nieuw-Zeelandse supporters naar me toekwamen na dat toernooi. Ze zeiden tegen me dat ik de enige in de wereld was die begreep hoe hockey echt gespeeld moest worden. Dat zal ik de rest van mijn leven niet vergeten’, vertelt Shahbaz, die er van houdt om terug te blikken en hardop aan de telefoon vanuit Pakistan herinneringen ophaalt. Hij kan uitvoerig praten over eigen dribbels vanaf de middenlijn, die hij succesvol afrondde.

Bij de Champions Trophy is elke wedstrijd een finale Shahbaz Ahmed

Het was ook zijn stijl: lange runs met de bal, waarbij hij op volle snelheid, met het bovenlichaam recht, nog kon toveren met de bal en bizarre richtingsbewegingen maakte, die niemand anders kon nadoen. ‘Mijn debuut bij de Champions Trophy was in Karachi. Ik hield meteen van het toernooi. Het was niet zoals het WK of de Olympische Spelen. Bij de Champions Trophy is elke wedstrijd een finale. Het is veel competitiever dan die andere twee grote toernooien. Voor de supporters ook veel leuker om naar te kijken.’

Met de wereldbeker in 1994.

Shahbaz Ahmed had contact met FIH gepast gevonden

De Pakistanen zijn gekrenkt dat ze niet door de wereldhockeyfederatie FIH zijn benaderd, toen besloten werd de stekker uit de Champions Trophy te halen. ‘Ik ben ontzettend trots op onze Nur Khan (Pakistaanse generaal die dit toernooi heeft geïntroduceerd in de hockeywereld, red.). Nur Khan is ook degene die de gouden trofee van het WK aan de hockeywereld heeft gedoneerd’, vertelt Shahbaz. ‘Toen ze er over nadachten om te stoppen met de Champions Trophy, had de FIH ons moeten consulteren. Ik vind het raar dat ze ons niets hebben gevraagd. Dit toernooi hoort bij Pakistan en mensen vinden het altijd heerlijk om te kijken. Het zou in ieder geval gepast zijn geweest.’

Shahbaz snapt weinig van de plannen van de Hockey Pro League, een van de redenen dat de Champions Trophy verdwijnt. Pakistan doet eraan mee, maar moet vanwege de veiligheid de thuiswedstrijden in Schotland spelen. ‘Ze zeggen dat het hockey leuker wordt van thuis- en uitwedstrijden. Dat is wat ze antwoorden op de vragen die we erover hebben gesteld. Ik moet het zien. Het lijkt me heel duur en ik denk niet dat er genoeg geld is in het hockey bij alle landen om dit te bekostigen.’

Shahbaz Ahmed is sinds 2015 de  Secretary General van de Pakistaanse hockeyfederatie. Daarvoor werkte hij bij in het Midden-Oosten voor Pakistan International Airlines (PIA). Hij begon met zijn functie nadat het Pakistan niet was gelukt zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen van Rio. Hij is degene die dit jaar Roelant Oltmans aanstelde als bondscoach.

Shahbaz Ahmed net na zijn aantreden bij de Pakistaanse hockeybond.

‘Ze houden steeds meer van cricket’

Toen Pakistan in 1978 de Champions Trophy begon, waren zij zich zelf het epicentrum van het hockey. Wereldkampioen in 1978 en 1982. Olympisch kampioen in 1984. Uit nostalgische overwegingen kun je Pakistan nog hockeygek noemen. Maar dat is slecht een deel van de realiteit, vindt Shahbaz. ‘De populariteit van het hockey is tanende in Pakistan. Er zijn steeds minder mensen die hier hockeyen. Ze houden steeds meer van cricket. Sommige Pakistanen weten niet eens wat de Champions Trophy is. Er is niet zoveel passie meer als er zou moeten zijn’, legt Shahbaz uit. ‘Het komt ook omdat we al heel lang geen grote hockeytoernooien hebben kunnen organiseren, omdat mensen denken dat het onveilig is hier. En de jeugd blijft vooral binnen. Ze zitten op Facebook of achter de spelcomputer. Ze gaan in ieder geval minder hockeyen.’

Toch is hij niet teruggekomen uit het Midden-Oosten om alleen maar weemoedig naar het verleden te staren. Hij wil iets neerzetten, waardoor het tij kan keren. Dat er in september in Pakistan voor het eerst in vijftien jaar, in de hoofdstad Islamabad een Six Nations toernooi wordt georganiseerd, vindt hij een mooie stap, in samenwerking met de FIH. Ook is hij bezig om de jeugd weer aan het hockeyen te krijgen en beter met de talenten om te gaan.

