Clubs uit het Gooi benaderen elkaars jeugdspelers niet meer voor een eventuele overstap. Dat is de belangrijkste afspraak die de zes verenigingen onlangs hebben vastgelegd in een convenant. Ook zijn er afspraken gemaakt voor jeugdspelers die zelf besluiten dat ze willen overstappen.
‘Concurrentie zorgt voor ontwikkeling. Wat dat betreft kun je beter met elkaar samenwerken dan elkaar in de weg zitten’, zegt Eric Fintelman, technisch manager van Laren, één van de clubs die het convenant ondertekend hebben. De vijf andere zijn Gooische, Hilversum, Naarden, Huizen en ’t Spandersbosch.
‘Net als veel andere verenigingen hanteren we bij Laren 1 mei als opzegdatum. Maar de afgelopen seizoenen kregen wij na 1 mei nog allerlei aanmeldingen binnen van spelers van verenigingen uit het Gooi, die naar ons wilden overstappen. Zodoende kwamen we telkens in de knoop met het samenstellen van de teams’, schetst Fintelman het probleem waarmee Laren en vijf andere clubs uit het Gooi de afgelopen jaren worstelden.
Wij hebben met elkaar afgesproken dat we zelf geen spelers van elkaar meer gaan bellen
Met als doel hiervoor een oplossing te vinden, besloten de technisch managers van de clubs begin februari met elkaar om de tafel gaan zitten. Eén van de suggesties die ter sprake kwam, was de optie om voortaan geen enkele jeugdspeler meer van elkaar over te nemen. Maar dat vonden de clubs uiteindelijk een te rigoureus besluit. Talenten die de ambitie hebben om hogerop te spelen, moeten die stap wel kunnen blijven maken, luidde de conclusie.
Gezamenlijk besloten de zes clubs om voortaan elkaars jeugdspelers niet meer zelf te benaderen. Daarmee verschilt hun overeenkomst met die van clubs van Midden-Brabant, die een einde aan ronselpraktijken wilden maken. Zij spraken af dat alleen toptalenten mogen worden benaderd. Een toptalent werd gedefinieerd als iemand die bij zijn of haar nieuwe club bij de beste zes spelers/speelsters van het betreffende eerste team zou behoren.
‘Dat doen wij niet. Wij hebben met elkaar afgesproken dat we zelf geen spelers van elkaar meer gaan bellen’, vertelt Fintelman. ‘Wij hebben met Laren de naam dat wij dat in het verleden gedaan zouden hebben. Of dat echt zo is, weet ik niet. Nu hebben we in ieder geval met elkaar afgesproken dat we dat niet gaan doen. Kinderen moeten intrinsiek gemotiveerd zijn om naar een andere vereniging over te stappen. Wanneer je ze gaat bellen, kunnen ze op gedachten komen waar ze uit zichzelf misschien nooit op gekomen waren. Maar wanneer zij helemaal zelf tot het besluit zijn gekomen dat het misschien beter is om naar een andere vereniging te gaan, dan moet dat natuurlijk wel kunnen. Althans, onder bepaalde voorwaarden dan.’
Extra drempel voor jeugspeler die willen overstappen
Afgesproken is dat talenten die willen overstappen omdat ze hogerop willen, daarvoor pas in aanmerking komen vanaf de C-jeugd. Om het clubhoppen tegen te gaan, is bovendien een extra drempel opgeworpen. Jeugdspelers die binnen het Gooi van club willen veranderen, moeten zich eerst melden bij hun technisch manager. Die neemt contact op met de technisch manager van de andere vereniging, die vervolgens met het talent in gesprek gaat. Na afloop daarvan gaan beide technisch managers met elkaar in conclaaf.
‘Zodoende weten we wat iemands beweegredenen zijn om over te stappen. Daar gaat het eigenlijk om. Op basis daarvan besluiten we of iemand wel of niet mag overstappen’, vertelt Fintelman.
‘Wij als Laren hanteren als regel dat je welkom bent wanneer je voor ons van toegevoegde waarde bent. Zou je in je nieuwe team echt tot de beste spelers behoren, dan gaan we akkoord. Maar ben je een middenmoter? Dan steken we onze energie liever in onze eigen middenmoters. Zodoende heb ik de afgelopen weken een aantal keer nee moeten verkopen. In de categorie Meisjes C hebben vier talenten van buitenaf met ons meegetraind, van wie er twee afkomstig waren van een andere Gooise vereniging. Tegen drie van de vier heb ik nee gezegd.’
Talenten die verhuisd zijn mogen wel overstappen naar een andere club in het Gooi, is afgesproken tussen de clubs. Ook voor breedtespelers die in een vriendenteam willen gaan hockeyen, zijn ze coulant. ‘Dat soort zaken gaan we niet tegenhouden. Anders schieten we ons doel voorbij.’
6 Reacties
Mark Bouwman
Zo'n "herenakkoord" hebben we in het hockey al heel vaak voorbij zien komen. Werkt het beste voor de "sterkste" clubs. Niet voor een club met ambitie die er iets onder bungelt en "erbij"wil gaan horen, maar in bv de B-junior competitie zijn "ster"🙄 spelers/speelsters ziet vertrekken naar "het lonkende goud" bij de buren. Dus tja, wat is wijsheid.
vanminderhout.martijn@gmail.com
HC Eemvallei met een relatief hoog hockeyende jeugd is één van de clubs, met ambitie, uit de regio die wel spelers en speelsters verliest aan deze clubs.
roelstofmeelgmail-com
Hahah, maar als Laren wel gewoon jeugdspelers blijven benaderen van buiten t Gooi
TonvanHelvert
Mark heeft gelijk: er is geen wijsheid, maar slechts slimheid en goede scouting zijn de basis om tot overstap over te gaan.
michielvancampen
Ach, een overstap naar een andere club kan met zoveel zaken te maken hebben. Vrijwel iedere club spreekt een ambitie uit, maar in hoeveel gevallen wordt deze ambitie ook daadwerkelijk gekoppeld aan een beleid dat sporten op een hoger niveau bevordert en worden daar middelen aan gekoppeld? Begrijpelijk, want het blijft zoeken naar een weg tussen breedte en top. Uiteindelijk zoeken kinderen die talent hebben en een ambitie, toch ook zelf een andere uitdaging, waardoor ze meer geprikkeld worden. Daar is in mijn ogen niet zoveel mis mee. Gezond realisme over wat haalbaar is bij clubs die misschien net of iets verder onder de top spelen, is ook wezenlijk hier.
Mark Bouwman
@michielvancampen eens, als je als SPORTclub ambitie uitspreekt, moet je er ook met een meerjarenplan een goede hockeytechnische invulling aan kunnen en willen geven.