Maartje Krekelaar was amper klaar met het vieren van de Bossche zaaltitel, toen alweer het volgende hockeyavontuur op het menu stond. Ditmaal niet als speelster, maar als de fanatiekste fan van haar vriend, kersvers Spaans international Joaquin Menini. Ondertussen hoopt ze nog altijd op een doorstart van haar eigen interlandcarrière.
Ze schreeuwt, juicht en klapt haar handen stuk in Estadio Betero in Valencia. Op de volgepakte tribunes gaat Maartje Krekelaar zaterdag op in de menigte. Voor haar de ouders van Lidewij Welten, die het voorprogramma tussen Engeland en Spanje ook even meepakken. Later die dag speelt hun dochter haar tweede interland als aanvoerder van Nederland tegen de Spaanse dames.
Een week eerder
Op het gezellig drukke hockeycomplex in het lenteachtige klimaat en met de wuivende palmbomen op de achtergrond, lijkt de zaaltitel van Den Bosch ver weg. Die zwaarbevochten zege in de finale, waarin Krekelaar vlak voor tijd de winnende 3-2 maakte.
‘Toch is het maar een weekje geleden’, beseft Krekelaar op deze zaterdag. ‘Het is een titel die ook ons op lange termijn veel oplevert. We stonden daar met een superjonge groep, die echt heeft laten zien dat het met de Bossche mentaliteit wel goed zit voor de komende jaren. We kwamen met 2-0 achter in de finale, stonden er slecht voor, maar hebben nooit opgegeven.’
Met een dikke smile: ‘Zo vet om te zien hoe iedereen er vol op ging. Puur met het hart. Ik heb jonge meiden, die op het veld minder spelen, zien opbloeien. Die in zo’n intiem zaalgroepje steeds meer zichzelf konden zijn. Dat nemen we lekker mee naar het veld.’
Het Spaanse debuut van de Argentijnse olympisch kampioen
Het weekend na het zaalsucces had Den Bosch het erg rustig. Dat wil zeggen: er stonden geen wedstrijden of trainingen gepland. ‘Dat was al een tijdje bekend’, zegt Krekelaar. ‘En ik wist ook dat Pancho (de bijnaam van Menini, red.) precies in die dagen zijn debuut kon maken voor Spanje.’
Die uitspraak behoeft enige uitleg. Menini is een Argentijn en speelde 110 interlands voor zijn vaderland, waarmee hij in 2016 de Olympische Spelen won. De aanvaller van Rotterdam raakte echter in onmin met de technische leiding van Los Leones, waardoor hij al drie jaar niet voor Argentinië speelde. Precies lang genoeg om van hockeynationaliteit te mogen veranderen. Zijn opa is namelijk een Spanjaard, waardoor hij ook van dat land een paspoort heeft.
Lang verhaal kort: Menini werd door Max Caldas, sinds september bondscoach van Spanje, geselecteerd en maakte in Valencia tijdens de dubbelontmoetingen met Engeland zijn debuut voor zijn nieuwe nationale team.
‘Een mega-bijzonder moment voor hem’, zegt Krekelaar, die donderdag na haar training met Den Bosch meteen in het vliegtuig stapte. ‘Daar moest ik natuurlijk bij zijn, als dat kon. Ik ben zo trots op hem. Hij kreeg bij Argentinië geen kans meer, maar droomde nog van een vervolg van een internationale carrière. Niet alleen werkt hij er keihard voor, ook is het natuurlijk wel een ‘ding’, voor een andere nationale ploeg spelen. Hij heeft zoveel ‘landliefde’. Zegt ook heel vaak tegen mij: ik blijf een Argentijn hoor, al komt er nu ook een stukje Spanje bij. Ze beginnen nu onder Max aan een nieuwe fase. Veel oudere spelers zijn gestopt na Tokio en daardoor krijgt-ie meteen een wat leidende rol. Mooi om te zien.’
Haar eigen internationale droom
Dat Menini met Spanje twee keer verloor (6-1 en 3-2) van Engeland, doet niets af aan de blijdschap van Krekelaar. De twee kennen elkaar van Den Bosch, waar Menini tussen 2017 en 2020 speelde. Wat zou Krekelaar graag het voorbeeld van haar vriend volgen en ook zelf weer voor een nationaal team uitkomen. ‘Alleen heb ik geen ander paspoort’, zegt ze lachend. ‘En voor mij ligt dat ook wat anders. Ik heb nog altijd hoop dat ik ooit weer word opgeroepen voor het Nederlands elftal. Die droom is nog niet over.’
Ik hoop dat mijn tijd nog komt. Wéér komt. Dat er iemand zegt: laten we haar nog een kans geven. Maartje Krekelaar
Even een hap adem, achter haar – in het stadion van Valencia verplichte – mondkapje. In de zomer van 2019 speelde ze haar 43ste en vooralsnog laatste interland. Dat gegeven raakt haar. ‘Het is best spannend en kwetsbaar om uit te spreken dat je ‘er toch nog steeds voor gaat’. Maar zo is het wel. Ik ben geduldig en werk hard. Ik hoop dat – onder welke bondscoach dan ook – mijn tijd nog komt. Wéér komt. Dat er iemand zegt: laten we haar nog een kans geven.’
In september zette Krekelaar een stap in de goede richting. Ze maakte deel uit van de potentialsgroep. ‘Daarmee stond ik in de eerste seizoenshelft iedere maandag en dinsdag op het veld. Maar ik heb geen idee hoe dat verder gaat, nu Alyson (Annan, red.) weg is als bondscoach. Ik zou het heel leuk vinden als we in maart weer de draad oppakken. Ach ja, het enige dat ik kan doen, is keihard werken en plezier hebben in het hockey. Dat is de laatste jaren ook niet vanzelfsprekend geweest.’
Bij Den Bosch stond Krekelaar vaak op het middenveld. Nu staat ze meestal in de aanval, waar ze ‘vroeger’ bij het Nederlands elftal ook speelde. ‘Middenveld, voor, verbindend tussen beide linies. Ze kunnen mij overal neerzetten.’ Weer die lach: ‘Maar eerlijk hoor, als ik weer word gevraagd voor Oranje, maakt het mij geen drol uit waar ik sta.’
1 Reactie
eugeappel
Toppertje👊 🖤💛Je verdient het meisje🧡💪Succes ermee🍀🍀