Kampong is klaar: ‘Ik geloof er niet echt meer in’

Murw gebeukt. Kapot gestreden. Alles gegeven, in de wetenschap dat het niet genoeg was. Kampong gaf zondag z’n vierde plaats uit handen door met 4-3 te verliezen van HGC en stevent af op een historisch slecht seizoen. ‘We deden verkeerd, waar we normaal eigenlijk heel sterk in zijn.’

‘Wacht even’, zegt Jonas de Geus vlak voor het interviewtje. Het is rond half vijf. Kampong heeft net z’n eerste tranen gedroogd na de nederlaag in het ‘do-or-die-duel’. Na de teamhug gaat iedereen zijn eigen weg. Teleurgesteld slenterend naar de kleedkamer. Sommigen hangen nog afgepeigerd in de dug-out. 

De Geus heeft tussen de malaise door oog voor twee kleine mannetjes, van een jaar of acht, die zich bij hem melden. Ze staan klaar met een papiertje en een pen. Geduldig zet de middenvelder zijn krabbels. ‘Natuurlijk doe ik dat. Hoort erbij toch?’

Dan een zucht. Want hij weet maar al te goed waarover het gesprek gaat. Over de zoveelste dag waarop Kampong in 2022 door het ijs zakte. Het jaar waarin de ploeg, die door iedereen was bestempeld als de grootste uitdager van Bloemendaal, alleen kon winnen van de onderste drie teams van de Hoofdklasse. Weer een opgelopen schram tijdens die waardeloze tweede seizoenshelft, waarin de nummer twee afgleed naar de middenmoot.

Crisisoverleg op kop cirkel na de zoveelste strafcorner. Foto: Koen Suyk

‘Allemaal net te slap’

‘We hebben het in de eerste helft totaal weggegeven’, blikt De Geus over de nederlaag tegen HGC. ‘Onze eerste minuten waren best goed, maar al hun kansen in de beginfase vlogen erin. We deden verkeerd, waar we normaal eigenlijk heel sterk in zijn. Zoals verdedigen, solide zijn, weinig fouten maken…Nu was het allemaal net te slap. En na de 3-0 wordt het lastig.’ 

Hoe komt het dan dat Kampong juist vandaag, op een ‘je-weet-zeker-dat-het-erop-aankomt-dag’ in de eerste helft niet thuis gaf? ‘Ja, goede vraag. We maakten een paar foutjes, die zij afstraften. Ballen die we makkelijk verloren. Zij leven daarvan, het kost ons de kop. We werden eruit gecounterd. We waren niet terneergeslagen, of zo. Probeerden het nog. Maar het was niet best.’

Terwijl De Geus stelt dat Kampong in de tweede helft goed terugkwam, roept de speaker op HGC de uitslagen en de standen op. ‘Vierde Oranje-Rood, 38 punten. HGC komt daarna, ook 38 punten. Kampong 37 punten…’

Het gaat voorbij aan De Geus, die de verschillen precies kent. ‘Ik denk dat we na rust hebben laten zien dat we het wél kunnen. Volgens mij kreeg HGC maar één kans. Die sleepte Seve [van Ass] goed binnen.’

Foto: Koen Suyk

Het geloof is weg

De gevolgen van de verliespartij, de zesde alweer van dit seizoen, zijn dus bekend. HGC en Oranje-Rood – dat van Hurley won – haalden Kampong in. ‘Het is zo goed als afgelopen voor ons, als we heel eerlijk zijn’, treurt De Geus.

‘Wie heeft HGC in de laatste wedstrijd? Hurley? Die zijn al gedegradeerd? Dan hebben we het totaal niet meer in eigen hand. Het enige dat we nog kunnen doen, is waardig afsluiten. We hebben iets aan onszelf te bewijzen. We moeten dan tegen Pinoké – dat wordt niet makkelijk – drie punten pakken en bidden dat we heel veel geluk hebben.’ 

Dan die dodelijke slotzin. ‘Maar ik geloof er niet echt meer in.’

Alleen als Oranje-Rood (dat tegen titelhouder Bloemendaal speelt) en HGC allebei punten morsen, kan Kampong nog de top vier bereiken. Lukt dat niet – en die kans lijkt vrij groot – dan missen de Utrechters voor de eerste keer sinds 2011 het klapstuk van de competitie. ‘Dat is heel pijnlijk’, vindt De Geus. ‘Met deze selectie moet je gewoon play-offs spelen, heel simpel. En dit jaar gaan we dat niet halen. We moeten bij onszelf te rade gaan hoe we dat volgend seizoen om kunnen zetten.’

Coach Roelant Oltmans, wiens contract nog doorloopt bij Kampong, kon het tij niet keren. Foto: Koen Suyk

De grote namen en de vertrokken breedte-spelers

Uiteindelijk bleek Kampong niet in staat om het wegvallen van grote namen als Sander de Wijn en Robbert Kemperman – die allebei amper speelden na de winter – op te vangen. Targetman Bjorn Kellerman viel tijdens de EHL ook nog eens uit en lijkt daarmee z’n laatste wedstrijd voor de Utrechters te hebben gespeeld.

Bovendien liet het vertrek van ‘breedtespelers’ als Martijn Havenga, Floris de Ridder en de broertjes Jasper en Pepijn Luijkx zich voelen. Met hen verdween zo’n veertig jaar Hoofdklasse-ervaring uit de ploeg. Hun plekken werden vooral opgevuld door jeugdspelers, uiteraard zonder die bagage.

Ook vandaag was-ie toeschouwer: Robbert Kemperman. Foto: Koen Suyk

‘De selectie was dun’, beaamt De Geus. ‘We moesten leunen op jongens die hun eerste Hoofdklasse-jaar speelden. Ze hebben het goed gedaan, hoor. Ook zonder die blessures en kijkend naar de groep, vind ik dat je play-offs moet halen. Dat is geen excuus. Het is alleen een feit, waarmee je moet dealen.’

Er is dus eigenlijk helemaal geen excuus voor dit teleurstellende seizoen? ‘Absoluut niet. Zeker niet.’

De volgende handtekeningenjager staat alweer klaar. Geduldig pakt De Geus de stift aan. 


Wat vind jij? Praat mee...