Local Hero #4: ‘Na 55 jaar nog steeds een neusje voor de goal’

In de rubriek Local Hero wordt wekelijks een clubheld geïnterviewd. Deze week is het de beurt aan Bas Smulders van NHMC Nijmegen, die werd genomineerd door clubgenoot Marcel van Dommelen. Ken jij ook een lokale held? Mail ons dan!

Hi Bas, op welke locatie ben je nu?
‘Ik ben op dit moment thuis aan het werk als Export Manager Duitsland voor de BINBIN Group.’

Wat zijn jouw bezigheden op de club?
‘Ik ben op mijn zevende begonnen met hockeyen op Nijmegen en speel nu, na 55 jaar, nog steeds. Ik doe dat bij Veteranen A in de HoofdKlasse 45+. Ik zit in een team met hockeymaatjes met wie ik al meer dan veertig jaar samenspeel. Ik ben actief geweest als bestuurslid, zat in de tophockeycommissie en sponsorcommissie, was voorzitter van de topjeugd en heb diverse breedteteams getraind en gecoacht. Verder heb ik een paar jaar de ABN AMRO/EIFEL hockeyacademie geleid.’

Bas Smulders vroeger in actie als spits

Waarom denk je dat mensen jou een lokale held vinden?
‘Omdat ik bij Nijmegen al mijn hele leven heb gespeeld, gecoacht, training heb gegeven en bestuurlijke taken heb vervuld. Ik ben de club altijd trouw gebleven, óók in de periode dat zowel Pinoké en Amsterdam mij als topscorer van de Overgangklasse benaderden om daar te komen hockeyen. Door corona besefte ik hoeveel tijd ik in altijd in het hockey heb gestoken. En hoe lekker het is om ook wat meer tijd voor jezelf te nemen.’

Foto uit eigen beeld: ‘Jeugd heeft de toekomst’.

Wat is jouw mooiste hockeymoment geweest?
‘Ik ben een geboren spits. Ik ben jarenlang topscorer geweest in de Overgangsklasse. Ik scoorde vaak puur op instinct. De doelpunten die ik daar gemaakt heb staan nog scherp op mijn vizier. Met mijn neusje voor de goal scoor ik nu nog steeds als linksbuiten op zondag voor mijn team. Ik kan ook genieten van talentvolle jeugdspelers. Een paar jaar terug zag ik Miles Bukkens [Pinoké] spelen bij de Oranje-jeugd waar mijn zoontje toen ook meetrainde. Toen ik hem zag hockeyen dacht ik meteen: dat wordt een wereldtopper’.

‘Ik heb ook echt genoten van het coachen. Het kampioenschap met Heren 1 met de directe terugkeer in de Overgangsklasse als eerstejaars coach was een bijzonder moment. Ik heb ook al mijn kinderen mogen trainen en coachen. Dat heb ik ook als zeer speciaal ervaren. Ik vind het waardevol dat zij het ook leuk hebben gevonden.’

Wanneer ben jij in aanraking gekomen met hockey?
‘Mijn vader heeft gehockeyd bij Oranje Zwart, waardoor ik als klein kind iedere zondag werd meegenomen naar de club. Mijn ouders werden daar op een gegeven moment benaderd door Hans Jansen [oprichter Spac-Sport], die mij gespot had op het veld. Hij wilde dat ik op Nijmegen kwam hockeyen. Eigenlijk mocht je daar pas vanaf je achtste of negende beginnen, maar voor mij maakte hij toen een uitzondering. Zo ben ik begonnen met hockey.’

Heb jij een speciaal ritueel voor de wedstrijd?
‘Ik sla vlak voor de wedstrijd in het kringetje als laatste mijn hand bovenop de handen of de keepershandschoen, dat is mijn ritueel.’

Had je als coach een vaste aanpak?
‘Een goede voorbereiding is de tegenstander lezen en analyseren. Tijdens de wedstrijd tactisch anticiperen en meebewegen of puur van eigen kracht uitgaan om zo onze wil op te leggen met een plan. Tijdens de wedstrijd had ik altijd oog voor andere plekken op het veld dan waar de bal op dat moment was. Ik heb menig doelpunt of corner gemist, omdat ik naar andere dingen keek die ook belangrijk zijn.’

 Wie is het grootste talent met wie jij ooit hebt samengewerkt?
‘Opvallend genoeg zijn dat allemaal verdedigers en hebben ze ook allemaal in het Nederlands elftal gespeeld. Allereerst Hans Weusthof, de man die iedere aanvaller naar de zijlijn wist te leiden. Een spits kwam bijna nooit als winnaar uit een één-op-één-duel met hem. Daarnaast moet ik Walter Drenth noemen, een elegante hockeyer met een ijzersterk strafcorner. Hij is bekend geworden om de Wallie Flats.

Verder heb ik als coach onder anderen Jesse Mahieu [de huidige coach van de mannen van Pinoké] ontmoet. In de jaren dat ik coach van Nijmegen Heren 1 was, heb ik hem voor het hockeyen weten te behouden. Hij wilde stoppen, maar uiteindelijk lukte het me hem en zijn broer Edward te laten samenspelen in het eerste elftal van Nijmegen. Ik heb hem via via ook geïntroduceerd bij Pinoké. De rest is geschiedenis. Hij haalde het Nederlands elftal en won onlangs met Pinoké de Euro Hockey League.’

Foto uit eigen beeld

Teamfoto van het oude team met Jesse Mahieu

Wanneer is jouw seizoen geslaagd?
‘Als we aan het eind van het hockeyjaar terugkijken met een gevoel van lol, respect en plezier en genoeg punten hebben gehaald om weer op het NK te mogen verschijnen. Dat zal overigens nog best lastig worden dit seizoen, haha. Daarnaast hoop ik dat we zonder al te veel blessures het seizoen mogen beëindigen.’

Hoe zit het met de derde helft?
‘Nijmegen had eerst een heel klein clubhuisje, waar het beregezellig was. De TD’s zijn erg gezellig, maar daar gaat de gemiddelde leeftijd steeds verder omlaag. Toch zijn we met ons veteranenteam nog altijd van de partij. Ik vind de combinatie van prestatiehockey en de vriendschappen buiten het veld heel belangrijk. Als je buiten het veld plezier hebt zie je dat vaak ook terug ín het veld.’

Je bent een paar weken geleden lid van verdienste geworden. Hoe was die uitreiking?
‘Het was voor mij een grote verrassing, ik zag het zeker niet aankomen. De lovende woorden van de voorzitter waren pakkend en mooi. Ik heb een oorkonde Lid van Verdiensten mogen ontvangen, een Gouden speldje gekregen en een vermelding op het bord in het clubhuis. Het is fijn dat je na zoveel jaren de persoonlijke waardering en het respect krijgt. Mensen die dit in mijn ogen verdienen zijn mensen met een ‘blauw hart’, ook wel een ‘Nijmegen hart’ genoemd. De clubs professionaliseren steeds meer, maar zonder vrijwilligers kunnen de sportclubs niet bestaan.’


1 Reactie

  1. RaymondPhijffer

    Franciscus!


Wat vind jij? Praat mee...