Fanclub Manu Stockbroekx met touringcar naar ’t Kopje

Nog een beetje onwennig met de teksten, maar met veel volume werden gisteren de liederen van de Bloemigans meegezonden door de Vlaamse fanclub van Manu Stockbroekx. Speciaal voor de nieuwe Belgische aanwinst van de Mussen, was een bus vanuit Antwerpen naar ’t Kopje gereden. De Bloemendaal-speler prijst zich gelukkig met zo’n trouwe familie.

Een buslading vol met fans, hoe komt ‘Stocki’ daar aan? ‘Het is allemaal familie. Vooral veel nichtjes, 2 oma’s, broers van mijn opa, mijn ouders en mijn zus met haar man. In de euforie van de Olympische Spelen, waar wij natuurlijk goed gepresteerd hebben met België, beslisten ze langs te komen bij de 1e Hoofdklasse-wedstrijd.’

Improviseren bij het meezingen

De aanwezigheid van familie Stockbroekx bleef niet onopgemerkt op ’t Kopje. ‘Sommige teamgenoten zeiden dat het lang geleden is, dat het zo luidruchtig was op Bloemendaal. En dat ze er waren hielp mij ook echt. In de 1e helft stonden we 0-1 achter en toen mijn familie in de 2e helft begon met aanmoedigen scoorden we vlak daarna. Ze kennen de liederen van de Bloemigans nog niet, maar met een beetje improviseren werkte het goed.’

Ondanks het grote succes, wordt een ritje naar Nederland waarschijnlijk geen wekelijkse kost voor de omvangrijke Vlaamse familie. ‘Het kost natuurlijk veel energie om 2 keer 2 uur in de bus te zitten, je bent de hele dag onderweg. Maar het was een superspannende match en ze zeiden dat ze terug gingen komen. Ik hoop het, ze zijn een grote steun voor me. Mijn ouders zijn er volgende keer (uit tegen Pinoké, red.) in ieder geval wel al bij samen met mijn broer, die speciaal overkomt uit Londen.’

Stockbroekx-stamboom

Emmanuel, zoals zijn voornaam volledig luidt, legt nog even uit hoe het kan dat de Stockbroekxen met zoveel zijn. ‘Mijn overgrootouders hadden 6 zonen. Die heetten dus allemaal Stockbroekx en die hebben allemaal kinderen gemaakt. Nou, dan gaat het snel. Natuurlijk is het nu allemaal een beetje vertakt, maar het mooie is dat hockey de familie nu weer samenbrengt. Ze maken uitstapjes met elkaar en dat is vooral voor de oudjes leuk. Overigens ronselt mijn nonkel Jeroen Stockbroekx altijd de logistiek, we noemen hem daarom Superstocki.’

Micro-multiculturele samenleving

Dat Stockbroekx’ familie zijn wedstrijden bezoekt heeft wellicht ook te maken met de verhuizing van Manu. In tegenstelling tot de meeste van zijn landgenoten die in de Hoofdklasse uitkwamen, emigreerde Stocki wel naar Nederland. ‘Ja, klopt. Die keuze heeft eigenlijk te maken met dat ik 22 jaar thuis heb gewoond. Ik ben de benjamin van de familie. Mijn broer en zus gingen studeren en op kot, maar ik bleef thuis. Ik heb nu 4 jaar alles opgeofferd voor de Olympische Spelen, nu is het tijd om iets op mezelf te gaan doen. Toen Bloemendaal met het aanbod aankwam van een huisje in Amsterdam samen met een Duitser (Florian Fuchs, red.) en 2 Australiërs (Daniel Beale en Blake Govers, red.), heb ik ja gezegd. Ik heb nu een micro-mutlticulturele samenleving in mijn huis. Helemaal geweldig.’

Lees ook:


Wat vind jij? Praat mee...