‘Als het goed is komen er dit jaar zes kunstgrasvelden bij (In Lahore en Karachi liggen er in totaal zes, red.). Ook willen we zo’n vier hockey academies oprichten, waar kinderen beter kunnen worden. Want er is nog wel talent, maar soms gaat dat verloren, omdat er niet genoeg aan geslepen wordt. We moeten zorgen voor incentives, zodat kinderen op hockey gaan en blijven hockeyen, op school en op de universiteit. Ik heb zelf in Nederland en Duitsland gewoond en wil die ervaringen gebruiken om het hockey hier weer te verbeteren.’

Rob Reckers en Shahbaz Ahmed, eerder dit jaar in Pakistan.

De Pakistaan genoot van zijn tijd in Eindhoven

Shahbaz hockeyde van 1998 tot 2000 bij Oranje-Zwart en kan zich zelf nog goed herinneren dat hij ‘Mister Philips’ (Frits Philips, red.) en voetballer Ruud van Nistelrooij ontmoette. ‘Hockeykoning’ werd hij genoemd door zijn teamgenoten en dat vond hij prachtig. De Pakistaanse legende was een paar jaar het uithangbord van de Eindhovense club. En oud-international Rob Reckers zijn privéchauffeur. De dribbel die de Pakistaan bij zijn rechtervoet maakte, heeft de jonge Reckers eindeloos geoefend. ‘Hij kreeg de mooiste auto van de club, maar durfde of wilde er niet in rijden. Dus toen ik achttien werd en mijn rijbewijs haalde, gaf hij mijn zijn autosleutels. Hij zei me dat ik er alles mee mocht doen, als ik hem maar ophaalde voor de trainingen en de wedstrijden. Ik reed dus in een mooiere auto dan al mijn docenten op school’, vertelt Reckers, die in januari met een All Star-team nog in Pakistan was. Een initiatief van Shahbaz.

‘Het hockey mag dan iets minder populair zijn. De spelers van nu zijn nog halfgoden daar. En de spelers van de laatste succesvolle generatie met Shahbaz worden compleet verafgood. Daar kunnen wij ons als Nederlanders niets bij voorstellen. Maar mensen beginnen te buigen en te klappen, waar hij ook komt. Toen wij daar kwamen, werd alles live op televisie uitgezonden. Bij persconferenties zijn er nog steeds tussen de vijftig en honderd cameraploegen.’

Shahbaz Ahmed in het shirt van Oranje-Zwart.

‘Als ze dat uitzenden op televisie, heb je zo miljoenen kijkers’

Reckers is meerdere keren in Pakistan geweest. Hij is een groot fan van het hockeyland en denkt dat er zeker kansen zijn dat het hockey er weer groter wordt. ‘De aanstelling van Roelant Oltmans is heel belangrijk. Net als de oud-internationals die hem nu ondersteunen. Ik denk dat ze zich moeten focussen op de topspelers die ze hebben, daarmee succes krijgen en dan zorgen dat een bredere onderlaag dat oppikt. Ondanks dat ze de Hockey Pro League in Schotland spelen is het toch goed dat Pakistan meedoet. Pakistan is een groot land (193 miljoen inwoners, red.). Als ze dat uitzenden op televisie, heb je zo miljoenen kijkers.’

Shahbaz komt zelf ook naar Breda. Hij verwacht prima prestaties van het Pakistaanse team, want met de aanstelling van Oltmans zijn er steeds minder excuses. ‘We hebben een topcoach en toptrainers. Dat hebben wij allemaal geregeld. Het is nu aan de jongens zelf. Zij kunnen het verschil maken. Maar ik wil ook niet te kritisch zijn. Ik verwacht geen mirakel van ze. De Asian Games zijn ook belangrijk voor ons.’

Muhammad Arlsan Qadir van Pakistan kan zijn geluk niet op na winst in de halve finale op India, bij de Champions Trophy in 2014. Foto: Koen Suyk

Shahbaz Ahmed houdt wel van het moderne hockey

Over het hockey wil hij ook positief praten. Want hij is niet het type dat vindt dat alles vroeger beter was. ‘Ik vind het moderne hockey leuker om naar te kijken dan het oude hockey. Het is veel sneller geworden, en je moet veel fitter zijn. Iedereen is heel sterk en krachtig. Maar je moet ook slim zijn. Wij zijn hard bezig om Pakistan weer beter te maken.’

Shahbaz stopt na een half uur abrupt het telefoongesprek met de legendarische woorden dat hij ‘een beetje moe is’ – zoals de Braziliaanse voetballer Romario dat altijd zo mooi kon zeggen in zijn tijd bij PSV – en dat hij het interview wil stoppen. Hockeygoden mogen dat natuurlijk. Over het Pakistaanse hockey eindigt hij met de volgende conclusie: Let’s hope.’


Wat vind jij? Praat mee...